Typische Wortverbindungen und Kollokationen

aan boord	vor heim anliegen an Bord
prijs vrij aan boord	FOB-Preis Preis frei an Bord
aan boord gaan	einsteigen 5 Anhalten anmustern
van boord gaan	abmustern aussteigen
aan boord nemen	aufnehmen
service aan boord	Dienstleistung an Bord
maaltijd aan boord	Bordmahlzeit
veiligheidsagent aan boord	Flugsicherheitsbegleiter
stroomopwekking aan boord	Stromerzeugung an Bord 2
boord voor scholieren	Schillerkragen
boord met bef	Kragen mit Beffchen
aan-boord-connossement	Bordkonnossement
verhoogde boord van asfalt	Mischgutwulst
communicatie aan boord	Bordkommunikation
communicatiestation aan boord	Bordkommunikationsstelle
programmasysteem aan boord	Bordsoftwaresystem
programmatuursysteem aan boord	Bordsoftwaresystem
opslag aan boord	Speicher an Bord
ongeval aan boord	Verkehrsunfälle
energie aan boord	Sendeleistung
aan boord gemonteerd	an Bord genommen
aan boord genomen	an Bord genommen 14
reserve-agregaat aan boord	Bordhilfsaggregat
eigen verbrandingsinstallatie aan boord	Verbrennungsanlage an Bord
man over boord boot	Bereitschaftsboot
franco aan boord	frei an Bord frei Schiff FOB
vrij aan boord	frei an Bord 1 frei Schiff FOB
abonnee aan boord	Teilnehmer an Bord
biomedische controle aan boord	biomedizinische Überwachung

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit boord

221 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Was u aan boord?

Sind Sie ein Passagier?

   Korpustyp: Untertitel

Remmick is van boord.

- Warten wir noch.

   Korpustyp: Untertitel

Mannen, allemaal van boord.

Kommt, Männer! Alle runter!

   Korpustyp: Untertitel

Haal 'm aan boord.

Vorsicht! Habt ihr's?

   Korpustyp: Untertitel

Het was kantje boord.

Das war damals ganz schön haarig.

   Korpustyp: Untertitel

en gingen van boord.

Wir gingen an Land.

   Korpustyp: Untertitel

Doe die boord af!

Geben sie ihre robe ab!

   Korpustyp: Untertitel

Al aan boord geweest?

Saßen Sie schon drauf?

   Korpustyp: Untertitel

Hij gaat van boord.

Wir setzen ihn an Land.

   Korpustyp: Untertitel

Het was kantje boord.

Es war ganz schön knapp.

   Korpustyp: Untertitel

We gaan van boord.

Fertig machen zum Entern.

   Korpustyp: Untertitel

ik ga aan boord.

Den hol ich mir!

   Korpustyp: Untertitel

Hij is kantje boord.

Er lebt auf Messerschneide.

   Korpustyp: Untertitel

- Aan boord niet.

- Ist sie nicht.

   Korpustyp: Untertitel

De lui aan boord...

Der Kapitän ist verantwortlich...

   Korpustyp: Untertitel

- U kunt aan boord.

- Sie können jetzt einsteigen.

   Korpustyp: Untertitel

We komen aan boord.

- Entern?

   Korpustyp: Untertitel

Kom op, aan boord.

- Lasst uns entern!

   Korpustyp: Untertitel

- Niet terug aan boord?

- Nicht wieder zurück, Sir?

   Korpustyp: Untertitel

Mogen we aan boord?

- Dürfen wir auf Ihre Station kommen?

   Korpustyp: Untertitel

Geef me dat boord!

Gib mir das Skateboard!

   Korpustyp: Untertitel

Welkom aan boord, Flintstone.

Willkommen bei der Company, Flintstone!

   Korpustyp: Untertitel

Wij komen aan boord.

- Fertig machen zum Entern.

   Korpustyp: Untertitel

Dat wordt kantje boord.

Es dürfte knapp werden.

   Korpustyp: Untertitel

Dat was kantje boord.

Das ist über zehn Jahre her.

