Typische Wortverbindungen und Kollokationen

unverzüglich entscheiden	op korte termijn uitspraak doen
endgültig entscheiden	uitspraak doen in laatste instantie uitspraak doen in laatste aanleg
eine Klage entscheiden	een vordering behandelen een eis berechten
in letzter Instanz entscheiden	uitspraak doen in laatste instantie uitspraak doen in laatste aanleg
in der Hauptsache entscheiden	ten gronde rechtspreken
in einer Sache entscheiden	uitspraak doen in een zaak
in einem Streitpunkt entscheiden	uitspraak doen over een geschil
in einer Streitfrage entscheiden	uitspraak doen over een geschil
im ersten Rechtszug entscheiden	in eerste aanleg kennis nemen
über die Kosten entscheiden	over de proceskosten beslissen
in Vollsitzung entscheiden	in volle samenstelling beslissen
bestimmte Gruppen von Rechtssachen entscheiden	bepaalde soorten van zaken berechten
eine Rechtssache mit Vorrang entscheiden	een zaak bij voorrang berechten

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit entscheiden

233 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Entscheiden Sie sich, und entscheiden Sie klug.

Kies, en kies verstandig.

   Korpustyp: Untertitel

Die Tsahik soll entscheiden.

Dit is iets voor de Tsahik.

   Korpustyp: Untertitel

Er soll es entscheiden.

Dan wacht ik maar af.

   Korpustyp: Untertitel

- Das entscheiden nicht Sie.

- Dat beslis jij niet.

   Korpustyp: Untertitel

Um was zu entscheiden?

Neem je deel en verdwijn.

   Korpustyp: Untertitel

- Das mußt du entscheiden.

- Het is aan u, rechercheur.

   Korpustyp: Untertitel

Sie können sich entscheiden.

Aan u de keus.

   Korpustyp: Untertitel

Lass die Münze entscheiden.

Laten we erom tossen.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst dich entscheiden.

De keus is aan jou.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst das entscheiden.

Zeg jij het maar.

   Korpustyp: Untertitel

- Sie entscheiden Bajors Schicksal.

Het lot van Bajor hangt van u af.

   Korpustyp: Untertitel

- Gut, dann entscheiden Sie.

Goed, jij je zin.

   Korpustyp: Untertitel

Das entscheiden nicht wir.

Wij oordelen daar niet over.

   Korpustyp: Untertitel

Frauen sollen selbst entscheiden.

'n Vrouw is baas in eigen buik.

   Korpustyp: Untertitel

Die Möglichkeit, zu entscheiden.

Hij gaf hen een keus.

   Korpustyp: Untertitel

Ich musste mich entscheiden.

lk heb hiervoor gekozen.

   Korpustyp: Untertitel

Das muss Bjorn entscheiden.

Dat ligt aan Bjorn.

   Korpustyp: Untertitel

Das soll sie entscheiden.

Zij mag het zeggen.

   Korpustyp: Untertitel

Das musst du entscheiden.

Dat bepaal je zelf.

   Korpustyp: Untertitel

- Er muss selbst entscheiden.

- Hij zoekt het zelf maar uit.

   Korpustyp: Untertitel

- Dann müssen sie entscheiden.

- Geef ze de keus.

   Korpustyp: Untertitel

Entscheiden Sie sich bitte!

Minister, we hebben maar een paar seconden.

   Korpustyp: Untertitel

Das musst du entscheiden.

Een-en-twintig. lk weet niet wat je dwars zit.

   Korpustyp: Untertitel

Das muss er entscheiden.

Dat moet hij zelf uitmaken.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst dich entscheiden.

Dat begrijp je toch wel?

   Korpustyp: Untertitel

Entscheiden Sie sich endlich.

U moet wel weten wat u wil.

   Korpustyp: Untertitel

- Wir entscheiden nicht gemeinsam?

We zouden zulke beslissingen samen maken.

   Korpustyp: Untertitel

- Wir entscheiden gleich?

