Typische Wortverbindungen und Kollokationen

sauer SEIN	zuur reageren
sauer reagieren	zuur reageren 2
Sauer-Vakzine	vaccin van Sauer
sauer-süß	zoetzuur
sauer Farbstoff	zuurhoudende verf
die Trauben sind ihm zu sauer	de druiven zijn zuur

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit sauer

192 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

- Süss-sauer.

Ja, wil je bij me langskomen?

   Korpustyp: Untertitel

Sauer (Mosel)

Sûre

   Korpustyp: Wikipedia

Minden (Sauer)

Minden (Rijnland-Palts)

   Korpustyp: Wikipedia

Steinheim (Sauer)

Steinheim (Luxemburg)

   Korpustyp: Wikipedia

Esch-Sauer

Categorie:Esch-sur-Sûre

   Korpustyp: Wikipedia

Esch-Sauer

Esch-sur-Sûre

   Korpustyp: Wikipedia

Ich bin total sauer.

lk ben verdomme een dolle hond!

   Korpustyp: Untertitel

Du machst mich sauer.

Je vat mij verkeerd op.

   Korpustyp: Untertitel

Ich bin sauer.

lk voel me toch beledigd.

   Korpustyp: Untertitel

Bradley war ziemlich sauer.

Bradley is in alle staten.

   Korpustyp: Untertitel

Oh, die sind sauer.

Ze zien er geïrriteerd uit.

   Korpustyp: Untertitel

- Er ist sauer, oder?

- Hij is bezopen, hè?

   Korpustyp: Untertitel

- Warum so sauer?

- Waarom ben je zo triest?

   Korpustyp: Untertitel

- Ich bin sauer.

- Je zult je vervelen.

   Korpustyp: Untertitel

Sei nicht sauer, Junge.

Hé, jochie, je bent helemaal opgewonden.

   Korpustyp: Untertitel

Young ist ziemlich sauer!

Young is flink over de zeik.

   Korpustyp: Untertitel

Langsam werde ich sauer.

Dit begint me echt te ergeren.

   Korpustyp: Untertitel

Du machst mich sauer.

Voor één keer zou ik...

   Korpustyp: Untertitel

- Die Milch ist sauer.

- De melk is slecht geworden.

   Korpustyp: Untertitel

- Weil ich sauer werde.

- lk snap er geen bal meer van.

   Korpustyp: Untertitel

Warte, bist du sauer?

lk dacht dat je trots zou zijn?

   Korpustyp: Untertitel

Rache wird immer sauer.

Wraak is nooit zoet.

   Korpustyp: Untertitel

Der Boss ist sauer.

De baas is pislink.

   Korpustyp: Untertitel

Stefan! Bist du sauer!

Stefan, je bent echt zo'n watje.

   Korpustyp: Untertitel

Warum bist du sauer?

Wat is je probleem?

   Korpustyp: Untertitel

- Jetzt bist du sauer.

- Zie je dat je het verkeerd begrijpt?

   Korpustyp: Untertitel

Der Wein war sauer.

lk gooide hem weg.

   Korpustyp: Untertitel

Bist du deshalb sauer?

Heeft dat je geraakt?

   Korpustyp: Untertitel

Sei nicht sauer mum.

Maak je geen zorgen ma.

   Korpustyp: Untertitel

Sei bitte nicht sauer!

Dat haar moeder lesbisch is?

   Korpustyp: Untertitel

Ich bin wirklich sauer.

lk ben echt geschokt.

   Korpustyp: Untertitel

Waren deine Eltern sauer?

Hebben je ouwelui je onder je voeten gegeven?

   Korpustyp: Untertitel

Der Boss ist sauer.

Kom ons morgen opzoeken.

   Korpustyp: Untertitel

Er klang ziemlich sauer.

Dit is van agent Stark.

   Korpustyp: Untertitel

Bist du jetzt sauer?

Ben je nu chagrijnig?

   Korpustyp: Untertitel

- Du bist sicher sauer.

Daar baal je zeker behoorlijk van he?

   Korpustyp: Untertitel

Du bist nicht sauer?

Dus, even goede vrienden.

   Korpustyp: Untertitel

Dein Vater ist sauer.

Je vader gaat je goed aanpakken!

   Korpustyp: Untertitel

Bist du jetzt sauer?

Daar ga je toch geen drama van maken?

   Korpustyp: Untertitel

- Sie ist noch sauer.

- Ze smeult nog.

   Korpustyp: Untertitel

- Du bist sauer.

Wat doe jij hier?

   Korpustyp: Untertitel

Bist du sauer, Will?

Heb je honger, Will?

   Korpustyp: Untertitel

Da wurde ich sauer.

Dat heeft me verbitterd gemaakt.

   Korpustyp: Untertitel

Ich werde langsam sauer.

lk begin dit spuugzat te worden.

   Korpustyp: Untertitel

Jetzt ist Red sauer.

Red zal laaiend zijn.

   Korpustyp: Untertitel

Das macht mich sauer!

Ze schrijven dingen op net als interviewers.

   Korpustyp: Untertitel

Sei nicht sauer, Fenton.

Maak je geen zorgen, Fenton.

   Korpustyp: Untertitel

"Bist du jetzt sauer?

"Kook je van woede?

   Korpustyp: Untertitel

Jetzt sei nicht sauer.

Kom, we gaan.

   Korpustyp: Untertitel

- Nerva ist ziemlich sauer.

lk heb Nerva in de wielen gereden.

   Korpustyp: Untertitel

Warum ist er sauer?

Wat deed je met hem?

