Typische Wortverbindungen und Kollokationen

öffentliches Telefon	openbare betaaltelefoon
mobiles Telefon	zaktelefoon mobilofoon mobiele telefoon
Telefon-Durchwahl	toestel nummer intern nummer doorverbinding
zellulares Telefon	cellulaire telefoon
Telefon-Multiplexer	telefonische multiplexer
Auto-Telefon	autotelefoon
Telefon-Teleservice	telefoon telecommunicatiedienst
Handheld-Telefon	zaktelefoon
tragbares Telefon	zaktelefoon
Telefon Mute	ruisonderdrukking
Telephon,Telefon	telefoon tel Tel. T.
wasserdichtes Telefon	waterdichte telefoon
schnurloses Telefon	draadloze telefoon 1 snoerloze telefoon
Telefon-Rowdy	vernieler van telefooncel
intelligentes Telefon	intelligente telefoon
Telefon-Anrufbeantwortungssystem	telefoonbeantwoorder
"Blaues Telefon"	"Kindertelefoon"
Hände-frei-Telefon	"hands-free"-telefoon
Projekt "drahtloses Telefon"	Project digitale draadloze telefoon
das Telefon abnehmen	de telefoon opnemen 3
Übertragung per Telefon	overdracht door middel van telefoon
Qualität des Telefons	telefoniekwaliteit
FM-Mehrkanal-Telefon	frequentiegemoduleerde meervoudigkanaal-telefonie
Dual-Mode-Telefon	dual-mode mobiel telefoontoestel
Bord-Boden-Telefon	diensttelefoon
Datenübertragung über Telefon	datatransmissie via een telefoonverbinding
Modem mit Telefon	modem met telefoon
Konferenz über Telefon	audioconferentie
elektronische Telefon-Intelligenz	geavanceerde telefonie
Telekommunikationstechniker für Telefon und Telefax	telecommunicatietechnicus voor telefoon en telefax
Netz mit Klimaangaben ueber Telefon	waarnemingsnet met geschakelde telefoonverbinding
Rohre fuer die Telefon-und Sprechanlagenleitungen	telefoon-en huistelfefoonleidingen

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit Telefon

192 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Das Telefon.

Nee, de huistelefoon.

   Korpustyp: Untertitel

Mandy, Telefon!

- Mandy, voor jou.

   Korpustyp: Untertitel

Das Telefon funktioniert. Das Telefon funktioniert.

Dat meisje dat daar lag, was zij een getuige?

   Korpustyp: Untertitel

Geb ihnen das Telefon.

Wat heeft hij met ezels?

   Korpustyp: Untertitel

Geh ans Telefon, Spencer.

Hij kijkt nu naar ons!

   Korpustyp: Untertitel

Jesse, geh ans Telefon.

Jesse, neem op.

   Korpustyp: Untertitel

Ich geh ans Telefon.

lk moet dat opnemen.

   Korpustyp: Untertitel

Hol ihn ans Telefon.

Geef hem maar even.

   Korpustyp: Untertitel

- Die Telefone gehen nicht.

- Alle lijnen zijn dood, sir.

   Korpustyp: Untertitel

- Hol ihn ans Telefon.

Heeft Tig Wendy weggebracht?

   Korpustyp: Untertitel

(Telefon) Ich liebe dich.

Je spreekt met Stan.

   Korpustyp: Untertitel

Pete ans Telefon, bitte.

- Pete, let op.

   Korpustyp: Untertitel

Dort drüben, am Telefon.

- Aan het telefoneren.

   Korpustyp: Untertitel

Geh nicht ans Telefon!

- lk weet het gewoon.

   Korpustyp: Untertitel

Halte ihn am Telefon.

Houd hem aan de praat.

   Korpustyp: Untertitel

- War Luke am Telefon?

Heb je Luke gezien?

   Korpustyp: Untertitel

Geh ans Telefon.

Neem eens op, Margaret.

   Korpustyp: Untertitel

Kontrollieren Sie ihr Telefon?

U heeft nooit haar sms'jes gecontroleerd?

   Korpustyp: Untertitel

Halten Sie das Telefon.

lk wil graag dat hij me aardig vindt.

   Korpustyp: Untertitel

- Weg vom Telefon!

