Wir müssen die Zielperson an dieses Telefon locken.
Bij dat telefoontoestel kunnen we ons doelwit ongehinderd neerleggen.
Korpustyp: Untertitel
Und hier etwa steht das Telefon.
Het kruisje is het telefoontoestel.
Korpustyp: Untertitel
telefonde telefoon
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
schließt ihn an's telefon an, und werft fünf dollar in 25-Cent-Stücken ein.
Verbind 't met detelefoon en gooi 5 dollar aan kwartjes in de gleuf.
Korpustyp: Untertitel
Lass meine Ex-Frau rund um die Uhr überwachen undzapfihr telefon an.
Laat het huis van mijn ex vrouw voortdurend bewaken. Laat ook detelefoon afluisteren.
Korpustyp: Untertitel
telefonn telefoontje plegen
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Ich brauch dich im Gericht und ich brauch das telefon.
Ga de zaal nou binnen. lk moet 'n telefoontje plegen.
Korpustyp: Untertitel
telefonwist
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
- Aber die anderen... (telefon klingelt)
Dat wist ik toch niet, twee dagen geleden.
Korpustyp: Untertitel
telefonbellen
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Schatz, hor auf! Ich brauch das telefon.
Vooruit, ik moet iemand bellen.
Korpustyp: Untertitel
Telefonbelde
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Wir haben sein Telefon angezapft!
Een hoer belde op.
Korpustyp: Untertitel
- Der Mann am Telefon... hat gesagt, dass dein Freund Coach Buzzer im Himmel ist. Ich hab versucht, Himmel mit dem Napfi zu finden... damit du ihn besuchen kannst.
Een man belde en ze zei dat je vriend Buzzer in de hemel is... en ik wou hemel in de Navi vinden, zodat je hem kon bezoeken.
Korpustyp: Untertitel
- Du klangst merkwürdig am Telefon.
Je klonk vreemd toen ik je belde.
Korpustyp: Untertitel
Sie machte einen gehetzten Eindruck am Telefon.
Ze leek opgejaagd toen ze belde, vannacht.
Korpustyp: Untertitel
Die Kinder, die sie über Telefon gehört haben, waren zur Zeit... der Verhandlungen schon tot. Die Stimmen stammen von diesen Aufnahmen.
De stemmen van de kinderen die u hoorde terwijl u met die man belde stonden op video.
Korpustyp: Untertitel
War sie hier? Nein. Sie tobte am Telefon.
- Ze belde, ze was een beetje opgefokt.
Korpustyp: Untertitel
Was hat er am Telefon gesagt?
Wat zei hij toen hij belde?
Korpustyp: Untertitel
Am Telefon hatte ich... das Gefühl, dich quält etwas... deshalb dachte ich, ich komme mal vorbei.
Toen ik met je belde voelde ik dat er iets was dus ik dacht, ik ga even langs.
Korpustyp: Untertitel
Das ist nicht mein Telefon.
Lief dat je niet belde.
Korpustyp: Untertitel
Das war nicht Gredenko am Telefon.
Gredenko belde mij niet.
Korpustyp: Untertitel
Telefontelefoon opnemen
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Geht mal jemand an das blöde Telefon?
Kan iemand die verdomde telefoonopnemen?
Korpustyp: Untertitel
- Geh niemals ans Telefon.
Nooit de telefoonopnemen.
Korpustyp: Untertitel
Weißt du, wieso Menschen in Japan am Telefon immer mit "Moshi moshi" antworten?
Weet je waarom Japanners de telefoonopnemen met "moshi moshi"?
Korpustyp: Untertitel
Geht jemand ans Telefon?
Laat iemand de telefoonopnemen.
Korpustyp: Untertitel
- Geh doch mal jemand ans Telefon!
Laat iemand die verdomde telefoonopnemen.
Korpustyp: Untertitel
Könnte jemand ans Telefon gehen?
Kan iemand de telefoonopnemen, a.u.b.?
Korpustyp: Untertitel
Wer Sie auch sind, wenn das hier funktionieren soll, gehen Sie sofort ans Telefon.
