linguatools-Logo
344 Verwendungsbeispiele

Übersetzungen

[NOMEN]
Rechnung rekening 10.746 factuur 1.256 rekeningen 37 boekhouding 5

Verwendungsbeispiele

Rechnung rekening
 

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Die Mitgliedstaaten sollten jedoch erforderlichenfalls die Möglichkeit haben, bestimmte Vertragsbedingungen zu ändern, um nationalen Vorschriften Rechnung zu tragen.
Zo nodig moeten de lidstaten evenwel worden gemachtigd om bepaalde contractvoorwaarden te wijzigen om rekening te houden met nationale voorschriften.
   Korpustyp: EU DGT-TM
Entschuldigung, Sir, aber die komplette Rechnung wurde von Harvey Specter bezahlt.
Sorry, meneer, maar de rekening is voldaan door een Harvey Specter.
   Korpustyp: Untertitel
Margen auf An- und Verkäufe werden unter „ausdrücklich in Rechnung gestellte und sonstige Finanzdienstleistungen“ erfasst.
Ook marges op koop- en verkooptransacties worden opgenomen onder expliciet in rekening gebrachte en andere financiële diensten.
   Korpustyp: EU DGT-TM
Monster zu jagen bezahlt nicht wirklich die Rechnungen.
Op monsters jagen betaalt niet echt de rekening.
   Korpustyp: Untertitel
Bei dieser Auswahl wurde auch einer gewissen geografischen Streuung der Hersteller in der Gemeinschaft Rechnung getragen.
Hierbij werd ook rekening gehouden met een zekere geografische spreiding van de producenten over de Gemeenschap.
   Korpustyp: EU DGT-TM
Hey, wir müssen alle unsere Rechnungen bezahlen.
Hey, we moeten allemaal onze rekeningen betalen.
   Korpustyp: Untertitel

Typische Wortverbindungen und Kollokationen


vorläufige Rechnung voorlopige rekeningen 5
abschliessende Rechnung definitieve rekening
ausstehende Rechnung nog openstaande rekening
offene Rechnung nog openstaande rekening
unbeglichene Rechnung nog openstaande rekening
gemeinschaftliche Rechnung gezamenlijke rekening
conto a meta
nichtversicherungstechnische Rechnung niet-technische rekening 10
Rechnung no a nomen
fingierte Rechnung pro-forma factuur
gefingeerde rekening
unbezahlte Rechnung onbetaalde rekening 2
unerledigte Rechnung onbetaalde rekening
Druckstoß-Rechnung druk-stoot-berekening
Wahrscheinlichkeits-rechnung waarschijnlijkheidsberekening
waarschijnlijkheids-rekening
Matrizen-Rechnung matrix-factorisatie
laufende Rechnung salarisrekening
gezinsrekening
gewone dienst
betaalrekening
Festpunkt-Rechnung berekening met vaste komma
auslaufende Rechnung run-off rekening
Proforma-Rechnung pro-forma factuur
gefingeerde rekening
Zuverlässigkeit der Rechnung betrouwbaarheid van de rekeningen
Einnahmen-Ausgaben-Rechnung boekhouding op kasbasis
für eigene Rechnung voor eigen rekening 62
Konto in laufender Rechnung rekening-courant
r.c.
Finanziers für eigene Rechnung financiers voor eigen rekening
Transport für eigene Rechnung vervoer voor eigen rekening
eigen vervoer
Analyse der Rechnung onderzoek van de rekening
Abschluß der Rechnung sluiting van de rekeningen
für Rechnung eines Organs voor rekening van een instelling
Tätigkeiten für Rechnung Dritter werkzaamheden voor rekening van derden
Dienstleistungen für Rechnung Dritter werkzaamheden voor derden
dienstverlening voor rekening van derden
Prüfung einer Rechnung verificatie van een rekening
eine Rechnung begleichen een rekening vereffenen 39 een rekening afsluiten
Kautionen für Rechnung Dritter borgtochten voor rekening van derden
eine Rechnung aufstellen een rekening opmaken
eine Rechnung bereinigen een rekening vereffenen

