linguatools-Logo
164 Verwendungsbeispiele

Übersetzungen

[NOMEN]
Teller bord 774 schotel 12 roefel
roefelbuis
schijf
balgplaat
roefeltje

Computergenerierte Übersetzungsvorschläge

Teller borden 65 teller 15 schaal 13 bordje 8 eten 6 plaat 5

Verwendungsbeispiele

Teller bord
 

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Der Verbraucher in Europa will solche Lebensmittel nicht auf seinem Teller haben.
De Europese consument wil dergelijk voedsel helemaal niet op zijn bord hebben.
   Korpustyp: EU
Marcus, bringst du uns einen Teller für die Kekse?
Marcus, pak een bord en leg deze koekjes erop.
   Korpustyp: Untertitel
Vom Stall bis auf den Teller sollten die Kriterien zur Herstellung unserer Nahrung sehr klar definiert sein.
Van boer tot bord moeten de criteria voor de productie van onze levensmiddelen heel duidelijk gedefinieerd zijn.
   Korpustyp: EU
Tina, bitte leere den Teller in den Mülleimer.
Tina... leeg alsjeblieft je bord in de vuilnisbak.
   Korpustyp: Untertitel
Wem gereichen diese Zusatzstoffe, diese chemische Invasion auf unseren Tellern, zum Vorteil?
Wie heeft er baat bij deze additieven, deze chemische invasie op ons bord?
   Korpustyp: EU
- Wunderbar. Tu mir einen Gefallen und hole die guten Teller.
Wil jij dan even de mooie borden voor 't bezoek halen?
   Korpustyp: Untertitel

Typische Wortverbindungen und Kollokationen


Gamow-Teller-Auswahlregeln selectieregels van Gamow en Teller
Kollergang mit umlaufendem Teller molen met draaiende trommel
Kollergang mit feststehendem Teller molen met stilstaande trommel
molen met stilstaande bodem
Teller des Kollergangs bodem van de kollermolen