Wie je ook bent, als je wil dat dit goed komt, dan moet je nu de telefoonopnemen.
Korpustyp: Untertitel
Lassen Sie mich ans Telefon, sonst kommt der Anrufer vielleicht her.
Laat me de telefoonopnemen. Ze verwachten dat ik zelf opneem.
Korpustyp: Untertitel
Falls sie überhaupt jemals ans Telefon gehen.
Als ze al de telefoon willen opnemen.
Korpustyp: Untertitel
Gehst du nicht mehr ans Telefon seit deinem 100. Geburtstag?
Je moet wel je telefoonopnemen, op je 100ste verjaardag?
Korpustyp: Untertitel
Telefonmobieltje
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Und wenn irgendein Telefon an ist, wie kontaktieren wir sie dann überhaupt, sie befinden sich in 11km Höhe?
En zelfs al staat iemands mobieltje aan, hoe bereiken we die op 11 km hoogte?
Korpustyp: Untertitel
Händler schalten ihr Telefon nie aus.
Die zetten nooit hun mobieltje uit.
Korpustyp: Untertitel
Dein Telefon hat geklingelt, ich kam aber nicht dran.
Je mobieltje ging, maar ik kon er niet bij.
Korpustyp: Untertitel
Die Aufnahme läuft und du schaltest dein Telefon nicht aus?
We filmen en jij hebt je mobieltje aan?
Korpustyp: Untertitel
Nun, die Frage lautet: Wo befindet sich ihr Telefon jetzt?
De vraag is waar is het mobieltje nu?
Korpustyp: Untertitel
So oder so, aller Wahrscheinlichkeit nach hat der Mörder ihr Telefon.
Hoe dan ook, de moordenaar heeft het mobieltje.
Korpustyp: Untertitel
"Harry Watson", ganz klar ein Familienmitglied, das Ihnen sein altes Telefon gab.
Harry Watson. Duidelijk familie. Hij gaf zijn oude mobieltje.
Korpustyp: Untertitel
Leg das Telefon in den Koffer und schmeiß ihn weg.
Leg je mobieltje in de koffer, en laat alles achter.
Korpustyp: Untertitel
Glücklicherweise hat mein Telefon die volle Wucht deines Zorns abbekommen, denn du hast sehr nachdrücklich klar gemacht, dass du nicht wolltest, dass man dir folgt, als ich versuchte dich aufzuhalten, beim Zurückgehen in die Löwengrube.
Godzijdank was mijn mobieltje je doorn in het oog... want je maakte het zeer duidelijk dat je niet gevolgd wilde worden... toen ik je wilde tegenhouden opnieuw de leeuwenkuil in te stappen.
Korpustyp: Untertitel
- Ich denke, ich brauche ihr Telefon.
- lk denk dat ik je mobieltje nodig ben.
Korpustyp: Untertitel
Telefontelefoon aan
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Gib ihm das Telefon.
Geef de telefoonaan hem.
Korpustyp: Untertitel
Schlaf mit angestelltem Telefon.
Dus slaap met je telefoonaan.
Korpustyp: Untertitel
Ich wollte mein Telefon holen.
lk was net mijn telefoonaan het pakken.
Korpustyp: Untertitel
Und ich nahm das Telefon ab.
En ik nam de telefoonaan, niet jij.
Korpustyp: Untertitel
Trinken Sie Tee, beantworten Sie das Telefon, backen Sie einen Kuchen.
Drink een kopje thee, neem de telefoonaan, bak een taart.
Korpustyp: Untertitel
Mom! Geh ans Telefon und komm nicht runter.
Sorry, neem de telefoonaan en kom niet naar beneden.
Korpustyp: Untertitel
Ist Ihr Telefon an?
- ls je telefoonaan?
Korpustyp: Untertitel
Legen Sie es wieder an und schalten Sie das Telefon.
- Doe het terug en zet de telefoonaan.
Korpustyp: Untertitel
Stellt man das Telefon an, verlässt das Haus, dann denken alle, man wäre noch dort.
Zet de telefoonaan, laat hem thuis... iedereen denkt dat je daar nog bent.
