Ich würde es nicht gern sehen, wenn sich jemand mit meinem Anteil davonmacht.

lk zie niet graag mijn aandeel bij een vent terechtkomen die ermee vandoor gaat.

Oh, und er hat sich einfach mit dem Geld davongemacht?

Oh, en zij zijn er gewoon vandoor gegaan met al het geld?

Ein Geschäftspartner, der sich mit dem Firmenvermögen davonmacht.

een partner in de zaak... die er met bedrijfseigendommen vandoor wil gaan!

Einer hielt dieses Kauderwelsch für wichtig genug, um in eine Leichenhalle der Stadt einzudringen und sich mit beiden Armen davonzumachen.

Iemand vond ze belangrijk genoeg om een mortuarium binnen te dringen en om er met beide armen vandoor te gaan.

Wenn du dich jemals wieder alleine davonmachst, vergiss nicht,

Als je ooit nog alleen weg gaat. Onthoudt dat ik een getrainde moordenaar ben.

Vermutlich würdest du dich wieder vor mir davonmachen.

Je zal er wel weer vandoor gaan.

Ich sollte mich davonmachen.

Nou, ik moet maar weer gaan.

Glaub mir, wenn wir uns in die Hügel davonmachen, zusammengestopft wie Streichhölzer in der Schachtel, unsere Ärsche abfrieren anstelle uns im Kampfe zu stellen, tun wir genau das, was sie wollen.

Geloof me, als wij in die heuvels verdwijnen... op elkaar gepropt als lucifers, dood vriezend in plaats van te vechten... doen we precies wat ze willen.

- Wieso würde Booth sich davonmachen und mich stehen lassen?

Waarom zou Booth vluchten en me laten stikken?

Du hättest einfach April schnappen und dich davonmachen können... aber das hast du nicht getan.

Je had gewoon kunnen weggaan. Maar dat deed je niet.

Ich sollte mich davonmachen.

Nou, ik moet maar weer gaan.

Wir hätten uns gestern Nacht davonmachen sollen.

We hadden gisteravond moeten wegglippen.

Nur ein verdammter Feigling würde sich auf die Art und Weise davonmachen.

Alleen 'n lafaard zou zoiets doen.

Jeder von ihnen wird sich separat davonmachen.

Iedereen kan op eigen kracht weggaan.

Vermutlich würdest du dich wieder vor mir davonmachen.

Je zal er wel weer vandoor gaan.

Er hat mich erkannt und wollte sich davonmachen.

We herkenden elkaar. Hij probeerde te vluchten en sprong.