100 weitere Verwendungsbeispiele mit Teller

64 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Bring noch einen Teller.
- Een flinke portie.
   Korpustyp: Untertitel
-Wo ist sein teller?
Waar is 't dienblad?
   Korpustyp: Untertitel
Gib mir deinen Teller.
Waarom ga je niet slapen?
   Korpustyp: Untertitel
Das war sein Teller.
Hij bewaarde zijn kleding daar.
   Korpustyp: Untertitel
Sind noch Teller da?
Wil iemand nog een stukje?
   Korpustyp: Untertitel
Dieser Berg schmutziger Teller!
Wat een berg afwas.
   Korpustyp: Untertitel
- Es gingen Teller kaputt.
- Wel er is wat huisraad gebroken.
   Korpustyp: Untertitel
Alles ausser dem vegetarischen Teller.
Alles behalve die groente mix.
   Korpustyp: Untertitel
- Der Teller war doch rund.
- Het stond recht voor hem.
   Korpustyp: Untertitel
Ich habe den Teller zerbrochen.
lk sloot me af.
   Korpustyp: Untertitel
- Oh, zerbrechen Sie die Teller!
Oh, breek al het servies!
   Korpustyp: Untertitel
- Teller waschen reicht für ihn.
Afwassen is meer dan genoeg voor hem.
   Korpustyp: Untertitel
Du glotzäugige, Teller schleckende Müllschluckerin.
Stomme, sullige luilak.
   Korpustyp: Untertitel
Ich mache ihr einen Teller.
lk bewaar wat voor haar.
   Korpustyp: Untertitel
Sie müssen vom Teller hüpfen.
Ze moeten uit de pan springen van versheid.
   Korpustyp: Untertitel
Sie hat John Teller umgebracht!
Ze wilde Clay vast ook vermoorden.
   Korpustyp: Untertitel
Barbie, überall wackeln die Teller.
Barbie, de zee wordt ruwer.
   Korpustyp: Untertitel
Sie frißt an unserem Teller.
Een rat met twee grote stukken kaas.
   Korpustyp: Untertitel
Das ist Tellers behinderte Schwester.
Dat is Tiller zijn wazige zus.
   Korpustyp: Untertitel
- Soll ich Ihre Teller abräumen?
Zal ik maar even afruimen?
   Korpustyp: Untertitel
Iss den Teller nicht mit.
Je hoeft niet te schrapen.
   Korpustyp: Untertitel
Mach mir 'nen Teller Minestrone!
Maak 'n kom minestrone voor me!
   Korpustyp: Untertitel
Ich hole einen neuen Teller.
Hier .. ik word werkloos.
   Korpustyp: Untertitel
Teller brauchen wir heute nicht.
Die zijn niet nodig vandaag.
   Korpustyp: Untertitel
Sie wäscht Teller ab, weißt du.
Ze deed de afwas, weet je.
   Korpustyp: Untertitel
Mama, wir brauchen einen Teller mehr.
Mama, nog een bestek.
   Korpustyp: Untertitel
Er stand dir keinen Teller nach.
Hij vreet net zoveel als jij.
   Korpustyp: Untertitel
Die Sauce bitte auf einem extra teller.
Leg de saus aan de kant.
   Korpustyp: Untertitel
Ich hab Teller gewaschen und nachts gejammt.
lk waste af en na het werk jamde ik wat.
   Korpustyp: Untertitel
Ich glaube, ich nehme den vegetarischen Teller.
- Ja, doe maar die groente mix.
   Korpustyp: Untertitel
- Das wäre toll. - Ich hole Teller.
- Dat is een goed idee.
   Korpustyp: Untertitel
- Chuck, wieso wäschst du die Teller?
Chuck, waarom doe je de afwas?
   Korpustyp: Untertitel
Drei Teller für Ruth, Howard und Bill.
Voor Ruth, Howard en Bill.
   Korpustyp: Untertitel
Selbstmord angerichtet auf einem Teller" Sabbath.
Zelfmoord gaat langzaam met drank.
   Korpustyp: Untertitel
Die Teller müssen zum Schluss blitzblank sein.
Als het schoon moet zijn, moet je zwoegen.
   Korpustyp: Untertitel
Ich will den Teller sauber sehen.
DE SLOPPENWIJKEN INGAAN EN DE LIJKEN OP DE GROND LATEN LIGGEN.
   Korpustyp: Untertitel
Es war eine Gabel auf dem Teller.
- lk heb je hier een vork bij gegeven.
   Korpustyp: Untertitel
vielleicht bringe ich ihr einen Teller Milch.
misschien breng ik haar een schoteltje melk.
   Korpustyp: Untertitel
Das geht dich nichts an, Teller!
Houd je erbuiten.
   Korpustyp: Untertitel
Kann ich einen Teller dafür haben?
Mag ik een kom daarvoor?
   Korpustyp: Untertitel
Ich räume schon mal die Teller weg.
lk heb eens een ijsberg gezien.
   Korpustyp: Untertitel
Und wir wollen Tausende dieser Teller verkaufen.
We willen duizenden ervan verkopen.
   Korpustyp: Untertitel
- Würden Sie mir Ihren Teller reichen?
Geefje gehaktbrood even aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Du musst wieder zurück auf den Teller.
Kruip maar terug binnen de lijntjes.
   Korpustyp: Untertitel
- Warum steht hier nur ein Teller?
- Waarom is de tafel voor een gedekt?
   Korpustyp: Untertitel
die doppelte Portion Kartoffelbrei auf seinem Teller.
hij schept extra puree op. Hij is knap.
   Korpustyp: Untertitel
Oh, soll Thomas Ihnen einen Teller machen?
Wil je dat Thomas jou ook wat maakt?
   Korpustyp: Untertitel
Nichtvergessen, 'ne Münze aufden teller zu legen.
Gooi 'n kwartje in het schoteltje.
   Korpustyp: Untertitel
Mein Dad hat nur den Teller.
Mijn vader heeft maar één ding.
   Korpustyp: Untertitel
- Ich habe einen Teller Rigatoni gegessen.
- Moet ik dat iedereen vertellen?
   Korpustyp: Untertitel
Ein Teller von Mamas Alligator-etouffee.
Wat van mama's specialiteit, alligatorvlees.
   Korpustyp: Untertitel
Die Sekretärinnen kaufen alle bei Bonwit Teller.
Secretaresses doen inkopen bij Bonwit Taylor.
   Korpustyp: Untertitel
Ich stelle die Teller gleich warm.
lk zal er direct aan beginnen.
   Korpustyp: Untertitel
Eine halbe Walnuss auf 'nem Teller Meer.
Een pinda midden in de oceaan.
   Korpustyp: Untertitel
Oh Mist, das ist ein heisser Teller!
Jeetje, wat heet.
   Korpustyp: Untertitel
Oh Mist, das ist ein heisser Teller!
Au, wat heet.
   Korpustyp: Untertitel
Systematisch schob ich sie auf dem Teller beiseite, und systematisch waren sie wieder auf dem Teller.
lk zette ze altijd aan de kant. En ze kwamen altijd terug.
   Korpustyp: Untertitel
Tja, du hast Pepper zerbrochene Teller versprochen, also... zerbreche ich Teller.
Je hebt Pepper gebroken huisraad beloofd, dus... breek ik huisraad.
   Korpustyp: Untertitel
Legen Sie nicht zu wenig neben den Teller.
Laat we niet op fooien besparen.
   Korpustyp: Untertitel
Wir wissen, dass Cammy Jax Tellers Jungen mitgenommen hat.
Weet je, we weten dat Cammy Jax Teller's zoontje heeft ontvoerd.
   Korpustyp: Untertitel
Gib mir deinen Teller! Die Flügel zeigen abwärts.
Eerlijk gezegd, ik heb er al mooiere gekregen van jou.
   Korpustyp: Untertitel
Mrs. Teller, Estrotol stellt Lösung 15 nicht mehr her.
Estrotol maakt geen Solution 15 meer.
   Korpustyp: Untertitel
Ein besserer Abgang, als auf dem Teller zu landen.
Beter dan opgegeten te worden door een mens.
   Korpustyp: Untertitel
Ich habe nur ein paar Teller sauber gemacht.
lk heb gewoon de afwas even gedaan.
   Korpustyp: Untertitel
Ähm, Knoblauchpresse, Kaffeemaschine, und einen köstlichen Teller mit Bruschetta.
Um, knoflookpers, koffiezetapparaat, en een heerlijk bakje van bruschetta.
   Korpustyp: Untertitel
Ich schaue, dass du die Teller bis morgen kriegst.
lk zal zorgen dat je deze morgen krijgt.
   Korpustyp: Untertitel
Mit so einem Hut kriegst du einen Teller Suppe umsonst.
Met zo'n hoed krijg je vast gratis soep.
   Korpustyp: Untertitel
Vergiss die Teller. Ich bring dein Metall zum Glühen.
Nou, zet dat opzij, neem ik je op het gasstel.
   Korpustyp: Untertitel
Aber manchmal ist sie so warm wie ein Teller Suppe.
Maar soms is het even heet als een kop soep.
   Korpustyp: Untertitel
Warum wäscht ein junger Kerl wie du Teller?
Een jongen wast niet af.
   Korpustyp: Untertitel
Einen Teller Suppe? - Ich kann nicht lange bleiben.
Nee dank u, ik kan niet lang blijven.
   Korpustyp: Untertitel
Mrs. Teller, wir möchten alle, das Abel hier Erfolg hat.
We willen allemaal dat het goed gaat met Abel.
   Korpustyp: Untertitel
Du bist ein Tellerwäscher, der keine Teller wäscht.
