linguatools-Logo
307 Verwendungsbeispiele

Übersetzungen

[VERB]
anziehen aantrekken 962 trekken 382 aankleden 222 aandraaien 12 aantijgen
[NOMEN]
Anziehen aantrekken
aandrogen
[Weiteres]
anziehen stijgen 42 koppelen
opkomen
bevriezen
schoot doorzetten
vastschroeven
aanschroeven

Computergenerierte Übersetzungsvorschläge

anziehen aandoen 52 dragen 80 aan doen 16 kleden 13 aan trekken 10 kleden 10 omkleden 10 verkleden 10 aan te trekken 9 kleren 9 omdoen 8 kleren aan 7 aangetrokken 6 aan te kleden 5 doen 5 aantrekt 5 aanhalen 2
sich anziehen zich aankleden 132
Anziehen dragen 11 te trekken 7 te doen 7

Verwendungsbeispiele

anziehen aantrekken
 

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Es ist jedoch nicht auszuschließen, dass Investbx zumindest einen Teil der Unternehmen anzieht, die sich ansonsten an andere Märkte wenden würden.
Toch kan niet worden uitgesloten dat Investbx althans voor een deel ondernemingen zal aantrekken die anders een beroep zouden doen op andere markten.
   Korpustyp: EU DGT-TM
Sammy. Frauen anzuziehen, ist wie Fischen, okay?
Sammy, vrouwen aantrekken is net als vissen, ok?
   Korpustyp: Untertitel
Dies wird zu neuen Arbeitsplätzen und Dienstleistungen führen sowie neue Investitionen nach Europa anziehen.
Hierdoor ontstaat meer werkgelegenheid, worden er nieuwe diensten gecreëerd en zal Europa nieuwe investeringen aantrekken.
   Korpustyp: EU
Nun, Lepidoptera wird vom Geruch der Verwesung angezogen.
De Lepidoptera wordt aangetrokken door de geur van ontbinding.
   Korpustyp: Untertitel
Was soll ich anziehen — eine Hose oder einen Rock?
Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
   Korpustyp: Beispielsatz
Carrie... wäre es sehr schlimm für dich, dir erst etwas anderes anzuziehen?
Carrie, kun je echt niks anders aantrekken voor je naar haar toe gaat?
   Korpustyp: Untertitel

Typische Wortverbindungen und Kollokationen


anziehen aan rekken verb
mäßiges Anziehen matig remmen
versetzt anziehen gekruist aanspannen
Gurt anziehen gordel bijstellen
gordel aantrekken
Anziehen der Bremsen remblokkering
über Kreuz anziehen gekruist aanspannen
die Kupplung anziehen de koppeling aandraaien
die Bremse anziehen remmen
Kette vom Anker anziehen ankerketting doordraaien
bis zum Blockieren anziehen moer aanschroeven tot blokkering

