die sitzt in der Tür ihres Hauses auf dem Stuhl, oben in der Stadt,
En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad;
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Denn daselbst sind Stühle zum Gericht, die Stühle des Hauses David.
Want daar zijn de stoelen des gerichts gezet, de stoelen van het huis van David.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Du wirst ja nimmer eins mit dem schädlichen Stuhl, der das Gesetz übel deutet.
Zou zich de stoel der schadelijkheden met U vergezelschappen, die moeite verdicht bij inzetting?
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Stuhltroon
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
aber von dem Sohn: "Gott, dein Stuhl währt von Ewigkeit zu Ewigkeit; das Zepter deines Reichs ist ein richtiges Zepter.
Maar tot den Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de schepter Uws koninkrijks is een rechte schepter.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Er aber sprach: Darum höret des HERRN Wort! Ich sah den HERRN sitzen auf seinem Stuhl, und alles Himmlische Heer stand zu seiner Rechten und zu seiner Linken.
Verder zeide hij: Daarom hoort het woord des HEEREN: Ik zag den HEERE, zittende op Zijn troon, en al het hemelse heir, staande aan Zijn rechter hand en Zijn linkerhand.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
und alle Erstgeburt in Ägyptenland soll sterben, von dem ersten Sohn Pharaos an, der auf seinem Stuhl sitzt, bis an den ersten Sohn der Magd, die hinter der Mühle ist, und alle Erstgeburt unter dem Vieh;
En alle eerstgeborenen in Egypteland zullen sterven, van Farao's eerstgeborene af, die op zijn troon zitten zou, tot den eerstgeborene der dienstmaagd, die achter den molen is, en alle eerstgeborenen van het vee.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
auf daß seine Herrschaft groß werde und des Friedens kein Ende auf dem Stuhl Davids und in seinem Königreich, daß er's zurichte und stärke mit Gericht und Gerechtigkeit von nun an bis in Ewigkeit. Solches wird tun der Eifer des HERRN Zebaoth.
(9:6) Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Und da die Tiere gaben Preis und Ehre und Dank dem, der da auf dem Stuhl saß, der da lebt von Ewigkeit zu Ewigkeit,
En wanneer de dieren heerlijkheid, en eer, en dankzegging gaven Hem, Die op den troon zat, Die in alle eeuwigheid leeft;
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Da sich aber sein Herz erhob und er stolz und hochmütig ward, ward er vom königlichen Stuhl gestoßen und verlor seine Ehre
Maar toen zich zijn hart verhief, en zijn geest verstijfd werd ter hovaardij, werd hij van den troon zijns koninkrijks afgestoten, en men nam de eer van hem weg.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Du zerstörst seine Reinigkeit und wirfst seinen Stuhl zu Boden.
en Gij hebt zijn troon ter aarde nedergestoten.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Und der HERR hat sein Wort bestätigt, das er geredet hat; denn ich bin aufgekommen an meines Vaters Davids Statt und sitze auf dem Stuhl Israels, wie der HERR geredet hat, und habe gebaut ein Haus dem Namen des HERRN des Gottes Israels,
Zo heeft de HEERE bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis gebouwd den Naam des HEEREN, des Gods van Israel.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Es wird aber ein Stuhl bereitet werden aus Gnaden, daß einer darauf sitze in der Wahrheit, in der Hütte Davids, und richte und trachte nach Recht und fördere Gerechtigkeit.
Want er zal een troon bevestigd worden in goedertierenheid, en op denzelven zal bestendig een zitten in de tent van David, een, die oordeelt en het recht zoekt, en vaardig is ter gerechtigheid.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
so will ich den Stuhl deines Königreichs bestätigen, wie ich mich deinem Vater David verbunden habe und gesagt: Es soll dir nicht gebrechen an einem Manne, der über Israel Herr sei.
Zo zal Ik den troon uws koninkrijks bevestigen, gelijk als Ik een verbond met uw vader David gemaakt heb, zeggende: Geen man zal u afgesneden worden, die in Israel heerse.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Stuhlstoelen
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Wenn ihr den hebräischen Weibern helft, und auf dem Stuhl seht, daß es ein Sohn ist, so tötet ihn; ist's aber eine Tochter, so laßt sie leben.
Wanneer gij de Hebreinnen in het baren helpt, en ziet haar op de stoelen; is het een zoon, zo doodt hem; maar is het een dochter, zo laat haar leven!
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Typische Wortverbindungen und Kollokationen
stehender Stuhl
kreupele stijl
Modal title
...
acholischer Stuhl
acholische faeces
Modal title
...
Grossvater-stuhl
ruststoel
Modal title
...
Stuhl für Zahnbehandlungen
tandartsstoel
Modal title
...
Stuhl mit Schreibklappe
stoel met schrijfblad
Modal title
...
gepolsterter Stuhl mit Armlehne
bridgestoel
Modal title
...
pasasitologische Untersuchung des Stuhls
coprocultuur op parasieten
Modal title
...
3 weitere Verwendungsbeispiele mit "Stuhl"
416 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Er stößt die Gewaltigen vom Stuhl und erhebt die Niedrigen.
Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Da er nun hinaus war, kamen seine Knechte und sahen, daß die Tür verschlossen war, und sprachen: Er ist vielleicht zu Stuhl gegangen in der Kammer an der Sommerlaube.
Als hij uitgegaan was, zo kwamen zijn knechten, en zagen toe, en ziet, de deuren der opperzaal waren in het slot gedaan; zo zeiden zij: Zeker, hij bedekt zijn voeten in de verkoelkamer.
Sachgebiete: Religion
Korpustyp: Bibel
Und ich hörte eine große Stimme von dem Stuhl, die sprach: Siehe da, die Hütte Gottes bei den Menschen! und er wird bei ihnen wohnen, und sie werden sein Volk sein, und er selbst, Gott mit ihnen, wird ihr Gott sein;
En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn.