ausschlagen |
slaan
uitslaan uitlopen |
Ausschlagen |
pletten
overpompen |
ausschlagen |
uitbotten
schieten opkomen botten |
ausschlagen |
uitstoelen
|
ausschlagen |
opvolging weigeren 1
wil
voorbij laten gaan genieën niet doen af slaan eruit bang zeggen tegen seks afslaan bij laten lopen doorslaan uit slaan uitspruiten hij uitslaan afwijst weigeren laten gaan nee zeggen afslaan afwijzen |
eine Erbschaft ausschlagen |
een nalatenschap verwerpen
een erfenis verwerpen |
ausschlagen und sortieren |
sorteren
|