Typische Wortverbindungen und Kollokationen

Zimmerer	timmerman 1
nebeneinanderliegende Zimmer	aangrenzende kamers
möbliertes Zimmer	gemeubileerde kamer 1
Zimmer zur gemeinschaftlichen Benutzung	vertrek voor gemeenschappelijk gebruik
Zimmer mit Frühstück	logies met ontbijt kamer met ontbijt
Zimmer mit Verbindungstür	kamers met verbindingsdeur kamers en suite
Zimmer im Halbgeschoss	opkamer

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit Zimmer

191 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Zimmerer

Timmerman

   Korpustyp: Wikipedia

Zimmer-Alpenveilchen

Cyclamen persicum

   Korpustyp: Wikipedia

Zimmer 227 für Zimmer 415.

Verbind de 227 door met de 415.

   Korpustyp: Untertitel

Hab das Zimmer überprüft.

lk heb het gecontroleerd.

   Korpustyp: Untertitel

- Ich bin in Zimmer...

- lk zit op...

   Korpustyp: Untertitel

Ich kenne das Zimmer.

Waarom heb je dit gedaan?

   Korpustyp: Untertitel

Das Zimmer unserer Eltern.

-Logisch.

   Korpustyp: Untertitel

Du hast kein Zimmer?

Heb je geen onderdak?

   Korpustyp: Untertitel

Ich vermiete keine Zimmer.

- lk wil geen huurders.

   Korpustyp: Untertitel

Haben Sie Zimmer bestellt?

Heeft u gereserveerd?

   Korpustyp: Untertitel

Noch in seinem Zimmer.

De zaken zijn explosief gegroeid.

   Korpustyp: Untertitel

- In mein Zimmer.

- Iemand heeft een gruwel begaan.

   Korpustyp: Untertitel

Ein anonymes Motel Zimmer.

ln een anonieme motelkamer.

   Korpustyp: Untertitel

Wir haben genug Zimmer.

We hebben genoeg plaats.

   Korpustyp: Untertitel

Zurück auf die Zimmer.

Allemaal terug naar boven.

   Korpustyp: Untertitel

Wir nehmen das Zimmer.

We nemen 'm.

   Korpustyp: Untertitel

- Das Zimmer des Ehemannes.

Ooit van de echtgenoot.

   Korpustyp: Untertitel

- Keiner verlässt das Zimmer.

-Er gaat niemand weg.

   Korpustyp: Untertitel

Ich aus dem Zimmer...

lk rende naar de hal...

   Korpustyp: Untertitel

Wollen Sie ein Zimmer?

Wilt u zich komen inchecken?

   Korpustyp: Untertitel

Zimmer 310, hörst du?

Dat is 310, begrepen?

   Korpustyp: Untertitel

Sind die Zimmer groß?

ls het appartement groot?

   Korpustyp: Untertitel

Raus aus meinem Zimmer!

Ben je blijven slapen?

   Korpustyp: Untertitel

Sie sind im Zimmer.

Ze zijn in de studeerkamer.

   Korpustyp: Untertitel

Wir wollen die Zimmer.

We willen onze suites.

   Korpustyp: Untertitel

- Das ist unser Zimmer?

Weet je het zeker?

   Korpustyp: Untertitel

Probleme in Zimmer sieben.

We hebben 'n probleem in zeven.

   Korpustyp: Untertitel

Los, auf dein Zimmer!

En je moet winnen.

   Korpustyp: Untertitel

In meinem Zimmer? Ja.

Het kan bij mij, als je wilt.

   Korpustyp: Untertitel

Hat dieses Zimmer Poolblick?

Heb je uitzicht op het zwembad?

   Korpustyp: Untertitel

- Wo ist ihr Zimmer?

Nee, laat mij maar.

   Korpustyp: Untertitel

- Er will ein Zimmer.

—Hij zoekt onderdak.

