linguatools-Logo
328 Verwendungsbeispiele
Filter einblenden

Übersetzungen

[VERB]
gehören behoren 5.410 toebehoren 130
sich gehören betamen 20

Computergenerierte Übersetzungsvorschläge

sich gehören horen 1.669
gehören is van 31 deel uitmaken van 32 maken deel 33 vormen 34 bezit 34 moet 35 thuishoren 42 deel 47 gaat 48 maken 49 deel uitmaken 70 behoort 94 hoort 109 zijn van 143 omvat 187 vallen 216 omvatten 226

Verwendungsbeispiele

gehören behoren
 

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Kanada gehört zu den wichtigsten, die die Europäische Union hat.
Canada behoort tot de belangrijkste partners die de Europese Unie heeft.
   Korpustyp: EU
Mori, du hast auch mal zum Team Kodai gehört.
Mori, u behoorde ooit ook tot het team Kodai.
   Korpustyp: Untertitel
Ferner gehören dazu auch Fragen der Wettbewerbsfähigkeit sowie des Kampfes gegen Kriminalität und Terrorismus.
Hiertoe behoren kwesties over mededinging en kwesties over de strijd tegen misdaad en terrorisme.
   Korpustyp: EU
Schönheit gehört dem, der sie zu schätzen weiß.
Schoonheid behoort tot de man die het kan waarderen.
   Korpustyp: Untertitel
Rapamune gehört zu einer Gruppe von Arzneimitteln, die Immunsuppressiva genannt werden.
Rapamune behoort tot een groep geneesmiddelen genaamd immunosuppressiva (afweeronderdrukkende middelen).
Sachgebiete: Medizin    Korpustyp: EU
Dr. Brennans Schlussfolgerungen gehören allein der Anklage.
Dr Brennans conclusies behoren de vervolging toe.
   Korpustyp: Untertitel

Typische Wortverbindungen und Kollokationen


von Rechts wegen gehören van rechtswege toekomen
van rechtswege toebehoren
zum Euro-Gebiet gehören tot het eurogebied behoren

