linguatools-Logo
133 Verwendungsbeispiele

Übersetzungen

[NOMEN]
Waren handelsgoederen 3 gevulde chocoladewerken
gevulde chocolade

Computergenerierte Übersetzungsvorschläge

Waren goederen 51

Verwendungsbeispiele

Waren goederen
 

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Da ist Anti-Diebstahl-Tracking-Software auf allen elektronischen Waren hier.
Er staat antidiefstal software op deze elektronische goederen.
   Korpustyp: Untertitel
Mr. Lockhart hat Waren aus Laramie gebracht.
Hij heeft de goederen uit Laramie gebracht.
   Korpustyp: Untertitel
Ich hab für Sie drei Wagen mit Waren draußen.
lk heb buiten drie wagens met goederen voor u.
   Korpustyp: Untertitel
Der Neger nimmt unsere Waren, nicht wahr?
De zwarte heer neemt onze goederen in ontvangst?
   Korpustyp: Untertitel
Er hat interessante Waren, die viele anlocken werden.
Zijn goederen zijn lucratief, en zullen vele aantrekken.
   Korpustyp: Untertitel
Weiß Felix wie jung Ihre... Waren sind?
Weet Felix hoe jong je... goederen zijn?
   Korpustyp: Untertitel
Wir passen auf einige seiner Waren, unten beim Lagerhaus auf.
We houden goederen van hem in de gaten in het magazijn.
   Korpustyp: Untertitel
Wir tauschen Waren und Dienstleistungen gegen Gemüse, Fleisch.
We ruilhandel goederen en diensten voor groenten, vlees.
   Korpustyp: Untertitel
Waren auf einem Kontinent herzustellen, um sie dann auf einen anderen zu transportieren, ist nur sinnvoll, wenn sie im Zielgebiet nicht hergestellt werden können.
Goederen in een land produceren en dan verschepen naar een ander... is alleen logisch als die goederen simpelweg niet... geproduceerd kunnen worden in dat gebied.
   Korpustyp: Untertitel
Gib mir einfach nur die Daten zur Transaktion und zu den Waren.
Geef me de gegevens voor de transactie en de goederen.
   Korpustyp: Untertitel

Typische Wortverbindungen und Kollokationen


verderbliche Waren aan bederf onderhevige grondstoffen
bederfelijke waren
aan bederf onderhevige goederen
weiße Waren witgoed
nachgeahmte Waren nagemaakte goederen 3 namaakartikelen 2 namaakgoederen
unveredelte Waren onveredelde goederen 1 niet-behandelde producten
goederen in ongewijzigde staat
unveränderte Waren onveredelde goederen
niet-behandelde producten
goederen in ongewijzigde staat
erfasste Waren producten
lijst van producten
fungible Waren fungibele goederen
NAI-Waren NBI-goederen
weiterverkaufte Waren doorverkochte goederen
Waren bewerten de waarde van goederen bepalen
gleiche Waren identieke goederen 1
gleichartige Waren soortgelijke goederen 2
fehlerhafte Waren goederen die gebreken vertonen
liberalisierte Waren geliberaliseerde produkten
gewichtszollbare Waren naar het gewicht belaste goederen
veredelte Waren veredeld goed
door veredeling verkregen produkten
empfindliche Waren gevoelig product 1 gevoelige goederen
keramische Waren metaalkeramiekkomposiet
cermet
Waren beschlagnahmen beslag leggen op goederen
Waren Menschenhaaren werk van mensenhaar
unbelastete Waren goederen welke niet belast zijn
braune Waren bruingoed
Waren ausmessen goederen ijken
abgabenfreie Waren goederen vrij van invoerrechten
goederen vrij van belasting
anmeldepflichtige Waren aan te geven goederen
durchgeführte Waren transietgoed
goed in doorvoer
VV-Waren TI-goederen
vergleichbare Waren vergelijkbaar goed,vergelijkbare goederen
Bestandesveränderungen Waren wijziging in de voorraad handelsgoederen
verbrauchsteuerpflichtige Waren accijnsgoederen 26