   Korpustyp: Untertitel

- Auf mein Zimmer.

Heeft u een sleutel?

   Korpustyp: Untertitel

Welche Zimmer ist besser?

Welke is de mooiste?

   Korpustyp: Untertitel

Wer bekommt welches Zimmer?

lk wil met jullie zwemmen vannacht.

   Korpustyp: Untertitel

Ist hier Zimmer 404?

lk kom duidelijk op het verkeerde tijdstip.

   Korpustyp: Untertitel

Groß für ein Zimmer.

Groot voor 'n studio.

   Korpustyp: Untertitel

- Gut. Also welches Zimmer?

lk dacht dat we misschien, naar de cafetaria konden gaan.

   Korpustyp: Untertitel

- Das sind unsere Zimmer.

ls dat niet een fantastisch idee?

   Korpustyp: Untertitel

Brauchst du zwei Zimmer'?

Heb je die één nodig dan?

   Korpustyp: Untertitel

Geh auf dein Zimmer!

-Ga naar je hangmat!

   Korpustyp: Untertitel

Die Zimmer haben Balkons.

Er zijn balkons.

   Korpustyp: Untertitel

-Hoch, aufs Zimmer!

lk ga je vermoorden!

   Korpustyp: Untertitel

Du magst dein Zimmer.

Nee, dat vind je prettig.

   Korpustyp: Untertitel

Du bleibst im Zimmer.

Laat maar, gewoon blijven zitten.

   Korpustyp: Untertitel

Möchten Sie ein Zimmer?

Kaartjes voor 'n show?

   Korpustyp: Untertitel

Zimmer mit Aussicht (Film)

A Room with a View

   Korpustyp: Wikipedia

Jemand putzt diese Zimmer!

En de schoonmaaksters dan?

   Korpustyp: Untertitel

Ich brauch 'n Zimmer.

lk wil een reservering.

   Korpustyp: Untertitel

Geh in dein Zimmer!

Wat denk je dat ze doen?

   Korpustyp: Untertitel

Das ist mein Zimmer?

ls dat mijn bedje?

   Korpustyp: Untertitel

Nehmt euch ein Zimmer.

Doe dat even ergens anders.

   Korpustyp: Untertitel

"Zimmer auf Südseite."

Met uitzicht op het zuiden.'

   Korpustyp: Untertitel

Das ist Ihr Zimmer.

Ontbijt tussen zes en acht.

   Korpustyp: Untertitel

Erst ins andre Zimmer.

Sleep me naar hiernaast.

   Korpustyp: Untertitel

Über eine dumme Zimmer?

lk vind het erg.

   Korpustyp: Untertitel

Geh auf dein Zimmer.

Ga naar je woonplaats.

   Korpustyp: Untertitel

Ihr Zimmer ist riesig!

Jemig, 't is gigantisch!

   Korpustyp: Untertitel

- Keine Zimmer frei.

- Er is niks vrij.

   Korpustyp: Untertitel

Gefällt Ihnen Ihr Zimmer?

- Maar deze zijn prima.

   Korpustyp: Untertitel

Die Zimmer sind bereit.

Alles is in orde gebracht.

   Korpustyp: Untertitel

- Zimmer 8, nicht wahr?

- Nummer 8, nietwaar?

   Korpustyp: Untertitel

Das Zimmer meines Sohnes

La stanza del figlio

   Korpustyp: Wikipedia

Und zweimal täglich Zimmer reinigen.

En schoonmaakservice twee keer per dag?

   Korpustyp: Untertitel

Gott, besorgt euch ein Zimmer.

Doe dat ergens anders.

   Korpustyp: Untertitel

Sucht angemessene Zimmer für sie.

Zoek een geschikt onderkomen voor onze gasten.

   Korpustyp: Untertitel

Wegen Kratzgeräuschen in ihrem Zimmer.

Omdat ze krassende geluiden hoorde onder de vloer.

