linguatools-Logo
310 Verwendungsbeispiele

Übersetzungen

[NOMEN]
afspraak Abmachung 808 Absprache 127 Schlussvereinbarung

Verwendungsbeispiele

afspraak Termin
 

Niederländische Sätze

Deutsche Sätze

Tom heeft om half drie een afspraak bij de tandarts.
Tom hat um halb drei einen Termin beim Zahnarzt.
   Korpustyp: Beispielsatz
Mr Porter, natuurlijk, we hebben een afspraak.
Mr. Porter, stimmt, wir haben einen Termin.
   Korpustyp: Untertitel
Vandaag kan zij jammer genoeg niet aan het debat deelnemen omdat zij al lang een andere afspraak had gemaakt en die niet meer kon veranderen.
Heute kann sie leider nicht teilnehmen, weil sie eben schon seit längerer Zeit einen anderen Termin hat, der nicht mehr verschoben werden konnte.
   Korpustyp: EU
lk wil een afspraak maken voor donderdag, met dr. Richardson.
Hallo, ich brauche einen Termin für Donnerstag bei Dr. Richardson.
   Korpustyp: Untertitel
Er zijn nu al afspraken met de Commissie gemaakt voor halfjaarlijkse overzichten van de vorderingen.
Bereits jetzt ist ein Termin mit der Kommission für die halbjährlich zu erstellende Bilanz über der Fortgang der Arbeiten vereinbart.
   Korpustyp: EU
Alex heeft een afspraak gemaakt voor die leugendetectortest.
Alex hat den Termin für diesen Lügendetektortest angesetzt.
   Korpustyp: Untertitel
Ik had een afspraak gemaakt, en ik heb dus namens het Parlement de vroegere koning van Afghanistan ontmoet.
Ich hatte einen Termin vereinbart und habe also den ehemaligen König von Afghanistan im Namen des Europäischen Parlaments getroffen.
   Korpustyp: EU
Joy, het spijt me, ik moet een nieuwe afspraak maken.
Joy, es tut mir leid, ich muss den Termin verschieben.
   Korpustyp: Untertitel
Opnieuw wordt het vertrouwen op de proef gesteld, aangezien meerdere belangrijke afspraken die in Doha zijn gemaakt niet of nog niet zijn nagekomen.
Nun wird ihr Vertrauen erneut auf die Probe gestellt, denn mehrere in Doha eingegangene Verpflichtungen sowie Termine wurden nicht eingehalten.
   Korpustyp: EU
Edward, je hebt je laatste afspraak gemist.
Edward, Sie haben Ihren letzten Termin verpasst.
   Korpustyp: Untertitel

Typische Wortverbindungen und Kollokationen


concurrentiebeperkende afspraak wettbewerbsbeschränkende Vereinbarung
verticale afspraak vertikale Beschränkung
vertikale Wettbewerbsbeschränkung
swap-afspraak Swap-Abkommen
bindende afspraak bindende Verpflichtung 3 feste Verpflichtung
zwingende Verpflichtung
concurrentieverstorende afspraak wettbewerbswidrige Verhaltensweise
wettbewerbswidrige Praktik
internationale afspraak Übereinkunft
Übereinkommen
Vereinbarung
Abmachung
administratieve afspraak Verwaltungsvereinbarung
afspraak inzake de dienstregeling Abmachung über Flugplangestaltung
een afspraak maken einen Termin ausmachen 13 eine Verabredung treffen 4
afspraak betreffende de boekenprijs Vereinbarung über Buchpreise
afspraak inzake rentetarieven Vereinbarung über Zinssätze
vergadering "op afspraak" Konferenzgespräch
quota pars litis-afspraak pactum de quota litis
Streitanteilsvereinbarung
onderlinge afspraak tussen banken private Vereinbarung zwischen Banken
no win no fee-afspraak "no win, no fee"-Vereinbarung
tot databases toegang verschaffende communicatie-afspraak Zugriffkonvention zu Datenbanken