Korpustyp: Untertitel
Lisa, nimm das Telefon.
Lisa, neem de telefoonaan.
Korpustyp: Untertitel
Telefonnummer
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
- Mein Telefon? - Will meines nicht benutzen.
Mijn nummer kan herkend worden.
Korpustyp: Untertitel
- Was macht der an Ihrem Telefon?
Waarom heeft hij uw nummer?
Korpustyp: Untertitel
Ich weiß nicht, wie ich sie erreichen soll, und ihr Telefon ist abgemeldet.
lk kan haar niet bereiken. Haar nummer is afgesloten.
Korpustyp: Untertitel
Mrs. Underwood hat mir das Telefon gegeben, aber...
Mw Underwood gaf me dit nummer, maar...
Korpustyp: Untertitel
Weil das Telefon dafür da ist.
Daar is dit nummer voor.
Korpustyp: Untertitel
Ihr Flachhirne, welche Nummer hat das Telefon in meinem Auto?
Verdomme, wat is het nummer in mijn auto?!
Korpustyp: Untertitel
Welche Nummer hat das verdammte Telefon in meinem Auto?
Wat is het nummer in mijn auto, verdomme?
Korpustyp: Untertitel
Zapfen Sie das Telefon an. Und ich will alle Anrufe der letzten Monate.
Vind mij het nummer dat hij het meest gebeld heeft de afgelopen maanden.
Korpustyp: Untertitel
Eli ruft auf diesem Telefon an und ich will ihn nicht verpassen.
- Eli belt dit nummer en die wil ik niet missen.
Korpustyp: Untertitel
Ich rufe dich auf diesem Telefon an, sobald wir eine Entscheidung getroffen haben.
lk bel je op dit nummer als we eruit zijn.
Korpustyp: Untertitel
TelefonGSM
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Wir finden jemanden mit einem altmodischen analogen Telefon.
We zoeken iemand met een ouderwetse analoge GSM.
Korpustyp: Untertitel
Also bewegen Sie Ihren Hintern, finden Sie einen Flugbegleiter und sagen Sie ihnen, dass Ihr Telefon der Pilot bekommt.
Sta op, praat met een stewardess en breng je GSM bij de piloot.
Korpustyp: Untertitel
Okay, ich musste das Telefon wechseln.
lk moest wisselen van GSM.
Korpustyp: Untertitel
Ich nehme das Telefon.
Geef mij maar die GSM.
Korpustyp: Untertitel
Gib mir nur mein Telefon zurück.
Geef gewoon mijn GSM terug.
Korpustyp: Untertitel
"Gib mir mein Telefon zurück"?
"Geef mijn GSM terug"?
Korpustyp: Untertitel
Sorry. Gib mir bitte mein Telefon zurück.
Sorry, geef mijn GSM terug, alsjeblieft.
Korpustyp: Untertitel
Du solltest mir mein Telefon zurückgeben, aber hast du nicht, also...
Je zou me mijn GSM teruggeven, maar je was er niet dus...
Korpustyp: Untertitel
Kate ist also weg, aber ihr Telefon ist dort.
Dus Kate is weg, maar haar GSM ligt daar.
Korpustyp: Untertitel
Hier ist Wexlers Telefon.
Hier is Wexler's GSM.
Korpustyp: Untertitel
Telefontelefoontje
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Oder du sprichst ins Telefon und 100 Tanker fahren nach Persien.
Eén telefoontje en er gaan 100 tankers naar Perzië.
Korpustyp: Untertitel
Wir müssen zu einem Telefon und Sie rufen die CIA an.
Je moet naar een telefoontje plegen. - lk heb geen- - Je moet de geheime dienst bellen.
Korpustyp: Untertitel
Es war spät, wenn ich das Telefon von Fay und ich sah Arbitrum ATM Website.
Het is laat als ik een telefoontje van Fay krijg. En ik toegang kan krijgen tot de website van Arbitron.