- Oh, we prikken gelijk een tijd?

   Korpustyp: Untertitel

- Entscheiden Sie sich!

Wat gaat het worden?

   Korpustyp: Untertitel

- Kann jemand bitte entscheiden?

- Kan iemand de knoop doorhakken?

   Korpustyp: Untertitel

Ich muss mich entscheiden.

lk moet mijn gedachten op een rijtje krijgen.

   Korpustyp: Untertitel

Das soll Carla entscheiden.

- Moet je aan Carla vragen.

   Korpustyp: Untertitel

Der Kanzler wird entscheiden.

De kanselier heeft de beslissende stem.

   Korpustyp: Untertitel

Das entscheiden wir spontan.

We kijken wel hoe het loopt.

   Korpustyp: Untertitel

Sie müssen es entscheiden.

Hij zei dat het aan u is.

   Korpustyp: Untertitel

Das soll Ale entscheiden.

Vraag maar aan Ale.

   Korpustyp: Untertitel

Lasst mich das entscheiden.

Laat mij dat maar beoordelen.

   Korpustyp: Untertitel

- Fakten entscheiden den Fall.

- Het gaat om de feiten.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst dich entscheiden.

Het is het een of het ander.

   Korpustyp: Untertitel

Ich versuche zu entscheiden.

lk ben me aan het bedenken.

   Korpustyp: Untertitel

Du kannst dich entscheiden!

Doe wat je wil.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst dich entscheiden.

Denk maar goed na.

   Korpustyp: Untertitel

Wir müssen uns entscheiden.

Stoppen betekent tijdverlies.

   Korpustyp: Untertitel

Du willst das entscheiden?

Vind je dat je dat kunt maken?

   Korpustyp: Untertitel

- Das entscheiden nicht Sie.

- Dat bepaal je zelf niet.

   Korpustyp: Untertitel

Ich lass dich entscheiden.

lk laat het aan jou over.

   Korpustyp: Untertitel

- Kann ich das entscheiden?

- Dat beslis ik.

   Korpustyp: Untertitel

Davon, mich zu entscheiden.

Van het maken van beslissingen.

   Korpustyp: Untertitel

Darüber müssen andere entscheiden.

Dat moeten anderen maar beoordelen.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst dich entscheiden!

- Nee, de vijand komt eraan.

   Korpustyp: Untertitel

Das werde ich entscheiden.

lk zal dat beoordelen.

   Korpustyp: Untertitel

- Lass das Akiva entscheiden.

- Neem nou maar contact op met Akiva.

   Korpustyp: Untertitel

Kannst du selbst entscheiden.

Jij mag het zeggen.

   Korpustyp: Untertitel

Ich kann selber entscheiden.

lk ben eigen baas.

   Korpustyp: Untertitel

Entscheiden Sie sich, Sir.

Sta op, meneer.

   Korpustyp: Untertitel

Sie können frei entscheiden.

Ze hebben de keus.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst dich entscheiden.

Of je kan weglopen.

   Korpustyp: Untertitel

Er kann allein entscheiden.

Laat hem met rust.

   Korpustyp: Untertitel

Wie, das entscheiden Sie.

Hoe, dat ligt helemaal aan jou.

   Korpustyp: Untertitel

Entscheiden Sie sich dafür!

Wij hebben het uitgetest en het werkt absoluut.

   Korpustyp: Untertitel

Alle Menschen können entscheiden.

Iedereen heeft een eigen keus.

   Korpustyp: Untertitel

- Die Münze muss entscheiden.

- We tossen erom.

   Korpustyp: Untertitel

- Sie müssen sich entscheiden.

- Als je de waarheid weet, moet je wel.

   Korpustyp: Untertitel

Das muss Joe entscheiden.

Dat moet Joe zeggen.

   Korpustyp: Untertitel

- Entscheiden Sie sich bitte.

Kies eens een kant graag.

   Korpustyp: Untertitel

Soll ich das entscheiden?