100 weitere Verwendungsbeispiele mit gehören

228 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Die gehören mir, die gehören mir!
Laat mij het doen! Laat mij het doen!
   Korpustyp: Untertitel
Deshalb gehören wir zusammen.
Daarom zijn we voor elkaar bestemd.
   Korpustyp: Untertitel
Wir gehören zum Werksteam.
Wij zijn bij het, euh, fabrieksteam.
   Korpustyp: Untertitel
- Gehören Sie zur Show?
Bent u van 't programma?
   Korpustyp: Untertitel
Wer mir gehören würde.
Die voor mij was.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie gehören alle dazu.
Ze zitten er allemaal in.
   Korpustyp: Untertitel
Diese Männer gehören mir.
Het zijn mijn mannen.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören der Natur!
De natuur is hun meester.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie gehören zu Wallace.
- Het spijt hem ook.
   Korpustyp: Untertitel
Die Anzüge gehören mir.
Die pakken waren van mij.
   Korpustyp: Untertitel
$300.000. Sie gehören dir.
Die 300.000 zijn voor jou.
   Korpustyp: Untertitel
Wir gehören doch zusammen!
lk kan toch niet zonder jullie!
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören Ihnen, Detective.
- Ga uw gang, rechercheur.
   Korpustyp: Untertitel
Ihre Gedanken gehören Ihnen.
Uw gedachten zijn de uwe.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören dem "Aufschlitzer".
De meiden van Cutthroat.
   Korpustyp: Untertitel
Uns gehören tausende Felder.
Wij bezitten duizenden hectaren.
   Korpustyp: Untertitel
Wir gehören doch zusammen.
Het is alleen jij en ik.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zu Marcel.
- Wel bij Marcel.
   Korpustyp: Untertitel
- Wir gehören zusammen.
We hebben een mooie vraag.
   Korpustyp: Untertitel
Die Straßen gehören mir.
lk ben daar de baas.
   Korpustyp: Untertitel
Wir gehören irgendwie zusammen.
Dus we moeten het maar met elkaar doen.
   Korpustyp: Untertitel
Für immer ihm gehören.
En de zijne. Eeuwig.
   Korpustyp: Untertitel
Risiken gehören zum Geschäft.
Zaken doen houdt risico's in.
   Korpustyp: Untertitel
Gehören Sie zu Harry?
Werk je voor Harry?
   Korpustyp: Untertitel
Wir alle gehören Ihnen.
We zijn uw eigendom.
   Korpustyp: Untertitel
Wem gehören die denn?
Waar komen die vandaan?
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören alle mir!
Zij zijn mijn eigendom.
   Korpustyp: Untertitel
Diese Wellen gehören mir.
Deze golven zijn voor mij.
   Korpustyp: Untertitel
Deine Erfahrungen gehören dir.
Je ondervindt je eigen ervaringen.
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören alle mir!
Kijk, allemaal van mij.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören nicht hierher.
Dit is niks voor u.
   Korpustyp: Untertitel
Moment, gehören Sie nicht...
Wacht, ben jij niet...
   Korpustyp: Untertitel
Gehören beide Portemonnaies dir?
Heb je twee portemonnees?
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören ganz Ihnen.
Het woord is aan u.
   Korpustyp: Untertitel
Meinungen gehören nicht hierher.
Mijn mening doet er niet toe.
   Korpustyp: Untertitel
Weil Sie mir gehören.
Omdat ik je in mijn zak heb.
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören zu uns.
Dit zijn onze jongens.
   Korpustyp: Untertitel
- Gehören Sie zur Börse?
- Bent u aan de beurs?
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zur Familie.
Ze zijn als familie voor me.
   Korpustyp: Untertitel
Gehören Sie zum Kommandanten?
Werk jij voor commandant Kao Yod?
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören Ihnen nicht?
ls het niet van jou?
   Korpustyp: Untertitel
Tyrannen gehören dazu.
Pesten hou je niet tegen.
   Korpustyp: Untertitel
Gehören sie zu jemanden?
ls hij eigendom van iemand anders?
   Korpustyp: Untertitel
Wir gehören alle dazu.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
   Korpustyp: Untertitel
Sie soll dir gehören.
Zij zal voor jou zijn.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören Ihnen, Major.
Ga uw gang, commissaris.
   Korpustyp: Untertitel
Diese Diamanten gehören MIR.
Die diamanten zijn mijn zekerheid.
   Korpustyp: Untertitel
Gehirnscans gehören nicht dazu.
Hij mag niet onbevoegd scannen.
   Korpustyp: Untertitel
Töchter gehören den anderen.
Hij voedt zijn dochters op voor anderen.
   Korpustyp: Untertitel
Wir gehören zur Band.
Wij zijn de band.
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören dir, Hauptmann.
Die zijn voor jou, kapitein.
   Korpustyp: Untertitel
Schuldgefühle gehören woanders hin.
De schuld komt bij een ander te liggen.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zur Stadt?
Ben je van de politie?
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören dir, OK?
Die zijn voor jou, ok?
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zum Parlament.
- Jij zetelt in het parlement.
   Korpustyp: Untertitel
Gehören Sie zur Polizei?
Bent u van de politie?
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören alle eingesperrt.
Ze moeten ze opsluiten.
   Korpustyp: Untertitel
Weiter gehören zur Startaufstellung:
En de laatste twee:
   Korpustyp: Untertitel
Hier gehören Gardinen rein.
Er zouden gordijnen moeten hangen.
   Korpustyp: Untertitel
Unsere Waffen gehören euch.
Onze geweren zijn je wapens.
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören Romerito.
Die is voor Romerito.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zur Kategorie:
Die zitten in de categorie martelen.
   Korpustyp: Untertitel
Es soll uns gehören.
Zal ik een koerier sturen?
   Korpustyp: Untertitel
- Jetzt gehören wir ihm.
- Nu heeft hij ons in zijn macht.
   Korpustyp: Untertitel
Die Mädels gehören mir!
Dat zijn mijn meiden.
   Korpustyp: Untertitel
- Die Nudeln gehören mir.
- Die noedels zijn voor mij.
   Korpustyp: Untertitel
Nun gehören Sie ihnen.
En nu hebben zij wat tegoed van jou.
   Korpustyp: Untertitel
Byron, sie gehören Ihnen!
Byron, aan jou.
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören zu mir.
U blijft bij me.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zu mir.
Ze zijn bij mij.
   Korpustyp: Untertitel
Alles wird uns gehören.
Alles wordt van ons.
   Korpustyp: Untertitel
-Zwanzig Prozent gehören Ihnen.
-Twintig procent is voor u.
   Korpustyp: Untertitel
Das sollte ihr gehören.
Dit had voor haar moeten zijn.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zur Firma --
Je zit bij die Firma.
   Korpustyp: Untertitel
Und Sie gehören mir!
En jij bent mijn gevangene.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zu Hometown?
Hoor jij bij Hometown?
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören nicht hierher!
Je bent de baas niet.
   Korpustyp: Untertitel
Gehören Sie zum Institut?
Hebt u banden met dit instituut?
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören dir, Bill.
Neem even over, Bill.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zum Zirkus!
Je bent van de circus.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören nicht hierher.
Ze komt niet van hier.
   Korpustyp: Untertitel
Gehören Sie zum Militär?
Ben jij van het leger?
   Korpustyp: Untertitel
- Ja, gehören dir.
- Allemaal voor jou.
   Korpustyp: Untertitel
- Wem gehören sie dann?
Wie is de eigenaar dan?
   Korpustyp: Untertitel
Zu wem gehören Sie?
Voor wie werk je?
   Korpustyp: Untertitel
Die $5.000 gehören mir.
Die vijf mille blijven van mij.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören euch, Jungs.
Ze zijn helemaal voor jullie jongens.
   Korpustyp: Untertitel
Diese Tiere gehören mir.
Dat zijn mijn paarden.
   Korpustyp: Untertitel
Die gehören einem Züchter.
lk heb ze via een fokker.
   Korpustyp: Untertitel
Es wird mir gehören.
Heb je dat gehoord?
   Korpustyp: Untertitel
Welcher gehören Sie an?
Bij welke hoor jij?
   Korpustyp: Untertitel
Es sollte uns gehören.
Het zou voor ons zijn.
   Korpustyp: Untertitel
- Gehören Sie zu Claridge?
Werkt u bij Claridge's?
   Korpustyp: Untertitel
Da gehören wir hin.
Dat is de plek voor ons.
   Korpustyp: Untertitel
Sie gehören zur Traumwelt.
Ze zijn in de droomwereld.
   Korpustyp: Untertitel
Da gehören Sie hin.
Daar hoor je thuis.
   Korpustyp: Untertitel
Rita, wir gehören zusammen.
Je weet dat we verbonden zijn.
   Korpustyp: Untertitel
Solche Mistkerle gehören umgebracht.
- lk zou ze afschieten.
   Korpustyp: Untertitel
Die Briefe gehören mir!
Het zijn mijn brieven.
   Korpustyp: Untertitel
Gehören Sie zum Haus?
Hoor je bij het huis?
   Korpustyp: Untertitel
Impressum - Ladezeit: 0,84 Sek. -