   Korpustyp: Untertitel

Ich bin nicht sauer.

lk was je slechts aan het pesten.

   Korpustyp: Untertitel

Ich werd manchmal sauer.

Soms word ik agressief.

   Korpustyp: Untertitel

lmmer sauer wie Molche,

Mijn altijd pissende salamanders.

   Korpustyp: Untertitel

Die machten mich richtig sauer.

Toen kwam ik terug naar dat vreselijke huis...

   Korpustyp: Untertitel

Wer wäre da nicht sauer?

Ging ze daarom weg?

   Korpustyp: Untertitel

Ich werde langsam sauer, Vinnie.

lk begin 'n slechte bui te krijgen.

   Korpustyp: Untertitel

Er hat mich sauer gemacht.

Hij heeft me afgezeikt.

   Korpustyp: Untertitel

Ranken ist total sauer, Mann.

Ranken is vast helemaal door het lint.

   Korpustyp: Untertitel

Ross, nun sei nicht sauer.

Bewaar wat voor me.

   Korpustyp: Untertitel

Bist du sauer auf mich?

ls het weer goed tussen ons?

   Korpustyp: Untertitel

Da warst du sicher sauer.

Je moet wrok gevoeld hebben.

   Korpustyp: Untertitel

Sie sauer auf uns haben?

Ze heeft haar kracht terug.

   Korpustyp: Untertitel

Sei nicht gleich so sauer.

Je komt te laat en begint ruzie te maken.

   Korpustyp: Untertitel

Die waren echt sauer deswegen.

Daar deden ze heel moeilijk over.

   Korpustyp: Untertitel

Warum bist du so sauer?

Waarom wil je zo graag dood?

   Korpustyp: Untertitel

- Das Schlitzauge war mächtig sauer.

Die gast zag er echt pissed uit.

   Korpustyp: Untertitel

- Ist sie wirklich nicht sauer?

Zou ze dat wel goedvinden?

   Korpustyp: Untertitel

- Nein danke. - lmmer noch sauer?

Nog steeds aan het mokken?

   Korpustyp: Untertitel

Sie ist ein bisschen sauer.

Maar goed, zij is enigszins geïrriteerd.

   Korpustyp: Untertitel

Die Erde ist zu sauer.

De aarde is onvruchtbaar.

   Korpustyp: Untertitel

- Wer sagt, ich sei sauer?

- Wie zegt dat?

   Korpustyp: Untertitel

Ich bin sauer auf dich.

lk heb moeite met jou.

   Korpustyp: Untertitel

Was guckst du so sauer?

Wat kijk je moeilijk, mof?

   Korpustyp: Untertitel

Verdammt, ich bin bloß sauer.

Verdorie, ik sla wartaal uit.

   Korpustyp: Untertitel

Falls die Chinesen sauer waren...

Als de Chinezen geërgerd waren...

   Korpustyp: Untertitel

- Du siehst aber sauer aus.

- Hoewel het lijkt.

   Korpustyp: Untertitel

Bist du sauer auf mich?

Je geeft mij de schuld?

   Korpustyp: Untertitel

Ich weiß, du bist sauer.

Kijk, ik weet dat je lastig bent.

   Korpustyp: Untertitel

Mund zu, Milch wird sauer.

- Hallo, daar.

   Korpustyp: Untertitel

Wir waren sauer wegen Kairo.

lk ga het water raken.

   Korpustyp: Untertitel

Mein Boss ist schon sauer.

Mijn baas hijgt in mijn nek.

   Korpustyp: Untertitel

Weshalb waren sie so sauer?

Geen idee waar ze zich zo druk om maakten.

   Korpustyp: Untertitel

Ich dachte, du wärst sauer.

lk dacht dat je teleurgesteld zou zijn.

   Korpustyp: Untertitel

Sie ist sauer auf Sie.

Die Lydie kan u wel iets aandoen.

   Korpustyp: Untertitel

- Wie könnte ich sauer sein?

- Waarom zou ik?

   Korpustyp: Untertitel

- Du machst mich langsam sauer.

- Je bent me aan het uitlokken.

   Korpustyp: Untertitel

- Du scheinst sauer zu sein.

- Je bent er nogal geïrriteerd over.

   Korpustyp: Untertitel

Ich hoffe, sie wird sauer.

lk hoop van wel.

   Korpustyp: Untertitel

- Mit meinem sauer verdienten Geld.

-Dat was mijn zuurverdiende geld.

   Korpustyp: Untertitel

Bist du immer noch sauer?

Ben je nog knorrig?

   Korpustyp: Untertitel

Oder bist du noch sauer?

Of is ze nog steeds verbannen naar de kus-en-huil-zone?.

   Korpustyp: Untertitel

- Ist Rex sauer auf mich?

ls Rex ongelukkig met mij?

   Korpustyp: Untertitel

Bist du sauer auf mich?

lk moet het weten.

   Korpustyp: Untertitel

Ok... jetzt werd ich sauer.

Dit is dus balen.

   Korpustyp: Untertitel

Er ist immer noch sauer.

Hij is nog steeds gevoelig.

   Korpustyp: Untertitel

Sei nicht sauer auf mich.

Je moet geen hekel aan me hebben.

   Korpustyp: Untertitel

Ich weiß, du bist sauer...

Kijk, ik weet dat je ontdaan bent..

   Korpustyp: Untertitel

Wie sauer waren die Kanadier?

Hoe opgewonden waar de Canadezen?

   Korpustyp: Untertitel

Sie sind sauer, er ist da.

- Omdat je er de pest in hebt.

   Korpustyp: Untertitel