Moet ik 't verlossende woord spreken?

   Korpustyp: Untertitel

Jetzt können Sie entscheiden.

U bent hier alleen.

   Korpustyp: Untertitel

Das muss er entscheiden.

Dat is zijn keus.

   Korpustyp: Untertitel

- Das entscheiden wir.

Dit is geen verzoek!

   Korpustyp: Untertitel

Ich kann selber entscheiden.

lk eet wat ik wil.

   Korpustyp: Untertitel

- Entscheiden wir später.

- Dat komt later.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst dich entscheiden.

Een van de twee.

   Korpustyp: Untertitel

Der wird drüber entscheiden.

Hij velt dan een oordeel.

   Korpustyp: Untertitel

- Darüber werde ich entscheiden.

- Dat bepaal ik zelf wel.

   Korpustyp: Untertitel

Ich muss mich entscheiden.

lk heb twee opties.

   Korpustyp: Untertitel

Du musst dich entscheiden.

Je moet de knoop doorhakken.

   Korpustyp: Untertitel

- Er muss sich entscheiden.

Kan ik dat opschrijven?

   Korpustyp: Untertitel

Das entscheiden die Geschworenen.

Dat laat ik aan de jury, Joe.

   Korpustyp: Untertitel

Das entscheiden wir alle.

Het is een stemming.

   Korpustyp: Untertitel

- Er kann selbst entscheiden.

Het gaat goed. Met zijn lever ook.

   Korpustyp: Untertitel

Der Markt wird entscheiden.

De markt is dus de doorslaggevende factor.

   Korpustyp: EU

Jetzt müssen wir entscheiden.

De Raad heeft een positieve aanbeveling gegeven.

   Korpustyp: EU

Man muss sich entscheiden.

Er moeten een dus keuzen gemaakt worden.

   Korpustyp: EU

Der Infrastrukturbetreiber muss entscheiden,

De infrastructuurbeheerder moet hetzij:

   Korpustyp: EU DGT-TM

Die entscheiden darüber, die Gerichte entscheiden darüber und sonst niemand!

Zij en de rechtbanken zijn wat dit aangaat beslissingsbevoegd en niemand anders.

   Korpustyp: EU

Das sollen die Eltern entscheiden.

- Nee, dat is aan de nieuwe ouders.

   Korpustyp: Untertitel

- Das wird der Präsident entscheiden.

- Of mij. Dat is aan de president.

   Korpustyp: Untertitel

Wer ist befugt zu entscheiden?

Wie gaat daarover?

   Korpustyp: Untertitel

- Ich werde gar nichts entscheiden.

- lk beslis niets.

   Korpustyp: Untertitel

Das wird mein Mann entscheiden.

Maar dat bepaalt mijn mannetje wel.

   Korpustyp: Untertitel

- Das muss die Polizei entscheiden.

Dat laat ik aan de politie over.

   Korpustyp: Untertitel

Es soll der Zufall entscheiden.

Dan maar een willekeurig iemand.

   Korpustyp: Untertitel

"Sie" muss sich erst entscheiden.

Wij hebben geen tijd voor die onzin.

   Korpustyp: Untertitel

Heute wird sich alles entscheiden.

Het gaat tussen ons tweeën.

   Korpustyp: Untertitel

"Das kann Gott allein entscheiden.

"Dit is een zaak voor God.

   Korpustyp: Untertitel

Ihr müsst euch schon entscheiden.

Moet je maar duidelijk zijn.

   Korpustyp: Untertitel

- Muss sie das nicht entscheiden?

Ze kiest toch zelf?

   Korpustyp: Untertitel

Das müssen die Götter entscheiden.

Dat is aan de goden.

   Korpustyp: Untertitel

- Das habe ich zu entscheiden.

-Dat bepaal ik wel.

   Korpustyp: Untertitel

Captain Garrett würde genauso entscheiden.

Dat zou captain Garrett willen.

   Korpustyp: Untertitel