   Korpustyp: Untertitel

Dat was kantje boord.

Das war echt knapp.

   Korpustyp: Untertitel

Dat was kantje boord.

Das war aber knapp.

   Korpustyp: Untertitel

- Stuurboord aan boord.

Wieso drehen Sie nicht?

   Korpustyp: Untertitel

Je moet van boord.

Sie müssen in ein Rettungsboot!

   Korpustyp: Untertitel

Dat was kantje boord!

Könntest du bitte damit aufhören?

   Korpustyp: Untertitel

Dat was kantje boord.

Das war knapp. Beschissen knapp.

   Korpustyp: Untertitel

Knoop je boord dicht.

- Knöpfen Sie das Hemd zu.

   Korpustyp: Untertitel

Iedereen mag van boord.

Ich genehmige allen Landurlaub.

   Korpustyp: Untertitel

En welkom aan boord.

Willkommen in der Kanzlei.

   Korpustyp: Untertitel

Dat was kantje boord.

Gerade noch die Kurve gekratzt.

   Korpustyp: Untertitel

Dat was kantje boord.

Oh Mann, das war knapp.

   Korpustyp: Untertitel

- Kom aan boord.

- Dann kommen Sie.

   Korpustyp: Untertitel

Het was kantje boord.

Es war aber knapp.

   Korpustyp: Untertitel

Het was kantje boord.

Es sah für eine Weile ziemlich schlecht aus.

   Korpustyp: Untertitel

Hij boorde me hard.

Er bohrte mich ganz fest.

   Korpustyp: Untertitel

Wij komen aan boord.

Bereit machen zur Kontrolle.

   Korpustyp: Untertitel

Breng me aan boord.

- Beam mich rauf.

   Korpustyp: Untertitel

Boba, ga aan boord.

Boba, steig ein!

   Korpustyp: Untertitel

Ze is aan boord.

Sie ist voll dabei.

   Korpustyp: Untertitel

Dat was kantje boord.

Das war ziemlich knapp.

   Korpustyp: Untertitel

Iedereen moet van boord.

Alle Mann zur Evakuierung.

   Korpustyp: Untertitel

Kom aan boord, jongen.

Spring auf, mein Freund.

   Korpustyp: Untertitel

Een levensvorm aan boord.

Das Sensorensystem ist unbekannt.

   Korpustyp: Untertitel

Geen Cardassianen aan boord.

Es waren keine Cardassianer dort.

   Korpustyp: Untertitel

Het is kantje boord.

Haut gerade so hin.

   Korpustyp: Untertitel

Ze zijn aan boord.

Das Shuttle wird geentert.

   Korpustyp: Untertitel

- Ga aan boord!

- Geh rüber!

   Korpustyp: Untertitel

Zet me aan boord.

Bringt mich zum Wrack hinüber.

   Korpustyp: Untertitel

- Wij komen aan boord.

- Bereiten Sie sich auf Enterung vor.

   Korpustyp: Untertitel

Twee levensvormen aan boord.

Zwei Lebenszeichen im Shuttle.

   Korpustyp: Untertitel

Aan boord, Mr. Ryder.

Steigen Sie ein, Mr. Ryder!

   Korpustyp: Untertitel

- Dat was kantje boord.

- Das war knapp.

   Korpustyp: Untertitel

- Dat was kantje boord.

- Das war knapp. - Sehr knapp.

   Korpustyp: Untertitel

Uw communicator lag aan boord.

- Sie vergaßen den Kommunikator.

   Korpustyp: Untertitel

Jack Bauer is aan boord.

Jack Bauer ist im Helikopter.

   Korpustyp: Untertitel

Je komt nooit van boord.

- Sie werden nicht entkommen.

   Korpustyp: Untertitel

Er was dope aan boord.

Ich weiß, dass da Stoff war.

   Korpustyp: Untertitel

Wil je eens aan boord?

Wollen Sie sich's mal von innen besehen?

   Korpustyp: Untertitel

Had het wapens aan boord?

Gibt es Waffen?

   Korpustyp: Untertitel

Zijn er overlevenden aan boord?