100 weitere Verwendungsbeispiele mit Waren

33 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

- Wir waren zusammen in D.C. Wir waren...
We zaten samen in Washington, en we...
   Korpustyp: Untertitel
-Wir waren überrascht, wir waren nicht eingeladen.
- Anders ik wel.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren, sie waren alle hier!
Ze stonden er allemaal.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren davor ihn zu waren, - aber...
We wilden 'm net tippen, maar...
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren nicht hilfsbereit.
Je werkt niet erg mee.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren im Krankenhaus.
We gingen naar het ziekenhuis en jij...
   Korpustyp: Untertitel
So waren wir sicher.
Het hield ons veilig.
   Korpustyp: Untertitel
- Nein, Sie waren das!
- Nee, jij deed dat!
   Korpustyp: Untertitel
Das waren besondere Umstände.
Bij Mrs Kristo lag het anders.
   Korpustyp: Untertitel
Wo waren Sie gerade?
Waar kom je nu net vandaan?
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren zu Pferd.
lk hoorde hun paarden.
   Korpustyp: Untertitel
Es waren nicht alle.
Ze deden niet allemaal mee.
   Korpustyp: Untertitel
Waren es nicht Kreuzfahrer?
- Iets met kruistochten.
   Korpustyp: Untertitel
Die Platzpatronen waren Klasse.
Toen die losse flodders afgingen, flipte iedereen.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren im "Louie's".
We zaten bij Louie's.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren meine Neunziger.
Mijn jaren '90.
   Korpustyp: Untertitel
- Wo waren Sie?
- Waar zat jij, verdomme?
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren in Spanien?
Zaten jullie in Spanje?
   Korpustyp: Untertitel
- Wir waren oft angeln.
We gingen vissen, vooral vissen.
   Korpustyp: Untertitel
Anscheinend waren sie schutzgeimpft.
- Vast door injecties.
   Korpustyp: Untertitel
Tja, das waren Profis.
Zo doen professionals het.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie waren eben Kinder.
- Het kind uithangen, denk ik.
   Korpustyp: Untertitel
- Waren es fünf Jahre?
Vijf jaar?
   Korpustyp: Untertitel
- Das waren alle drei!
Je deed het alle drie.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren Matts Leute.
Ze hoorden bij Matt.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie waren zauberhaft.
- Je deed het fantastisch.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren da oben.
Waarom zouden we naar jou luisteren?
   Korpustyp: Untertitel
Alle anderen waren dafür.
Diana zou terug naar haar volk gaan...
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren sehr vornehm.
Die stonden je goed.
   Korpustyp: Untertitel
- Wir waren dicht dran.
- We kwamen dichtbij.
   Korpustyp: Untertitel
Smitty, wo waren Sie?
Waarom bel je nooit?
   Korpustyp: Untertitel
Wieviele Griffe waren das?
Hoeveel tellen duurde die actie van zonet?
   Korpustyp: Untertitel
Caitlin, sie waren toll.
Caitlin, je deed het prima.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren nicht dabei.
Jij kunt die magie niet begrijpen.
   Korpustyp: Untertitel
Ja, waren wir.
Ooit wel.
   Korpustyp: Untertitel
Ja, waren sie.
Ja, dat klopt.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren in Stücken...
We lagen wel in stukjes.
   Korpustyp: Untertitel
- Das waren schon zwei.
lk gaf je er net twee.
   Korpustyp: Untertitel
Ideen, Worte waren einmal.
Niet met hun ideeën of hun woorden.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren einfach da.
Waar komen die vandaan?
   Korpustyp: Untertitel
Nein, waren es nicht.
Nee, dat kan niet.
   Korpustyp: Untertitel
Meine Eltern waren streng.
lk kom uit 'n katholiek gezin.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie waren maskiert.
- Ze droegen maskers.
   Korpustyp: Untertitel
Es waren deine Gefängniswärter!
Je gevangenbewaarder deed dat!
   Korpustyp: Untertitel
Stattdessen waren wir ruiniert.
Maar hij kreeg niks.
   Korpustyp: Untertitel
Nein, Sie waren das.
Nee, door jou.
   Korpustyp: Untertitel
Und alle waren verwirrt.
En iedereen betrok het op zichzelf.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren anderer Meinung?
Jij dacht er anders over.
   Korpustyp: Untertitel