100 weitere Verwendungsbeispiele mit Rechnung

244 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Diese Rechnung.
lk wil niet naar de enge repetitie.
   Korpustyp: Untertitel
Eine alte Rechnung begleichen.
We gaan iets rechtzetten.
   Korpustyp: Untertitel
- Sofort meine Rechnung.
Voor hij beneden komt!
   Korpustyp: Untertitel
Manchmal auf Rechnung arbeiten.
Geef soms op de pof.
   Korpustyp: Untertitel
Ich kenne die Rechnung!
lk weet hoe je moet rekenen.
   Korpustyp: Untertitel
- Eine Rechnung von...
- Het is voor mij.
   Korpustyp: Untertitel
- Die Rechnung ist einfach.
Het is een simpele optelsom.
   Korpustyp: Untertitel
Die Rechnung bezahlt der.
We hoeven geen geld.
   Korpustyp: Untertitel
Sie übernimmt die Rechnung.
Zij zorgt hier voor.
   Korpustyp: Untertitel
Geht auf meine Rechnung.
Hij heeft ze in zijn mond.
   Korpustyp: Untertitel
Ihre Rechnung ist hoch.
-Die loopt uit de hand.
   Korpustyp: Untertitel
- Für die Rechnung?
- Om te betalen?
   Korpustyp: Untertitel
Haben Sie eine Rechnung?
Heb je een bonnetje?
   Korpustyp: Untertitel
Sie übernehmen die Rechnung?
Ga je dit nog betalen?
   Korpustyp: Untertitel
Nur die Rechnung, Süße.
- Nee, dank je.
   Korpustyp: Untertitel
- Wer beglich die Rechnung?
Wie heeft het betaald?
   Korpustyp: Untertitel
Begleichen wir unsere Rechnung.
Wij moeten nog iets uitvechten.
   Korpustyp: Untertitel
Wir übernehmen die Rechnung.
Wij rekenen wel af.
   Korpustyp: Untertitel
Kein Name, keine Rechnung.
Geen namen, geen ontvangsten.
   Korpustyp: Untertitel
- Ist die Rechnung bezahlt?
- Iets niet betaald?
   Korpustyp: Untertitel
Des Teufels Rechnung
The Devil's Arithmetic
   Korpustyp: Wikipedia
- Hier ist eure Rechnung.
- Hier is het bonnetje.
   Korpustyp: Untertitel
- Zahlen Sie die Rechnung?
Ga je betalen?
   Korpustyp: Untertitel
Diese Rechnung kennen wir.
En we weten hoe ze die betaalt.
   Korpustyp: Untertitel
- Verstehen Sie die Rechnung?
Snap je wat ik bedoel?
   Korpustyp: Untertitel
- Die Rechnung ist beglichen.
Daar stonden we quitte over.
   Korpustyp: Untertitel
Bitte die Rechnung unterschreiben.
- Wilt u even tekenen.
   Korpustyp: Untertitel
- Ich habe die Rechnung.
- lk heb de gegevens.
   Korpustyp: Untertitel
Ich zahle meine Rechnung!
lk betaal je kloterekening wel.
   Korpustyp: Untertitel
Geht auf meine Rechnung.
Het was mijn rondje.
   Korpustyp: Untertitel
Wir leben von Rechnung zu Rechnung, weißt du das?
We hebben het niet zo breed.
   Korpustyp: Untertitel
▼M1 b ) Zeitgeldanlagen : --- auf fremde Rechnung oder --- auf eigene Rechnung ;
▼M1 b ) termijndepositodiensten : --- als lasthebber , of --- als lastgever ;
Sachgebiete: Finanz    Korpustyp: EU
Die Rechnung steht noch offen.
We hebben niet betaald.
   Korpustyp: Untertitel
Schreib es auf meine Rechnung.
Schrijf 't even op.
   Korpustyp: Untertitel
Sie werden diese Rechnung begleichen.
Jullie moeten hem terugbetalen.