100 weitere Verwendungsbeispiele mit anziehen

207 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

- Anziehen!
- Trek dit aan.
   Korpustyp: Untertitel
Er hat gesagt "anziehen", also anziehen.
Pak aan, zei hij.
   Korpustyp: Untertitel
Lassen Sie sie. - Anziehen!
- Kleed u aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Was wirst du anziehen?
Wat doe je aan?
   Korpustyp: Untertitel
- Dem Schwein anziehen!
Doe het varken de jas aan.
   Korpustyp: Untertitel
Was willst du anziehen?
Wat trek je aan?
   Korpustyp: Untertitel
Soll ich mich anziehen?
lk ben jouw aardige minnaar.
   Korpustyp: Untertitel
- Du musst dich anziehen.
- Jij moet je klaarmaken.
   Korpustyp: Untertitel
Aber erst Schuhe anziehen!
Trek uw schoenen aan, Jonathan.
   Korpustyp: Untertitel
- Das willst du anziehen?
Houd je dat aan?
   Korpustyp: Untertitel
Du solltest es anziehen.
Je moet het passen.
   Korpustyp: Untertitel
Willst Du es anziehen?
Wil je de jurk passen?
   Korpustyp: Untertitel
Aber die Westen anziehen!
Neem je vest mee.
   Korpustyp: Untertitel
- Was anderes anziehen.
- Wat doe je? lk verkleed me.
   Korpustyp: Untertitel
Sie können sich anziehen.
Kleed u maar aan.
   Korpustyp: Untertitel
In New York anziehen.
Weer aan in New York.
   Korpustyp: Untertitel
Aufstehen und anziehen...
Sta op en kleedt je aan...
   Korpustyp: Untertitel
Soll ich es anziehen?
Wil je dat ik het aantrek?
   Korpustyp: Untertitel
Los, Schuhe anziehen.
Doe uw schoenen aan.
   Korpustyp: Untertitel
Was wirst du anziehen?
Wat trek jij aan?
   Korpustyp: Untertitel
- Das Lösen, jenes Anziehen.
Dit een beetje losser, dit een beetje vaster.
   Korpustyp: Untertitel
Die solltest du anziehen.
Trek dat dan maar aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Wir sollen das anziehen?
Moeten we die echt aan?
   Korpustyp: Untertitel
Du kannst das anziehen.
Trek dit maar aan.
   Korpustyp: Untertitel
Kannste draußen anziehen.
-Trek buiten maar aan.
   Korpustyp: Untertitel
Ich meine, schick anziehen.
Het beste in de stad.
   Korpustyp: Untertitel
- Alles klar, Team, anziehen.
- Team, bereid jullie voor.
   Korpustyp: Untertitel
Muss ich Radlerhosen anziehen?
Moet ik een fietsbroekje aan?
   Korpustyp: Untertitel
- Willst du es anziehen?
Wil je 'm passen?
   Korpustyp: Untertitel
Das Anziehen geht schnell.
Je hebt je zo omgekleed.
   Korpustyp: Untertitel
Du solltest besser anziehen.
Hoe laat heb je afgesproken?
   Korpustyp: Untertitel
Trotzdem, Fräulein George, anziehen!
Maak u geen zorgen.
   Korpustyp: Untertitel
Was wirst du anziehen?
Wat trek je aan?
   Korpustyp: Untertitel
Die kannst du anziehen.
Je kunt deze lenen.
   Korpustyp: Untertitel
Ich sollte den anziehen.
lk mag niet weg zonder.
   Korpustyp: Untertitel
Conor, geh dich anziehen.
Conor, kleed je aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Ich würde einen anziehen.
- lk zou hem meenemen.
   Korpustyp: Untertitel
Aufstehen und anziehen, los!
Sta op, kleed je aan.
   Korpustyp: Untertitel
Willst du Jeans anziehen?
Wil jij een spijkerbroek aan?
   Korpustyp: Untertitel
- Jacke anziehen und anbehalten.
Trek dat jack aan en hou het aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Also die Galauniform anziehen!
Trek uw mooie pak maar weer aan.
   Korpustyp: Untertitel
Ich muss das anziehen.
Maar ik moet dit nog aan.
   Korpustyp: Untertitel
Willst du meins anziehen?
Wil iii het miine passen?
   Korpustyp: Untertitel
Anziehen! Wir gehen.
Schiet op, meid, we gaan.
   Korpustyp: Untertitel
Das wirst du anziehen?
Doe je dit aan?
   Korpustyp: Untertitel
Ich will mich anziehen!
Fantomas heeft weer toegeslagen.
   Korpustyp: Untertitel
Ich werde das nicht anziehen.
Die trek ik niet aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Was wirst du morgen anziehen?
Wat doe je morgen aan?
   Korpustyp: Untertitel
Wenn du etwas anderes anziehen--
Als je het wilt inruilen...
   Korpustyp: Untertitel
Ich hab gesagt, Mantel anziehen.
Precies. lk zei trek je jas aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Die kann ich nicht anziehen.
- lk kan dat niet gebruiken.
   Korpustyp: Untertitel
Du willst es nicht anziehen?
- Je wilt niet?
   Korpustyp: Untertitel