   Korpustyp: Untertitel

Das Zimmer mit dem Stroboskoplicht.

Ja, bij die lichten.

   Korpustyp: Untertitel

Voilà. Genau wie... Zimmer-Service.

Voila, net als roomservice.

   Korpustyp: Untertitel

Zwölf Models in zwei Zimmer.

Alle modellen zijn daar.

   Korpustyp: Untertitel

Kann ich das Zimmer verlassen?

Mag ik de klas uit, juf?

   Korpustyp: Untertitel

Geh damit in Amys Zimmer...

Ga met 't geweer naar Amy's.

   Korpustyp: Untertitel

Jemand war in meinem Zimmer.

lk heb bezoek gehad.

   Korpustyp: Untertitel

Ich komme wegen dem Zimmer.

lk kom voor het appartement.

   Korpustyp: Untertitel

- Die polizei durchsucht mein Zimmer.

De politie is bij mij thuis.

   Korpustyp: Untertitel

Hilf Jack ins andere Zimmer.

Help Jack naar hiernaast.

   Korpustyp: Untertitel

Haben Sie ein Zimmer frei?

Heb je een vacature?

   Korpustyp: Untertitel

Die meisten Zimmer blieben leer.

ln september eindigden de rellen.

   Korpustyp: Untertitel

Hast du unsere Zimmer gebucht?

Heb je voor ons gereserveerd?

   Korpustyp: Untertitel

Das ganze Zimmer war durchwühlt.

En alles lag door elkaar.

   Korpustyp: Untertitel

Keiner hat das Zimmer versaut.

Dat is wat ik ga doen.

   Korpustyp: Untertitel

Geh wieder in dein Zimmer!

Naar binnen, jij.

   Korpustyp: Untertitel

Dies soll ihr Zimmer sein.

lk ben op zoek naar een studente genaamd Anna Westin.

   Korpustyp: Untertitel

Sie waren nicht im Zimmer?

Was je naar buiten gegaan?

   Korpustyp: Untertitel

Wir teilen die Zimmer auf.

- Hou je me voor de gek?

   Korpustyp: Untertitel

Ich will auf mein Zimmer.

lk ga naar boven.

   Korpustyp: Untertitel

Irgendwelche Lieferungen auf dein Zimmer?

Heb je een ongewoon iemand opgemerkt?

   Korpustyp: Untertitel

Das steht in seinem Zimmer.

Hij staat op het nachtkastje!

   Korpustyp: Untertitel

Haben Sie noch Zimmer frei?

- Een tweepersoonskamer, toch?

   Korpustyp: Untertitel

Das halbe Zimmer war schwarz.

Haar muur was zwart geverfd.

   Korpustyp: Untertitel

Nur ins Konferenz Zimmer, bitte.

- Nu naar de vergaderkamer, aub.

   Korpustyp: Untertitel

Ich hänge das ins Zimmer.

Goed, doe ik.

   Korpustyp: Untertitel

Dann lauf zurück ins Zimmer.

Ren dan naar binnen.

   Korpustyp: Untertitel

Sil ist in Ardens Zimmer.

Dat Sil hiernaast samen met Arden is, Press.

   Korpustyp: Untertitel

- Das New Prince, Zimmer 1124.

De New Prince.

   Korpustyp: Untertitel

Das Fick-Zimmer der Führungsebene.

Het wipvertrek van de directeuren.

   Korpustyp: Untertitel

Ich mochte mein bisheriges Zimmer.

lk wil blijven waar ik zat.

   Korpustyp: Untertitel

Ist doch nur ein Zimmer.

- Het is ons appartement.

   Korpustyp: Untertitel

Ihre Tochter, in ihrem Zimmer.

Haar dochter in de badkamer.

   Korpustyp: Untertitel

Nimm dir ein Zimmer, Bartowski.

Je vraagt hem niet mee uit.

   Korpustyp: Untertitel