   Korpustyp: Untertitel
- Hast du die Rechnung noch?
- Heb je de bonnetjes nog?
   Korpustyp: Untertitel
Ist eine einfache Rechnung, nicht?
Je snapt het wel, hè Bob?
   Korpustyp: Untertitel
Ihre Loyalität entsteht ohne Rechnung.
Haar trouw kent geen prijs.
   Korpustyp: Untertitel
Hmm, wir wollen die Rechnung.
- De wc van de kwekerij. Kan ik afrekenen?
   Korpustyp: Untertitel
Die Amazon-Rechnung beweist das.
lk heb een bon om het te bewijzen.
   Korpustyp: Untertitel
Ihr Killerkommando begleicht die Rechnung.
Dan komt je doodseskader in actie.
   Korpustyp: Untertitel
Unsere Rechnung ist nicht aufgegangen.
Onze gok leverde niets op.
   Korpustyp: Untertitel
Ihre Rechnung ist nicht aufgegangen?
ls dat wat je noemt, een gok?
   Korpustyp: Untertitel
Hier ist eine dicke Rechnung.
Ja, dit is een flinke bon.
   Korpustyp: Untertitel
- Der Verlierer zahlt die Rechnung.
De verliezer betaalt het avondeten.
   Korpustyp: Untertitel
Nun gut, auf ihre Rechnung?
Zul je je handtekening gebruiken?
   Korpustyp: Untertitel
- Die Rechnung ist ziemlich einfach.
Wiskunde is best makkelijk.
   Korpustyp: Untertitel
Juice hat keine Rechnung geschrieben.
- Juice rekende er niets voor.
   Korpustyp: Untertitel
Schicken Sie mir die Rechnung.
Deze installatie heeft een hoop geld gekost.
   Korpustyp: Untertitel
Die Rechnung läuft ohne mich.
Dat gaat dus mooi niet door.
   Korpustyp: Untertitel
Die Rechnung gleich hier begleichen?
Het hier uitvechten?
   Korpustyp: Untertitel
Ein Steak auf die Rechnung!
Eén steak van 't huis.
   Korpustyp: Untertitel
Stellen sie es in Rechnung.
Pak het maar in.
   Korpustyp: Untertitel
Die Rechnung wird ganz nass.
Je geld wordt helemaal nat.
   Korpustyp: Untertitel
Die Rechnung war völlig simpel.
Het was duidelijk. Een simpel rekensommetje.
   Korpustyp: Untertitel
Ihr Freund übernahm die Rechnung.
Uw vriend gaf deze cheque.
   Korpustyp: Untertitel
- Es kommt auf die Rechnung.
Jij bent al duur genoeg.
   Korpustyp: Untertitel
Können wir die Rechnung haben?
Kunnen we alsjeblieft afrekenen?
   Korpustyp: Untertitel
Ich brauch' eine richtige Rechnung.
lk wil 'n bon van het restaurant.
   Korpustyp: Untertitel
Heute begleichen wir unsere Rechnung.
Mijn man is dood door jou.
   Korpustyp: Untertitel
Ich habe eine Rechnung weggeworfen.
- lk heb een bonnetje weggegooid.
   Korpustyp: Untertitel
Schau dir diese Rechnung an.
Kijk eens naar deze betaling.
   Korpustyp: Untertitel
Sie haben die Rechnung verloren.
Eerst waren ze de vrachtbrief kwijt.
   Korpustyp: Untertitel
Der geht auf meine Rechnung.
Deze krijg je van mij.
   Korpustyp: Untertitel
- Die Rechnung muss bezahlt werden.
- Maar we moeten wel betalen.
   Korpustyp: Untertitel
Das geht auf seine Rechnung.
Niemand heeft het gezien.
   Korpustyp: Untertitel
- ich muss eine Rechnung begleichen.
lk heb nog een appeltje met iemand te schillen.
   Korpustyp: Untertitel