Jij bent afwasser die niet afwast.
   Korpustyp: Untertitel
Nacho-Grande-Teller, die Gesellschaft von faszinierenden Menschen wie Warren.
Het volgschap van fascinerende individuen, zoals Warren hier.
   Korpustyp: Untertitel
Wir werden Ma-Ma diese Judges auf nem Teller Präsentieren.
We gaan Ma-Ma blij maken met die Judges.
   Korpustyp: Untertitel
Warum geht ihr beide nicht absammeln mit einem Teller?
Waarom gaan jullie niet even met de pet rond?
   Korpustyp: Untertitel
Ich meine, wir hatten keine Ahnung dass sie Teller spült.
We wisten niet dat ze de afwas deed.
   Korpustyp: Untertitel
Ich kann auch prima Petersilie auf Teller schmeißen.
lk ben heel goed in het snijden van peterselie.
   Korpustyp: Untertitel
Ich drehe meinen Teller und er füllt leere Leinwände.
lk morste wat kleuren zodat het een leeg doek zou vullen.
   Korpustyp: Untertitel
Ich brauchte eine neue Vase und ein paar Teller.
lk had een nieuwe vaas nodig.
   Korpustyp: Untertitel
Ein Staatsanwalt muss eine Menge Teller am Drehen halten.
Een Officier van Justitie moet veel ballen in de lucht houden.
   Korpustyp: Untertitel
Hast du den Teller nicht vielleicht 'ner Verwandten geschenkt?
Heb je het niet aan een familielid gegeven?
   Korpustyp: Untertitel
Gib deinen Teller her, wir finden was Schönes für dich.
Kijk eens aan, daar ga je.
   Korpustyp: Untertitel
Chi-Chi. Einen Teller Muscheln für Jack und Amber.
Chi-Chi, breng Jack en Amber naar hun tafel.
   Korpustyp: Untertitel
Ihr Idioten verkauft euer Geburtsrecht für einen Teller kalten Haferbreis.
die het geboorterecht verkopen voor 'n kom koude pap.
   Korpustyp: Untertitel
Sie haben Ihr einen Teller von der unübersetzten Seite zubereitet.
Ze hebben haar een gerecht gemaakt van de niet vertaalde pagina!
   Korpustyp: Untertitel
Räum die Teller ab und sei ein Gentleman.
Ruim de tafel af en gedraag je als een gentlemen.
   Korpustyp: Untertitel
Solche Teller erhalten Sie nur hier, werte Dame, ganz sicher.
Dit is een Dokuro Sushi specialiteit.
   Korpustyp: Untertitel
Dieser 8 Dollar teure Teller kostet euch 1000 Dollar Anwaltshonorar.
Dit prul hier gaatje 'n fortuin kosten aan telefoontjes naarje advocaat.
   Korpustyp: Untertitel
Decken, Matratzen, Vorhänge, Teller und viele andere Dinge.
Kleden, matrassen, dekens, eetgerei en nog veel meer spullen in mijn huis.
   Korpustyp: Untertitel
Ich lasse es herausschneiden und mir auf einem Teller bringen.
lk laat het eruit snijden en het me op een dienblad brengen.
   Korpustyp: Untertitel
Man nimmt den schmutzigen Teller und stellt den sauberen hin.
Vandaar. - Ga door. Houding.
   Korpustyp: Untertitel
Ich bestahl Leute, die deshalb nicht verhungern werden. Ihren Teller.
lk stal alleen van mensen die het konden missen.
   Korpustyp: Untertitel
Okay, weißt du was ich auf meinen zweiten Teller will?
Oké, weet je waar ik nu nog zin in heb?
   Korpustyp: Untertitel
Oh, ja, ich mach den ganzen Teller leer.
Ja, ik zal goed opruimen.
   Korpustyp: Untertitel
Ich habe nicht mehr von einem Teller gegessen, heiß geduscht oder gejoggt seit 1985.
lk heb sinds '85 niet gedineerd, gedoucht of hardgelopen.
   Korpustyp: Untertitel
Könnte ich bitte ein Hühnchen-Sandwich und einen Teller Suppe haben?
Mag ik alstublieft, een broodje kip en een kom soep?
   Korpustyp: Untertitel
Wir können damit fertig werden, wenn das alles wäre, was wir auf dem Teller haben.
We kunnen hen aan als dat ons enige probleem is.
   Korpustyp: Untertitel
Sie sitzt auf dem Riff auf wie ein Fisch auf einem Teller.
Ze zit op het rif als haring op wittebrood.
   Korpustyp: Untertitel
Den Typ, der die Teller dreht, oder den mit den Handpuppen?
Wie vind je leuker, die bordendraaier of die met die handpop?
   Korpustyp: Untertitel