Typische Wortverbindungen und Kollokationen

schnelle Paketschaltung	snelle pakketschakeling pakketschakeling breedbandpakketschakeling bredeband
schnelles Plasma	snel plasma
schnelle Ionenmesselektrode	snelle ionensonde
schnelle Verbrennung	snelle verbranding
schnell wachsend	snelgroeiend 29
schnelle Ablaufzeit	snelle aftasttijd
Einstellung "schnell"	snelle tijdsconstante middelingstijd "fast" korte tijdsconstante
Zeitbewertung "schnell"	snelle tijdsconstante middelingstijd "fast" korte tijdsconstante
Zeitkonstante "schnell"	snelle tijdsconstante middelingstijd "fast" korte tijdsconstante
schnelles Rollen	snel schuiven
schnelles Verschieben	snel schuiven
Schnell-Sandfilter	snelle zandwasser snelle zandfilter grove zandwasser grove zandfilter
schnelles Abbinden	plotselinge binding
schnelle Geschwindigkeitsschwankung	snelle snelheidsfluctuatie
schnell wirkend	snelle werking
schnelle Paketvermittlung	fast packet switching snel pakket
Schnell-Löseventil	voedingsklep
schnelle Längsschwingung	snelle slingering longitudinale oscillatie met korte periode
schnelle Deglaziation	snelle deglaciatie
schnelles Giessen	snel gieten
schnelle Multielementbestimmung	snelle multi-elementenbepaling
schnelle Frequenzumtastung	minimum shift keying fast frequency shift keying MDM MDFR
schnelles Neutron	snel neutron
schnelle Tonhohenschwankung	snelle zwevingen flutter
aufgezeichnete Schnelle	naaldpuntsnelheid

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit schnell

199 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Schnell!

Schat, we halen je hier vandaan.

   Korpustyp: Untertitel

Los, schnell! Schnell!

Haast jullie een beetje!

   Korpustyp: Untertitel

Schnell weg!

- Laten we hier weggaan!

   Korpustyp: Untertitel

Aber schnell!

Waar waren we gebleven?

   Korpustyp: Untertitel

- Krankenstation, schnell!

- Naar de ziekenboeg.

   Korpustyp: Untertitel

- Los, schnell!

- Daar gaan we.

   Korpustyp: Untertitel

- Scheiß-schnell.

We hebben een vervanger nodig.

   Korpustyp: Untertitel

Komm Schnell.

Kom we moeten ons haasten.

   Korpustyp: Untertitel

Schnelle Fertigung

Rapid manufacturing

   Korpustyp: Wikipedia

- Ja, schnell!

- Nee, niet daar.

   Korpustyp: Untertitel

Los, schnell!

Kom op, opschieten.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell aufschreiben!

Heeft hiij dat nou bedacht, ofik?

   Korpustyp: Untertitel

Komm schnell, bitte komm schnell zu mir.

Haast je, alsjeblieft, haast je naar me

   Korpustyp: Untertitel

- Hey, nicht so schnell, nicht so schnell.

waar moet ik zijn om iemands borgtocht te betalen?

   Korpustyp: Untertitel

Schnelle Frage, schnelle Lüge als Antwort.

Vraag en leugens zult u horen.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell rein, frittieren, schnell wieder raus.

Vlier erin, raak ze, vlieg weer teug.

   Korpustyp: Untertitel

Man wird schnell vergessen. Sehr schnell.

Raar als je een gevecht verliest, niet?

   Korpustyp: Untertitel

Heute fahren wir schnell, wir handeln schnell.

We hebben haast vandaag.

   Korpustyp: Untertitel

Geh runter, schnell!

Dat maakt niet uit.

   Korpustyp: Untertitel

- Wenn wir schnell sind.

- Wel als we doorlopen.

   Korpustyp: Untertitel

- nicht schnell zu entzürnen.

En niet opvliegend zijn.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, zieh dich an.

Kom, kleed je aan.

   Korpustyp: Untertitel

- Schnell, er wurde angeschossen!

Opschieten, hij is neergeschoten!

   Korpustyp: Untertitel

Dad, nicht so schnell.

Pa, rustig aan.

   Korpustyp: Untertitel

Blitzangriff, dann schnell weg.

Een tactische aanval... en dan wegwezen.

   Korpustyp: Untertitel

- Es geht ganz schnell.

- lk heb maar 2 minuten nodig.

   Korpustyp: Untertitel

- Einen Telepathen, schnell.

Er moet een telepaat komen.

   Korpustyp: Untertitel

Könnten Sie es schnell?

lk ben al laat voor een afspraak.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, steig ein!

Toe, stap in.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, durch den Korridor.

Terug in de kast. hij gaat richting senaat.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, er ist hinten!

Naar 't achterdek.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell zurück zur Tür.

Ga terug naar de deur.

   Korpustyp: Untertitel

Ja, machen Sie schnell.

Ja, maar niet te lang.

   Korpustyp: Untertitel

- Sie wächst ungewöhnlich schnell.

Haar groeiritme is zonder weerga.

   Korpustyp: Untertitel

Bloß schnell raus hier!

Laten we verdomme hier weg.

   Korpustyp: Untertitel

komm schnell wieder zurück.

waar ga je heen?

   Korpustyp: Untertitel

Sie werden schnell heiß.

De stuurboord-plasma-injectors worden een tikje heet.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, kommt alle zusammen.

Laat mij maar, ga opzij.

   Korpustyp: Untertitel

Es ging so schnell.

De advertentie in de krant...

   Korpustyp: Untertitel

Schnell in den Wagen.

Stap in de auto.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell! Los, Roboter!

Zet 'm op, robot.

   Korpustyp: Untertitel

- Du lernst schnell, Mississippi.