Dann waren Sie es.
-Dan blijft alleen u over.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren vollkommen unterschiedlich.
We kwamen uit een volstrekt ander milieu.
   Korpustyp: Untertitel
Waren eine Menge Treffer.
En ik krijg een heleboel hits.
   Korpustyp: Untertitel
Da waren Schmauchspuren drauf.
Er zaten overblijfselen van het pistool op.
   Korpustyp: Untertitel
- Wo waren Sie?
- Waar zit je?
   Korpustyp: Untertitel
- Vielleicht waren Sie Geschäftsmann.
- Weet ik niet.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren in mir.
Ze zaten in me.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren zuerst Lagerwache.
Vroeger bewaakten we pakhuizen.
   Korpustyp: Untertitel
- Waren Sie eine? - Ja.
Kom je uit het klooster?
   Korpustyp: Untertitel
Waren das vielleicht Scherzkekse?
Phoebs, een vraagje.
   Korpustyp: Untertitel
Die waren scheußlich... uh!
Dat ging er gemeen aan toe!
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren beim Militär?
Je zat in het leger?
   Korpustyp: Untertitel
Ja, es waren einige.
Ja, behoorlijk veel.
   Korpustyp: Untertitel
Diese Kerle waren gutaussehend.
- Nee, die anderen zagen er goed uit.
   Korpustyp: Untertitel
Die waren alphabetisch geordnet!
Die lagen op alfabet.
   Korpustyp: Untertitel
Das waren berühmte Rapper.
Nou ja, mijn fout.
   Korpustyp: Untertitel
- Wir waren furchtbar zueinander.
- We deden vreselijk tegen elkaar.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren also allein?
Dus je deed het alleen.
   Korpustyp: Untertitel
lm Schrank waren keine.
ln die kast stond niks.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren im Wasser.
Je lag in het Water.
   Korpustyp: Untertitel
Das waren arme Leute.
Het ging om arme mensen.
   Korpustyp: Untertitel
Das waren zwei Worte.
Ze praatte tegen je.
   Korpustyp: Untertitel
Das waren Ihre Rollen!
Nu zie ik uw rol.
   Korpustyp: Untertitel
Die Jungs waren begeistert.
Ze vonden 't geweldig.
   Korpustyp: Untertitel
Das sind Waren, Arschloch!
ls dit geen afval?
   Korpustyp: Untertitel
Es waren höchstens 70.
Misschien 70, maar niet meer.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren ohne Anführer.
We zaten zonder leider.
   Korpustyp: Untertitel
Aber andere waren es.
Maar iemand anders wel.
   Korpustyp: Untertitel
- Wie waren Sie?
- Wat ik van je vond?
   Korpustyp: Untertitel
- Sie waren zusammen.
- Ze ging met 'm uit.
   Korpustyp: Untertitel
Unsere Zellen waren nebeneinander.
Onze cellen lagen naast elkaar.
   Korpustyp: Untertitel
Waren das Papas?
Het lijken wel danslichtjes.
   Korpustyp: Untertitel
Ihre Titten waren es.
Je zag 'r tepels.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren gut.
Je deed het prima.
   Korpustyp: Untertitel
Waren das wieder Sie?
Sloeg jij weer alarm?
   Korpustyp: Untertitel
Wie viele waren es?
lk weet het niet.
   Korpustyp: Untertitel
Womit waren Sie beschäftigt?
Wat deed u daar?
   Korpustyp: Untertitel
- Wo waren wir gerade?
- Wat zei je?
   Korpustyp: Untertitel
- Das waren 475 Volt.
We naderen 475 volt.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren erheblich unterversorgt.
Ze schreeuwden om voorraden.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie waren sehr redegewandt.
Je drukte je goed uit.
   Korpustyp: Untertitel
Wir beide waren dabei.
We zagen hem beiden doodgaan.
   Korpustyp: Untertitel
- Das waren gute Ideen.
- lk vond ze fantastisch.
   Korpustyp: Untertitel
Meine Eltern waren es.
- Mijn ouders wel.
   Korpustyp: Untertitel
Waren Sie schon mal...
- Toch ga ik wegrennen.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren ein Rudel.
Wij zouden een roedel vormen.
   Korpustyp: Untertitel
Sie waren am Verbluten.
U kreeg een bloeding.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren dabei einzutreten.
We liepen naar binnen.
   Korpustyp: Untertitel
Hier waren auch Mörder?
Hielden ze moordenaars hier binnen?
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren unterschiedlicher Meinung.
Een verschil van mening.
   Korpustyp: Untertitel
- Wie viele waren da?
We weten het niet zeker.
   Korpustyp: Untertitel
Wir waren direkt dahinter!
-Maar we vlogen er vlak achter.
   Korpustyp: Untertitel