Du kannst dich wieder anziehen.
Kleed je maar aan.
   Korpustyp: Untertitel
Schatz, du musst dich anziehen.
Je bent niet eens aangekleed.
   Korpustyp: Untertitel
Ich kann das nicht anziehen.
Je houdt je handen van mijn man.
   Korpustyp: Untertitel
Du solltest vielleicht Schuhe anziehen.
Misschien moet je schoenen aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Er soll sich warm anziehen.
- Het zal erg zwaar worden.
   Korpustyp: Untertitel
Hier, das kannst du anziehen.
Je mag deze wel hebben.
   Korpustyp: Untertitel
- Ich kann einen anderen anziehen.
Het past nog.
   Korpustyp: Untertitel
Kannst deine Bluse wieder anziehen.
Doe je shirt weer aan.
   Korpustyp: Untertitel
Willst du die Hausschuhe anziehen?
Wil jij je pantoffels aan?
   Korpustyp: Untertitel
Ich wollte sie nicht anziehen.
Het was niet mijn idee.
   Korpustyp: Untertitel
Du musst andere Hosen anziehen.
Trek eens een andere broek aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Willst du deinen Pullover anziehen?
- Wil je je trui aan?
   Korpustyp: Untertitel
Und dir was Frisches anziehen.
Waarom ben je nu hier?
   Korpustyp: Untertitel
- Ich würde mir was anziehen.
- Kleed je aan.
   Korpustyp: Untertitel
Mutter, darf ich es anziehen?
Help je me passen, moeder?
   Korpustyp: Untertitel
Marie kann sich warm anziehen.
Marie gaat er niet zomaar vanaf komen.
   Korpustyp: Untertitel
Das wird sie anziehen, Chester.
Daarmee pak je ze wel in, Chester.
   Korpustyp: Untertitel
Ja, die wollte ich anziehen.
- Dat wilde ik ook.
   Korpustyp: Untertitel
Sie können sich wieder anziehen.
Kleedt u zich maar aan.
   Korpustyp: Untertitel
Warum muss ich das anziehen?
Mam, waarom moet ik dit om?
   Korpustyp: Untertitel
Sie kann Rachels Sachen anziehen.
- Je mag ook in mijn kamer.
   Korpustyp: Untertitel
Kann ich das hier anziehen?
Vind je het goed als ik deze aantrek?
   Korpustyp: Untertitel
Diese Pheromone sollten sie anziehen.
We lokken ze met deze feromonen.
   Korpustyp: Untertitel
Sie können sich wieder anziehen.
Kleedt u maar aan.
   Korpustyp: Untertitel
Kann ich was Engeres anziehen?
Mag ik niet iets krappers aan?
   Korpustyp: Untertitel
Kann ich einen Anzug anziehen?
Mag ik in een net pak?
   Korpustyp: Untertitel
Muss ich dickere Pyjamas anziehen?
Heb ik dikkere pyjama's nodig?
   Korpustyp: Untertitel
Er soll seine Rüstung anziehen.
-Laat 'm zich klaarmaken.
   Korpustyp: Untertitel
Du musst die Handbremse anziehen!
Trek de handrem aan.
   Korpustyp: Untertitel
Ich brauche was zum Anziehen.
lk moet kleding regelen.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie braucht was zum Anziehen.
Ze moet iets aanhebben.
   Korpustyp: Untertitel
Und du mußt das anziehen.
En kijk hier eens.
   Korpustyp: Untertitel
- Anziehen. Wir fliegen direkt los.
Maak je klaar, we vertrekken zo.
   Korpustyp: Untertitel
Könntest du dir was anziehen?
- We zijn niet aangekleed.
   Korpustyp: Untertitel
Du solltest es heute anziehen.
Trek hem vanavond aan.
   Korpustyp: Untertitel
Soll ich was anderes anziehen?
Wil je dat ik een andere jurk probeer?
   Korpustyp: Untertitel
Brauchst du Hilfe beim Anziehen?
Moet ik je daar ook bij helpen?
   Korpustyp: Untertitel
Sie können sich jetzt anziehen.
Doe uw badjas maar weer aan.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie soll sich anständig anziehen.
lk wil dat ze er netjes uitziet.
   Korpustyp: Untertitel
Soll sie doch Boxhandschuhe anziehen.
Dan trekt ze bokshandschoenen aan.
   Korpustyp: Untertitel
Darf ich das Kostüm anziehen?
Mag ik uw pak aan?
   Korpustyp: Untertitel
Das kannst du nicht anziehen.
Dat kun je niet aan.
   Korpustyp: Untertitel
Was soll ich denn anziehen?
lk ben op van de zenuwen.
   Korpustyp: Untertitel
Du musst eine Hose anziehen.
En trek een broek aan.
   Korpustyp: Untertitel
Sag ihnen, sie sollen ihre Golfschuhe anziehen.
Zeg hen dat ze die verdomde golf schoenen uitdoen!
   Korpustyp: Untertitel
Etwas zum Anziehen wäre ganz praktisch, Ma'am.
lk kan wel wat kleding gebruiken.
   Korpustyp: Untertitel
- Ich denke, das Hemd ist zum anziehen.
- lk vind het goed.
   Korpustyp: Untertitel
Oh, wir müssen die hier anziehen.
Oh, we moeten deze opzetten.
   Korpustyp: Untertitel