Korpustyp: Untertitel
Eines garantiere ich dir du wirst ausbluten, bevor die Polizeileitstelle überhaupt ans Telefon geht.
lk kan je wel dit garanderen, je zult doodbloeden voordat de centralist van 112 't telefoontje krijgt.
Korpustyp: Untertitel
Na ja, warte nicht neben dem Telefon.
Blijf maar niet wachten op een telefoontje.
Korpustyp: Untertitel
Dauert-- Ich weiß es ist frustrierend, aber anstatt dich selbst verrückt zu machen und aufs Telefon zu warten, könntest du wieder arbeiten.
lk weet dat het frustrerend is maar misschien in plaats van gek worden wachtend op een telefoontje, zou je kunnen gaan werken.
Korpustyp: Untertitel
Man weiß nicht, was ihm am Telefon gesagt wurde.
We weten niet wat iemand tegen hem zei tijdens dat telefoontje.
Korpustyp: Untertitel
- Sollen wir Telefon spielen?
- Wil je telefoontje spelen?
Korpustyp: Untertitel
Erst als er am Telefon erfuhr, was passiert war.
Niet eerder dan toen hij het telefoontje kreeg over wat er gebeurde.
Korpustyp: Untertitel
Wartet im Hotel neben dem Telefon.
Wacht in het hotel op een telefoontje.
Korpustyp: Untertitel
Telefonspreken
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Hol ein verdammtes Mitglied ans Telefon!
lk wil godverdomme een Iid spreken.
Korpustyp: Untertitel
Ja, holst du ihn mal ans Telefon?
Mag ik hem even spreken?
Korpustyp: Untertitel
Er erwartet Rossler am Telefon.
Hij verwacht met hem te kunnen spreken.
Korpustyp: Untertitel
Pardon, Sie werden am Telefon verlangt. Ihr Verlobter.
Uw verloofde wil u dringend spreken.
Korpustyp: Untertitel
Das ist nich dein Telefon.
Fijn om je zogenaamd te spreken.
Korpustyp: Untertitel
Es hat gedauert, aber ich bekam Detective Cho ans Telefon.
Het kostte moeite maar ik kon rechercheur Cho spreken.
Korpustyp: Untertitel
Knall den Hörer auf das Telefon.
Die hoef ik niet meer te spreken.
Korpustyp: Untertitel
- Das will ich per Telefon wissen.
- lk moet iemand spreken.
Korpustyp: Untertitel
Ava, Schatz, dein Vater ist am Telefon.
Ava, je vader wil je spreken.
Korpustyp: Untertitel
Telefontelefoons
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Als Telefon und Telegraf ausstiegen, blieb noch das Radio... aber auch das erlag den Störungen, die der Sonnenexplosion folgten.
Toen de telefoons niet meer werkten... en de radio het alleen moest doen, viel ook dat medium ten prooi... aan de toenemende verstorende invloed van de zon.
Korpustyp: Untertitel
- Sag Mr Garrett, dass wir Probleme mit dem Telefon haben.
Garrett zeggen dat de telefoons het niet doen.
Korpustyp: Untertitel
Inklusive Telefon, Boxen, Tafeln und Telegraf.
Telefoons, cellen, borden en 'n telegraaf.
Korpustyp: Untertitel
Auf unseren Telefon fernsehen, bis Kriminelle zurückkommen und uns im Schlaf erschlagen.
Tv-kijken op onze telefoons tot de boeven terugkomen... en ons doodslaan in onze slaap.
Korpustyp: Untertitel
Es gibt kein Telefon, keinen Strom, kein fließendes Wasser, gar nichts.
Er zijn geen telefoons, geen elektriciteit, geen lopend water, niks.
Korpustyp: Untertitel
Ich sag dir, die Bullen haben das Telefon angezapft.
lk weet zeker dat de politie onze telefoons afluistert.
Korpustyp: Untertitel
Wir haben Zugriff zu allen Bereichen - Telefon, Stromversorgung, Wasser, Nuklear.
Meneer, we hebben toegang tot het hele systeem. Telefoons, water, energie...
Korpustyp: Untertitel
Du kannst die Hälfte der Eltern während des Spiels nicht dazu bringen, vom Telefon auf zu blicken.