- Je begint het te leren.

   Korpustyp: Untertitel

- Schnell, versorg ihn.

- Ja, verzorg hem.

   Korpustyp: Untertitel

Nein, schnell weg hier!

We gaan, alsjeblieft!

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, Major, den Kraftschild!

We hebben dat krachtschild nodig.

   Korpustyp: Untertitel

- Kommen Sie her! Schnell!

- Kom nou maar.

   Korpustyp: Untertitel

- Nachrichten verbreiten sich schnell.

- Het gaat als een lopend vuurtje.

   Korpustyp: Untertitel

- Vergiss ihn ganz schnell.

- Verspil geen enkele adem aan hem.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, hinter die Felsen!

Ga achter die rotsen, Davey.

   Korpustyp: Untertitel

- Ja, aber schnell!

Ben je zo'n moordenaar?

   Korpustyp: Untertitel

Ich war zu schnell.

lk ging te vroeg.

   Korpustyp: Untertitel

Ich wasche es schnell.

lk doe de lakens in de machine.

   Korpustyp: Untertitel

So lernen sie schnell.

Achteraf herbeginnen ze niet meer.

   Korpustyp: Untertitel

- Schnell, geben Sie mir...

Geef, geef. Geef aan mij.

   Korpustyp: Untertitel

- Schnell, wir müssen weg.

Kom op. We moeten gaan.

   Korpustyp: Untertitel

Der Schlüssel, schnell.

De sleutel. De tijd dringt.

   Korpustyp: Untertitel

Hier, trink das schnell.

Hier, drink op.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, meine Schreibgarnitur!

Tenzij ik een door u geschreven vrijbrief krijg.

   Korpustyp: Untertitel

Ich gehe schnell entwickeln.

lk ga ze ontwikkelen.

   Korpustyp: Untertitel

Vielleicht wächst es schnell.

Wie weet heeft Junior dan genoeg.

   Korpustyp: Untertitel

- Schnell ins Auto!

Stap in de auto.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, bevor er zurückkommt.

Wegwezen, voordat hij terugkomt.

   Korpustyp: Untertitel

- Nicht so schnell, Justin.

Zover zijn we nog niet, Justin.

   Korpustyp: Untertitel

- Schnell, hol noch Handtücher.

Meer handdoeken! - Nee, daar!

   Korpustyp: Untertitel

So, schnell jetzt.

Nu weg, iedereen.

   Korpustyp: Untertitel

Kommt runter, aber schnell.

Kom als de bliksem naar beneden.

   Korpustyp: Untertitel

- Wir müssen schnell los.

We moeten opschieten.

   Korpustyp: Untertitel

Das ging ja schnell.

lk denk dat ze al bezig zijn.

   Korpustyp: Untertitel

- Komm schnell wohin?

Waar moet ik naartoe?

   Korpustyp: Untertitel

Geh, aber schnell.

Maak dat je wegkomt.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, mir nach.

Kom jij eens met me mee!

   Korpustyp: Untertitel

- Aber schnell bitte.

- Haast je wat!

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, drück den Feueralarm.

Trek aan het brandalarm.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell zurück ins Camp.

Terug naar het kamp.

   Korpustyp: Untertitel

Vielleicht nicht so schnell.

Misschien niet binnenkort, maar...

   Korpustyp: Untertitel

- Willy holt schnell auf...

Willy sprint naar voren.

   Korpustyp: Untertitel

"Geht schnell bei dir.

Jij hebt niet veel nodig.

   Korpustyp: Untertitel

- Ja, schnell, er kommt.

- Ja. Hij is er al.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, den Schlüssel!

Breng me de sleutel.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell wie eine Katze.

ln een vloeiende beweging.

   Korpustyp: Untertitel

Ein Schuss fällt schnell.

- Ze hadden je kunnen doodschieten!

   Korpustyp: Untertitel

- (Walter) Die ist schnell.

Ze lijkt wel een Olympiër.

   Korpustyp: Untertitel

Die Türen auf, schnell!

Doe de deuren open.

   Korpustyp: Untertitel

Beeil dich. Mach schnell!

Breng het tot een goed einde...

   Korpustyp: Untertitel

Schnell, gib her!

Straks komt hij hier.

   Korpustyp: Untertitel

"Schlafen Sie schnell ein?"

"Slaapt u goed?"

   Korpustyp: Untertitel

- Sie sollten schnell verschwinden.

Je moet hier weg nu het nog kan.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell... er täuscht vor.

Het was 'n schijnbeweging.

   Korpustyp: Untertitel

Keine Bewegung! Schnell!

Op de vloer, nu!

   Korpustyp: Untertitel

Willst Du's schnell?

Wil je een opstapje?

   Korpustyp: Untertitel

Ich musste schnell handeln.

lk moest iets doen.

   Korpustyp: Untertitel

Nicht so schnell, Tim!

Niet de trap afrennen, Tim.

   Korpustyp: Untertitel

Die wären schnell ersetzt.

Dan komt er nog een bij.

   Korpustyp: Untertitel

Schnell in die Küche.

Ga naar de keuken.

   Korpustyp: Untertitel

Er starb sehr schnell.

Hij is er nooit meer uitgekomen.

   Korpustyp: Untertitel

- Ihr wart schnell.

Maar je ziet er ook goed uit.

   Korpustyp: Untertitel

Hase, denk schnell nach!

Haas, pak aan.

   Korpustyp: Untertitel

Die Nadeln. Schnell.

Pak de naalden voor me.

   Korpustyp: Untertitel

- So schnell es geht.

- lk zal er vaart achter zetten.

   Korpustyp: Untertitel

Du schläfst schnell ein.

Je hoeft niet te roken.

   Korpustyp: Untertitel