Donder 'n end op.

   Korpustyp: Untertitel

Das Telefon geht nicht.

Zou u dat willen doen?

   Korpustyp: Untertitel

Ihr Telefon ist abgeschaltet.

- Ze is niet bereikbaar.

   Korpustyp: Untertitel

Hol E ans Telefon.

Bel E voor mij.

   Korpustyp: Untertitel

Hol Joey ans Telefon.

- Geef me Joey even.

   Korpustyp: Untertitel

- Alle Telefone sind tot.

-Alle telefoonlijnen zijn dood.

   Korpustyp: Untertitel

Das Telefon war abgestellt.

Wat is er gebeurd?

   Korpustyp: Untertitel

Ich warte beim Telefon.

lk reken op je.

   Korpustyp: Untertitel

- Das Telefon her!

Dat was de krant.

   Korpustyp: Untertitel

-Mrs. Putney am Telefon.

- Mrs Putney voor u.

   Korpustyp: Untertitel

- Geh ans Telefon, Dummkopf.

Neem op, sukkel.

   Korpustyp: Untertitel

Das CID überprüft Telefone.

De CID doet 'n telefooncontrole.

   Korpustyp: Untertitel

James! Geh ans Telefon!

James, neem op.

   Korpustyp: Untertitel

Geh ans Telefon.

Het is de groene knop.

   Korpustyp: Untertitel

Öffentliches Telefon im Wasserpark.

Telefooncel bij de hamburger-kraam in Aquatic Park.

   Korpustyp: Untertitel

*Ein Telefon klingelt.* Ja.

Wat is dat nou weer?

   Korpustyp: Untertitel

Mia ist am Telefon.

lk heb Mia voor je.

   Korpustyp: Untertitel

- Mein Telefon klingelt.

Doe de deur open.

   Korpustyp: Untertitel

Romeo, geh ans Telefon.

Vooruit, Romeo, neem nou op.

   Korpustyp: Untertitel

- Nicht am Telefon.

- Ja, en?

   Korpustyp: Untertitel

(Telefon klingelt) Ja?

Buiten ermee! Ja?

   Korpustyp: Untertitel

- Geh ans Telefon.

-Em, neem op.

   Korpustyp: Untertitel

Hol Walsh ans Telefon.

Bel Walsh voor me.

   Korpustyp: Untertitel

- Powers am Telefon.

Powers...

   Korpustyp: Untertitel

Ihr Telefon wurde abgehört.

Ze luisterden vast af.

   Korpustyp: Untertitel

- Telefon bezahlt? - Dummerweise nicht.

- Heb je de telefoonrekening betaald?

   Korpustyp: Untertitel

Ich habe kein Telefon.

- Heb ik niet.

   Korpustyp: Untertitel

- Vince, weg vom Telefon!

- Vince, hang op.

   Korpustyp: Untertitel

Andere haben auch Telefon.

Niet hier. ln de keuken.

   Korpustyp: Untertitel

* Das Telefon klingelt.

Ze komt elke donderdag.

   Korpustyp: Untertitel

* Das Telefon klingelt.

Wat een vrouw is dat.

   Korpustyp: Untertitel

Ja, ein Telefon.

- Ja, waar is die?

   Korpustyp: Untertitel

Überprüft das Telefon.

Iemand moet de telefoonlijn proberen.

   Korpustyp: Untertitel

Sie verliert ihr Telefon.

De Schutter ziet haar.

   Korpustyp: Untertitel

Geh ans Telefon.

- Ga terug naar de huistelefoon.

   Korpustyp: Untertitel

- Hol ihn ans Telefon.

- Geef hem even.

   Korpustyp: Untertitel

Adresse, Telefon, irgendwas?

Adres, telefoonnummer, om het even wat.

   Korpustyp: Untertitel

- Hol sie ans Telefon.

- Haal haar even.

   Korpustyp: Untertitel

Verdammt, beantworte das Telefon!

- Neem verdomme op.

   Korpustyp: Untertitel

- Ja, am Telefon.

- Spreekt u mee.

   Korpustyp: Untertitel

[Telefon oder Helpdesk]

[Telefoonnummer of helpdesk]

   Korpustyp: EU DGT-TM

- Telefone, Sicherheitssysteme, alles!