Setz es auf die Rechnung!
Dat klinkt alsof je het een keer gaat betalen.
   Korpustyp: Untertitel
auf Rechnung und Gefahr des (-)
op risico van (-)
   Korpustyp: EU IATE
Aber wer bezahlt die Rechnung?
Maar wie betaalt ervoor?
   Korpustyp: Untertitel
Der geht auf meine Rechnung!
Die was voor mij!
   Korpustyp: Untertitel
Zahl erst mal deine Rechnung.
Je moest maar eens betalen.
   Korpustyp: Untertitel
Die Rechnung gefällt mir nicht.
lk vind dat geen fijne wiskunde.
   Korpustyp: Untertitel
Schreiben Sie's auf meine Rechnung.
Zet het maar op men account!
   Korpustyp: Untertitel
- Die Rechnung war noch offen.
Dat had je nog te goed, jongen.
   Korpustyp: Untertitel
- während ich die Rechnung bezahle?
Dat kunnen we doen.
   Korpustyp: Untertitel
Ihre Rechnung ging nicht auf.
Dat is ie niet.
   Korpustyp: Untertitel
Ich mach die Rechnung fertig.
lk voer ze vast in.
   Korpustyp: Untertitel
Das geht auf meine Rechnung.
Het komt van mij.
   Korpustyp: Untertitel
- Hätten die Rechnung bezahlen sollen.
Moet je maar betalen.
   Korpustyp: Untertitel
Die Wichser bezahlen ihre Rechnung.
Die klootzak zal boeten.
   Korpustyp: Untertitel
Setz es auf meine Rechnung.
Wil je het voor me opschrijven?
   Korpustyp: Untertitel
Begleicht eure Rechnung mit denen.
Zij zijn de losse eindjes.
   Korpustyp: Untertitel
- Die bezahlte die gestrige Rechnung.
- Nee, die hebben gisteren betaald.
   Korpustyp: Untertitel
Der Gentleman übernimmt die Rechnung.
Die heer betaalt uw drankje.
   Korpustyp: Untertitel
Ich hebe Ihnen Ihre Rechnung."
lk zal uw vekening 'alen."
   Korpustyp: Untertitel
Die Rechnung! Vergiss das Frühstück.
Laat dat maar liggen.
   Korpustyp: Untertitel
- Setz es auf meine Rechnung.
Die van eerder deze week?
   Korpustyp: Untertitel
Begleichen wir die Rechnung jetzt?
Zou je nu willen betalen?
   Korpustyp: Untertitel
Er sandte die Rechnung zurück.
Wist je dat hij collect belde?
   Korpustyp: Untertitel
- Mach uns die Rechnung, Shorty.
Tel maar op, Shorty.
   Korpustyp: Untertitel
Die Rechnung gibt's erst danach.
lk kan je geen water geven als je niets bestelt.
   Korpustyp: Untertitel
Also, unsere Rechnung ist beglichen.
Dus de schuld is vereffend.
   Korpustyp: Untertitel
So eine Rechnung gefällt mir!
- Dat zijn getallen waar ik van hou.
   Korpustyp: Untertitel
- Diese Rechnung muss beglichen werden.
Er moet een afrekening komen.
   Korpustyp: Untertitel
Wer zahlt später die Rechnung?
Maar wie betaalt straks de prijs?
   Korpustyp: Untertitel
Du musst die Rechnung übernehmen.
Jij moet de biertjes betalen.
   Korpustyp: Untertitel
Das kommt zusätzlich in Rechnung.
Zijn loon wordt apart betaald.
   Korpustyp: Untertitel
b ) Zeitgeldanlagen auf fremde Rechnung ;
b ) termijndeposito-diensten als lasthebber ;
Sachgebiete: Finanz    Korpustyp: EU
Abschnitt 3 Ausstellung der Rechnung
Afdeling 3 - Uitreiking van facturen
   Korpustyp: EU DGT-TM