Grenzwert der Ausgangsspannung des Schnittstellensenders bei maximalen Lastbedingungen

grenswaarde van de generator-uitgangsspanning bij maximale belasting

Grenzwert der Ausgangsspannung bei maximalen Lastbedingungen

grenswaarde van de uitgangsspanning bij maximale belasting

Die Lastbedingung „Auslegungsmasse, betriebsbereites Fahrzeug“ muss durch Massenwiegung ermittelt werden.

De belastingsomstandigheid „bedrijfsklaar ontwerpgewicht” moet worden gemeten door het voertuig te wegen.

Wenn ein Fahrzeug als konform mit einem Baumuster (gemäß den Abschnitten 6.2.2.1 und 7.1.3) erklärt wird, darf die gewogenene Gesamtmasse in der Lastbedingung „Auslegungsmasse, betriebsbereites Fahrzeug“ die erklärte Masse für dieses Baumuster, die in der Baumusterprüfbescheinigung oder der Entwurfsprüfbescheinigung der EG-Prüfung ausgewiesen wird, um maximal 3 % überschreiten.

Indien wordt verklaard dat een voertuig met een type overeenstemt (in overeenstemming met de punten 6.2.2.1 en 7.1.3), mag het gewogen totaalgewicht van het voertuig in de belastingsomstandigheid „bedrijfsklaar ontwerpgewicht” het opgegeven totale voertuiggewicht voor dat type dat vermeld wordt in de EG-verklaring van typekeuring of ontwerponderzoek niet met meer dan 3 % overschrijden.

Die Radsatzlast in der Lastbedingung „Auslegungsmasse bei maximaler Zuladung“ stellt den Höchstwert der vorstehend erwähnten Radsatzlast dar.

De aslast in de belastingsomstandigheid „ontwerpgewicht bij een uitzonderlijke nuttige last” vertegenwoordigt de maximale mogelijke waarde van de bovengenoemde aslast.

Das Verhältnis der Radlastdifferenz pro Radsatzwelle Δqj, ist durch die Radlastmessung zu bestimmen, wobei die Lastbedingung „Auslegungsmasse, betriebsbereites Fahrzeug“ zu berücksichtigen ist.

De verhouding van het verschil in wielbelasting per as Dqj, moet worden beoordeeld door de wielbelasting te meten, met inachtneming van de belastingsomstandigheid „bedrijfsklaar ontwerpgewicht”.

Die Lastbedingung „Auslegungsmasse, betriebsbereites Fahrzeug“ wird für jedes (hergestellte) Fahrzeug nach der in EN 14363:2005 Abschnitt 4.5 festgelegten Methode für das Wiegen von Fahrzeugen gemessen.

De belastingsomstandigheid „bedrijfsklaar ontwerpgewicht” moet worden gemeten in overeenstemming met de methode voor het wegen van voertuigen als vastgesteld in EN 14363:2005, punt 4.5 voor elk (gefabriceerd) voertuig.

Die Radlast wird nach EN 14363:2005, Abschnitt 4.5 zur Lastbedingung „Auslegungsmasse, betriebsbereites Fahrzeug“ gemessen.

De wielbelasting moet worden gemeten zoals voorgeschreven in EN 14363:2005, punt 4.5, met inachtneming van de belastingsomstandigheid „bedrijfsklaar ontwerpgewicht”.

Die zu berücksichtigende Anzahl der Fahrgäste wird von der Besetzung unter der Lastbedingung „Auslegungsmasse bei normaler Zuladung“ nach Abschnitt 4.2.2.10 dieser TSI abgeleitet.

Het aantal in aanmerking te nemen reizigers moet worden ontleend aan de bezetting onder de belastingsomstandigheid „ontwerpgewicht bij een normale nuttige last”, volgens punt 4.2.2.10 van deze TSI.

Nummer 4.2.4.5.2 „Notbremsung“ Abschnitt „Berechnung der Verzögerung“ sechster Absatz („Für jede Lastbedingung ...“) wird gestrichen.

In punt 4.2.4.5.2 „Noodremming”, onder „De vertraging berekenen:”, wordt de zesde alinea (Voor elke belastingsomstandigheid ... van deze TSI) geschrapt.

„Wenn diese Notfallvorkehrung eine batteriebetriebene Zwangslüftung vorsieht, sind Messungen durchzuführen, um zu bestimmen, wie lange die CO2-Konzentration unter 10000 ppm bleibt. Dabei ist die Lastbedingung „Auslegungsmasse bei normaler Zuladung“ zugrunde zu legen. Dieser Zeitraum muss mindestens 30 Minuten betragen.“

„Indien deze noodvoorziening via mechanische ventilatie op batterijvoeding wordt geleverd, moeten er metingen worden uitgevoerd teneinde te definiëren hoe lang het CO2-niveau onder 10000 ppm blijft, uitgaande van een reizigersbelasting die wordt afgeleid van de belastingsomstandigheid „ontwerpgewicht bij een normale nuttige last”. Deze duur mag niet korter zijn dan 30 minuten.”.

Das maximale Streckengefälle, die zugehörige Länge und Betriebsgeschwindigkeit, für die das Bremssystem in Bezug zur Wärmekapazität der Bremse ausgelegt ist, muss ebenfalls durch eine Berechnung für die Lastbedingung „Auslegungsmasse bei maximaler Zuladung“ definiert werden, wobei die Betriebsbremse für die Beibehaltung einer konstanten Betriebsgeschwindigkeit eingesetzt wird.

De maximumhelling van de lijn, de desbetreffende lengte en de dienstsnelheid waarvoor het remsysteem ontworpen is met betrekking tot de thermische energiecapaciteit van de rem moeten ook worden gedefinieerd met een berekening voor de belastingsomstandigheid „ontwerpgewicht bij een uitzonderlijke nuttige last”, waarbij de dienstrem gebruikt wordt om de trein op een constante dienstsnelheid te houden.