100 weitere Verwendungsbeispiele mit afspraak

210 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Niederländische Sätze

Deutsche Sätze

Meg schatje, afspraak is afspraak.
Meg, Täubchen, wir sind quitt.
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
Ich glaube, Sie erwarten mich.
   Korpustyp: Untertitel
-Heb je een afspraak?
Ich bin einfach froh, dich zu sehen.
   Korpustyp: Untertitel
Dat was de afspraak.
Lass meine Mum gehen.
   Korpustyp: Untertitel
Hebben we een afspraak?
also, sind wir uns einig?
   Korpustyp: Untertitel
We hebben een afspraak.
Wir haben eine Sache am Laufen.
   Korpustyp: Untertitel
- lk heb een afspraak.
- Und das Essen?
   Korpustyp: Untertitel
Hebben we een afspraak?
- Waren wir verabredet?
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Äh, ich bin verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
- Afspraak om acht uur.
Dann also dort um 20 Uhr?
   Korpustyp: Untertitel
- Afspraak in de wc's.
Und direkt auf die Toiletten!
   Korpustyp: Untertitel
Dat is de afspraak.
Es läuft so, Gentlemen.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
- Ich habe mich verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
Heb je een afspraak?
Kommst du, um jemanden zu sehen?
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
- Ich bin schon verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
- Dat is de afspraak.
- So ist es.
   Korpustyp: Untertitel
- lk heb een afspraak.
Ich treffe mich mit diesem Jungen.
   Korpustyp: Untertitel
- Dat was de afspraak.
Naja, wie's ausgemacht war.
   Korpustyp: Untertitel
Je kent ee afspraak.
Du bist hier der Beobachter.
   Korpustyp: Untertitel
We hebben een afspraak.
Es war mein Vorschlag.
   Korpustyp: Untertitel
Maak maar een afspraak.
So oder so, vereinbare das Essen.
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
Wir waren doch hier verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Ich bin noch verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
- lk heb een afspraak.
- Ich bin spät dran.
   Korpustyp: Untertitel
- We hadden 'n afspraak.
So etwas ist nicht in Ordnung.
   Korpustyp: Untertitel
Dat was onze afspraak.
Aber du rufst mich vorher an.
   Korpustyp: Untertitel
Lk had een afspraak.
Ist ja auch Wurscht.
   Korpustyp: Untertitel
Je hebt een afspraak.
Du hast dich verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Sie nennen das "Ostermans Wochenende".
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Ich bin verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb geen afspraak.
Er erwartet mich nicht.
   Korpustyp: Untertitel
Dit is de afspraak.
Ich werde dir was sagen.
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
Es war etwas ausgemacht.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Ich fahr noch weg!
   Korpustyp: Untertitel
- Maak een afspraak.
Wie wäre es mit jetzt?
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
Der Kerl hat nur seinen Kalender nicht gepflegt.
   Korpustyp: Untertitel
De afspraak was 120.
Wir haben 120 abgemacht.
   Korpustyp: Untertitel
-Dat was de afspraak.
Es war so abgemacht.
   Korpustyp: Untertitel
Dat was de afspraak.
Damit wirst du leben müssen.
   Korpustyp: Untertitel
Dit is de afspraak.
Alles klar, es läuft folgendermaßen:
   Korpustyp: Untertitel
Vergeet onze afspraak niet.
- Vergiss es nicht.
   Korpustyp: Untertitel
lk wil een afspraak.
Ich will eine weitere Anhörung.
   Korpustyp: Untertitel
We hebben een afspraak...
- Wir wollten dieses Wochenende...
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
Wir haben uns geeinigt.
   Korpustyp: Untertitel
Afspraak over een jaar.
Wir sehen uns in einem Jahr.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
- Ich bin bei Samirs.
   Korpustyp: Untertitel
- Heb ik een afspraak.
- Ich bin verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
- We hadden een afspraak.
Es war so abgemacht.
   Korpustyp: Untertitel
Zeg de afspraak af.
Sagen Sie es ab.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb 'n afspraak.