Gaius, hören Sie uns?

   Korpustyp: Untertitel

Hij gaat goed van boord.

Er hockt ja richtig drauf auf ihr!

   Korpustyp: Untertitel

Best, ga dan aan boord.

Na prima, dann steig doch ein!

   Korpustyp: Untertitel

Misschien is hij aan boord.

- Da könnte er sein.

   Korpustyp: Untertitel

lk stuurde haar van boord.

Ich befahl es ihr.

   Korpustyp: Untertitel

Ze is niet aan boord.

Das Gespräch dauerte weniger als drei Minuten.

   Korpustyp: Untertitel

Eindelijk een speurneus aan boord.

Bravo!

   Korpustyp: Untertitel

- Straal de overlevenden aan boord.

Beamen Sie die Überlebenden hoch.

   Korpustyp: Untertitel

- Hij is net aan boord.

- Er stieg gerade ein.

   Korpustyp: Untertitel

Maar het was kantje boord.

Eine Zeit lang stand es auf der Kippe.

   Korpustyp: Untertitel

Laat de gondel aan boord.

Lassen Sie die Rettungskapsel andocken.

   Korpustyp: Untertitel

- Andrejev Zemetkin kan aan boord.

Bereit für Einstieg von Andrej Zemetkin.

   Korpustyp: Untertitel

- Kijk, ze gaan aan boord.

Er ist der geborene Blender.

   Korpustyp: Untertitel

Je dochter stapt van boord.

Ihre Tochter kommt runter.

   Korpustyp: Untertitel

Laten we aan boord gaan.

Wir werden es kapern.

   Korpustyp: Untertitel

Als ze aan boord gaan...

Töte sie, Jess!

   Korpustyp: Untertitel

geweldig datjullie aan boord komen.

Ihr werdet Teil eines großartigen Teams.

   Korpustyp: Untertitel

Klim aan boord, Mr Cruchot.

Bitte steigen Sie sofort ein, Monsieur Cruchot!

   Korpustyp: Untertitel

Onze teams zijn aan boord.

Ich kam mit einem Rettungsteam.

   Korpustyp: Untertitel

- Captain Picard is aan boord.

Captain Picard betritt gerade die Brücke.

   Korpustyp: Untertitel

- Er is leven aan boord.

Da gibt es etwas Lebendiges.

   Korpustyp: Untertitel

- Mag hij aan boord komen?

- Darf man eintreten?

   Korpustyp: Untertitel

Jij vervangt mij aan boord.

Du bist so lange der Kapitän.

   Korpustyp: Untertitel

- Hoeveel waren er aan boord?

- Wie viele waren im Raumschiff?

   Korpustyp: Untertitel

- Dan ga ik aan boord.

- Ich gehe wieder hinein.

   Korpustyp: Untertitel

Alles aan boord, Mrs. Worthington.

Alles verstaut, Mrs. Worthington.

   Korpustyp: Untertitel

lk ga binnenkort aan boord.

Ich werde gleich einsteigen.

   Korpustyp: Untertitel

Zet ons aan boord, Greer.

- Bring uns rauf, Greer.

   Korpustyp: Untertitel

Rictus, help hem aan boord.

Rictus! Hilf ihm rüber!

   Korpustyp: Untertitel

Stamper, check jij aan boord.

Finger weg von meinem Onkel!

   Korpustyp: Untertitel

Gaan we aan boord, sir?

- Sollen wir es ansteuern, Sir?

   Korpustyp: Untertitel

U kunt nu aan boord.

Sie können jetzt einsteigen.

   Korpustyp: Untertitel

Kanselier Alrik komt aan boord.

Kanzler Alrik steht bereit.

   Korpustyp: Untertitel

- lk was niet aan boord.

Ich war nicht dort drin.

   Korpustyp: Untertitel

- Hoeveel waren er aan boord?

- Wie groß war die Besatzung?

   Korpustyp: Untertitel

Met aan boord zo'n ATAC.

Es war mit ATAC ausgestattet.

   Korpustyp: Untertitel