Alle beveiligingssystemen werken. We hebben 't!

   Korpustyp: Untertitel

- Danke. (Telefon läutet)

Dank je, Leo.

   Korpustyp: Untertitel

Keine Zahlen am Telefon.

Zeg maar een tijd.

   Korpustyp: Untertitel

Telefon." Ich danke Ihnen.

De demo is ten einde.

   Korpustyp: Untertitel

* Ein Telefon klingelt.

lk vind ze mooi.

   Korpustyp: Untertitel

Die Telefone wurden abgehört.

Dat was niks bijzonders.

   Korpustyp: Untertitel

Da ist ein Telefon.

Precies wat we nodig hebben, man.

   Korpustyp: Untertitel

Das Telefon ist tot.

Er is geen kiestoon.

   Korpustyp: Untertitel

(Telefon) Bin im Gespräch.

lk ben in een vergadering.

   Korpustyp: Untertitel

Marie, Telefon für dich.

Marie, voor jou.

   Korpustyp: Untertitel

Hol Amanda ans Telefon.

Bel Amanda voor me.

   Korpustyp: Untertitel

Stell das Telefon aus!

Hang verdomme op! Hang op!

   Korpustyp: Untertitel

Das Telefon funktioniert ferngesteuert.

Hij werkt op afstand.

   Korpustyp: Untertitel

In dringenden... (TELEFON WÄHLT)

Als het dringend is, probeer dan...

   Korpustyp: Untertitel

- Dort ist ein Telefon!

Er is een telefooncel op de hoek!

   Korpustyp: Untertitel

Geht das Telefon jetzt?

Lukt het met de telefoonlijnen?

   Korpustyp: Untertitel

- Das Telefon ist hier.

- Daar is het.

   Korpustyp: Untertitel

Sein Telefon ist abgestellt.

lk ging vandaag bij hem langs.

   Korpustyp: Untertitel

(aus dem Telefon) Zimmerservice.

-Room service.

   Korpustyp: Untertitel

Wer war am Telefon?

O, wie dat was?

   Korpustyp: Untertitel

- Gib ihm das Telefon.

- Geef hem maar even.

   Korpustyp: Untertitel

Gio, geh ans Telefon.

Neem nu op, alsjeblieft.

   Korpustyp: Untertitel

Jedes Telefon wird abgehört.

Elke telefoonlijn wordt afgeluisterd.

   Korpustyp: Untertitel

- Gib mir dein Telefon.

Dit moet je zien.

   Korpustyp: Untertitel

Wer ist am Telefon?

Met koorts. - Wie is dat?

   Korpustyp: Untertitel

Weg mit dem Telefon.

Leg de hoorn neer.

   Korpustyp: Untertitel

Kehoe, geh ans Telefon.

Neem op, Kehoe.

   Korpustyp: Untertitel

Sheryl, geh ans Telefon!

Sheryl, neem op, verdomme!

   Korpustyp: Untertitel

Monana, Telefon für dich.

Voor jou, Monana.

   Korpustyp: Untertitel

Halt ihn am Telefon.

We moeten bij elkaar blijven.

   Korpustyp: Untertitel

Wieso machen Telefone das?

Waarom stopt hij steeds?

   Korpustyp: Untertitel

Wo ist das Telefon?

Waar is die klotetelefoon?

   Korpustyp: Untertitel

Das Telefon ist tot.

De batterij is leeg.

   Korpustyp: Untertitel

Ich geh ans Telefon.

lk neem even op.

   Korpustyp: Untertitel

- Die letzten Tage... (Telefon)

- lk begrijp wel wat je bedoelt.

   Korpustyp: Untertitel

- Wo gibt's 'n Telefon?

Laten we een telefooncel vinden.

   Korpustyp: Untertitel

Jemand nahm das Telefon.

Iemand heeft de hoorn gepikt.

   Korpustyp: Untertitel

- Das Telefon ist tot.

- lk krijg geen kiestoon.

   Korpustyp: Untertitel

C.K., Telefon für dich.

Het is voor jou.

   Korpustyp: Untertitel

- Nein, nicht das Telefon.

Nee, niet de 'ik-ben-aan-'t-telefoneren truc.

   Korpustyp: Untertitel