De helft van de ouders kijkt niet eens op vanaf hun telefoons tijdens het spel.
Korpustyp: Untertitel
OCCB hatte sein Telefon verwanzt.
OCCB heeft een tap op zijn telefoons.
Korpustyp: Untertitel
Telefongebeld
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Nachdem Sie mir die Arschkarte zugespielt hatten, fuhren Sie zu einem Telefon.
Nadat je mij voor lul had gezet heb je iemand gebeld.
Korpustyp: Untertitel
Vor ein paar Monaten klingelte mitten in der Nacht das Telefon.
Een paar maanden terug werd ik midden in de nacht gebeld.
Korpustyp: Untertitel
Falls mich jemand am Telefon verlangt, ich bin auf meinem Zimmer.
Als er gebeld wordt, ik ben op mijn kamer.
Korpustyp: Untertitel
Er war der letzte Anruf von Geoffs Telefon.
Hij is de laatste die door Geoff gebeld is.
Korpustyp: Untertitel
Das Telefon klingelt den ganzen Abend.
lk word er de hele avond al over gebeld.
Korpustyp: Untertitel
Ich bin sicher, dass dich jetzt alle wollen. Das Telefon steht sicher nicht still.
lk ben zeker dat iedereen je wil, en er al velen gebeld hebben.
Korpustyp: Untertitel
Wer war das am Telefon?
Wie heeft je daarstraks gebeld?
Korpustyp: Untertitel
Das Telefon klingelte ständig.
Er werd steeds gebeld.
Korpustyp: Untertitel
Genau genommen verbrachte ich den ganzen Morgen mit St. Angela Parish am Telefon, um deren Filmprojektor zu leihen.
lk heb zelfs de hele ochtend met St. Angela gebeld om hun filmprojector te lenen.
Korpustyp: Untertitel
Telefonmobiel
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Sie muss ein Telefon oder einen Organizer gehabt haben.
Ze moet een mobiel of PDA hebben.
Korpustyp: Untertitel
Wissen Sie, ich besitze ein Telefon.
Weet je, ik heb een mobiel.
Korpustyp: Untertitel
Kann ich mir ihr Telefon leihen?
Kan ik je mobiel lenen?
Korpustyp: Untertitel
Kein Telefon bei der Leiche, kein Telefon im Koffer.
Geen mobiel bij het lijk.
Korpustyp: Untertitel
Sie lässt ihr Telefon nie zu Hause.
Ze laat haar mobiel nooit thuis liggen.
Korpustyp: Untertitel
Sie hat ihr Telefon nicht verloren, sie hat es nie verloren.
Ze vergat haar mobiel niet, verloor hem niet.
Korpustyp: Untertitel
Sie hinterließ ihr Telefon, um uns zu ihrem Mörder zu führen.
Ze vergat haar mobiel om ons naar de moordenaar te leiden.
Korpustyp: Untertitel
Ich konnte mein Telefon nicht finden, also benutzte ich Dans. Wie kamen die Mädchen her?
Toen ik weer bij kwam kon ik mijn mobiel niet vinden dus nam ik die van Dan.
Korpustyp: Untertitel
Das Telefon ist immer noch eingeschaltet...
De mobiel is nog aan.
Korpustyp: Untertitel
Telefontelefoon op
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Geh ans Telefon, Vinny!
Neem de telefoonop, Vinny.
Korpustyp: Untertitel
- Er verfolgt mein Telefon.
Hij spoort mijn telefoonop.
Korpustyp: Untertitel
- Weswegen sonst ans Telefon gehen?
Welke andere rede is er om de telefoonop te pakken?
Korpustyp: Untertitel
Dan, geh um Gottes Willen ans Telefon.
Dan, neem in godsnaam de telefoonop.
Korpustyp: Untertitel
Gehe im Dezember nicht ans Telefon.
lk neem in december gewoon nooit de telefoonop.
Korpustyp: Untertitel
Und wenn ich anrufe, gehen Sie ans Telefon.
En als ik je bel, neem dan de telefoonop.