Ich bin in einer Sitzung.
   Korpustyp: Untertitel
Wat was de afspraak?
-Wir haben es besprochen.
   Korpustyp: Untertitel
We hebben een afspraak.
Wir haben uns arrangiert.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb geen afspraak.
Ich habe keine Voranmeldung.
   Korpustyp: Untertitel
- lk mis mijn afspraak.
- Ich komme zu spät.
   Korpustyp: Untertitel
Wat was de afspraak?
- Was ist los?
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Ich treffe mich mit ein paar Leuten.
   Korpustyp: Untertitel
- Nee, enkel op afspraak.
- Nur mit Voranmeldung.
   Korpustyp: Untertitel
- Hebt u een afspraak?
- Erwartet er Sie?
   Korpustyp: Untertitel
- Ze heeft een afspraak.
- Sie trifft sich mit einem Agenten.
   Korpustyp: Untertitel
- We hadden een afspraak.
Ich will das nicht tun.
   Korpustyp: Untertitel
Een afspraak tussen vrienden.
Nur Freunde... Ein Freundschaftsdate.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Es geht um den Unfall.
   Korpustyp: Untertitel
lk had 'n afspraak.
Ich konnte nicht hingehen.
   Korpustyp: Untertitel
Ja, over onze afspraak...
So war das aber nicht abgemacht...
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Ich hab's eilig.
   Korpustyp: Untertitel
We hebben geen afspraak!
- Was soll der Scheiß?
   Korpustyp: Untertitel
Heeft u een afspraak?
Ich bin ein Freund.
   Korpustyp: Untertitel
Dat was de afspraak...
Aber du wusstest das als wir geheiratet haben.
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
- Wir waren verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
Hadden we een afspraak?
Hatten wir was ausgemacht?
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Immerhin nicht unsere Gegner.
   Korpustyp: Untertitel
Uw laatste afspraak wacht.
Ihre letzte Patientin ist soweit.
   Korpustyp: Untertitel
Hier is de afspraak...
Hier ist das Problem.
   Korpustyp: Untertitel
- We hebben een afspraak.
- Wir sind verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
- Jemand wartet auf mich.
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
- Bedrohen Sie mich?
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
Aber wir waren uns doch einig.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
- Ich bin mit jemandem verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
We hebben 'n afspraak...
Wir haben schon Pläne.
   Korpustyp: Untertitel
Hebt u een afspraak?
- Haben Sie ein Bier?
   Korpustyp: Untertitel
Hebben we een afspraak?
Sind wir uns einig?
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
Sie haben es mir versprochen.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb 'n afspraak.
Oh, ich bin verabredet.
   Korpustyp: Untertitel
Dat was de afspraak.
So war's abgemacht.
   Korpustyp: Untertitel
Yo, alleen op afspraak.
Yo, nur nach Voranmeldung!
   Korpustyp: Untertitel
- Ja, een afspraak.
Ich bin allein. Der Fernseher ist kaputt.
   Korpustyp: Untertitel
Afspraak in de krant.
Das gibt 'ne schöne Schlagzeile.
   Korpustyp: Untertitel
- Dat was de afspraak.
- Das war mein Vorschlag.
   Korpustyp: Untertitel
- De afspraak was...
- Wir waren uns einig...
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Oh, das ist wunderbar.
   Korpustyp: Untertitel
- lk heb een afspraak.
- Nein, ich treffe mich mitjemandem.
   Korpustyp: Untertitel
Was dat de afspraak?
Hatten wir das so abgemacht?
   Korpustyp: Untertitel
Dat is de afspraak.
- Das ist Schwachsinn!
   Korpustyp: Untertitel
Je hebt geen afspraak.
- Dein Kalender ist leer.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Auf dem Weg zu einer Besprechung.
   Korpustyp: Untertitel
Bederft dat de afspraak?
Ist das eine Verhandlungsbremse?
   Korpustyp: Untertitel
- Het was mijn afspraak...
Ich bin jetzt so drauf.
   Korpustyp: Untertitel
lk heb een afspraak.
Ich muss jemanden kennen lernen.
   Korpustyp: Untertitel
Dat was onze afspraak.
So war es abgemacht.
   Korpustyp: Untertitel
We hadden een afspraak.
- Ich dachte, wir hätten eine Beziehung?
   Korpustyp: Untertitel