Korpustyp: Untertitel
Gehen Sie nicht ans Telefon.
Neem niet de telefoonop.
Korpustyp: Untertitel
Geh ans Telefon.
Lindsey, neem de telefoonop.
Korpustyp: Untertitel
Jimmy, gehen Sie ans Telefon.
Jimmy, neem de telefoonop.
Korpustyp: Untertitel
Telefonlijn
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Mit welchem Telefon denn genau?
- Welke lijn had je in gedachten?
Korpustyp: Untertitel
Deine Mutter ist am Telefon.
Sorry, je moeder aan de lijn.
Korpustyp: Untertitel
- Wer war das am Telefon?
- Wie had je aan de lijn?
Korpustyp: Untertitel
- Präsident Palmer ist am Telefon.
President Palmer is aan de lijn.
Korpustyp: Untertitel
- Sie sind noch am Telefon.
Ze zijn nog aan de lijn.
Korpustyp: Untertitel
Paul Raines ist am Telefon.
Paul Raines aan de lijn.
Korpustyp: Untertitel
Herr Delvecchio, Herr Ramsey ist am Telefon für Sie.
Meneer Delvecchio, ik heb meneer Ramsey aan de lijn.
Korpustyp: Untertitel
Chicago ist am Telefon.
Chicago aan de lijn.
Korpustyp: Untertitel
Sie bleiben so lange am Telefon, bis ich ja sage, oder?
Je blijft aan de lijn tot ik ja zeg, of niet?
Korpustyp: Untertitel
Telefonbellen
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Und ich habe ein Telefon.
Je had me ook kunnen bellen.
Korpustyp: Untertitel
Und er hatte ein Telefon.
-Hij mocht wel bellen...
Korpustyp: Untertitel
Ich bin am Telefon.
lk sta te bellen.
Korpustyp: Untertitel
- Er besitzt kein Telefon mehr, seit sie GPS-fähig geworden sind.
Kun je die man niet gewoon bellen? - Sinds ze GPS hebben heeft hij er geen meer.
Korpustyp: Untertitel
Ich suche Ihnen ein Telefon, für Ihr Taxi.
lk zal zorgen dat je een taxi kunt bellen.
Korpustyp: Untertitel
Ich werde Häftlinge für Telefon Banken einstellen... damit sie Datenbanken für Geschäfte außerhalb kontrollieren.
lk huur gevangenen in om te bellen en databases bij te houden... van andere bedrijven, derden.
Korpustyp: Untertitel
Wir brauchen ein Telefon.
Nee, we moeten bellen.
Korpustyp: Untertitel
Telefonde telefoon
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Geht denn keiner mehr an sein beschissenes Telefon?
Neemt dan niemand meer detelefoon op, godverdomme!
Korpustyp: Untertitel
Nein, das ist kein Telefon.
Dat is detelefoon niet.
Korpustyp: Untertitel
Ja, ich tippe aufs Telefon.
Ja, ik zweer het op detelefoon.
Korpustyp: Untertitel
Dass sie eines Morgens einfach in der Küche liegt. Telefon in der Hand, Sabber auf dem Boden, verdrehte Augen.
Dat ik haar op een dag op de keukenvloer vind met detelefoon in de hand de mond open en weggedraaide ogen.
Korpustyp: Untertitel
Das Telefon ist nur eine Attrappe und die Fenster haben die falsche Größe.
De telefoon is nep en de ramen hebben een ander formaat.
Korpustyp: Untertitel
Wo ist das verdammte Telefon?
Waar is verdomme detelefoon?
Korpustyp: Untertitel
Telefontelefonisch
Deutsche Sätze
Niederländische Sätze
Ich hab' alles via Telefon erledigt.
lk heb het volledig telefonisch gedaan.
Korpustyp: Untertitel
Wir sprachen am Telefon von ihm.
We hebben het telefonisch over hem gehad.
Korpustyp: Untertitel
Der Virus wird von einem Code kontrolliert, den ich alle zwei Stunden in mein Telefon eingebe.
lk moet elke twee uur telefonisch een code invoeren.