linguatools-Logo
344 Verwendungsbeispiele
Filter einblenden

Übersetzungen

[VERB]
sprechen spreken 35.042 praten 16.776
[NOMEN]
Sprechen taal 1 spraak 1

Computergenerierte Übersetzungsvorschläge

sprechen doen 60 laten 65 gaan 66 gaan praten 72 over hebben 76 woord 90 woord voeren 92 het hebben 114 even spreken 128 spreek 164 zien 164 gaat 180 gesproken 252 praat 256 spreekt 332 zeggen 342 hebben het 348 bespreken 348

Verwendungsbeispiele

sprechen spreken
 

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Graham Watson sprach von der Notwendigkeit, hier mit einer Stimme zu sprechen.
Graham Watson had het over de noodzaak om met één stem te spreken.
   Korpustyp: EU
Mr Navarro, hier will jemand mit Manny sprechen.
Mr Navarro, iemand wil hier met Manny spreken.
   Korpustyp: Untertitel
Französisch wird in Québec von mehr als 7 Millionen Menschen gesprochen.
Frans wordt in Quebec door meer dan zeven miljoen mensen gesproken.
   Korpustyp: Beispielsatz
Yogami sprach von einer seltenen Pflanze in Glendons Besitz.
Yogami sprak over een zeldzame plant die Glendon had.
   Korpustyp: Untertitel
Jesse sprach schlecht Französisch und noch schlechter Deutsch.
Jesse spreekt slecht Frans en nog slechter Duits.
   Korpustyp: Beispielsatz
Antonio ist zu Hause und wünscht Euch zu sprechen.
Antonio is thuis. We moeten met hem spreken.
   Korpustyp: Untertitel

Typische Wortverbindungen und Kollokationen


Bände sprechen boekdelen spreken 10
Urteil sprechen vonnis wijzen 1
Recht sprechen recht doen 3 rechtspreken 2
entwicklungsverzoegertes Sprechen vertraagde taalontwikkeling
retardiertes Sprechen vertraagde taalontwikkeling
aus Erfahrung sprechen uit ervaring spreken 45 vanuit ervaring spreken 1
ein Urteil sprechen een vonnis uitspreken 2 een vonnis wijzen 1
"Methode" Hoeren-Lesen-Sprechen hoor-lees-spreek-methode
durch die Nase sprechen nasaleren
door de neus uitspreken
Art zu sprechen taal
spraak
bitte langsamer sprechen Breng uw spreeksnelheid terug

100 weitere Verwendungsbeispiele mit sprechen

244 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Deutsche Sätze

Niederländische Sätze

Sprechen Sie.
- Zeg het maar.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie mit Hetty.
Klaag maar bij Hetty.
   Korpustyp: Untertitel
Die Fakten sprechen dagegen.
En twee van uw collega's.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Doktor.
- Zeg het maar, dokter.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie bitte lauter.
lk hoor je niet als je fluistert.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie, 232 Zulu.
Zeg het maar, 232 Zulu.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie, Columbia 409.
Zeg het maar, Columbia 409.
   Korpustyp: Untertitel
Du musst lauter sprechen.
lk kan je nauwelijks horen.
   Korpustyp: Untertitel
- Darüber sprechen wir noch.
- U hoort nog van mij.
   Korpustyp: Untertitel
- Wie kann er sprechen?
- Hoe doet ie dat?
   Korpustyp: Untertitel
Sie können sprechen, Sir.
Ga u gang meneer.
   Korpustyp: Untertitel
- Gut, Fähnrich, sprechen Sie.
- Ga je gang.
   Korpustyp: Untertitel
Er will Sie sprechen.
Hij wil jou aan de lijn.
   Korpustyp: Untertitel
- Wir sprechen uns später.
Kan dit een andere keer?
   Korpustyp: Untertitel
Wir sprechen über Sie.
Stevens, maar over jou.
   Korpustyp: Untertitel
- Kann ich Sie sprechen?
- Mag ik wat vragen?
   Korpustyp: Untertitel
Geplant während wir sprechen.
Die worden nu gepland.
   Korpustyp: Untertitel
Sie sprechen jetzt darüber.
Ze zijn erover aan het argumenteren..
   Korpustyp: Untertitel
Bitte auf Band sprechen.
Laat een bericht achter.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Air 3.
Ga je gang, air drie.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie, Lieutenant.
Zeg het maar, Luitenant.
   Korpustyp: Untertitel
- Sinnlos, darüber zu sprechen.
- Dat heeft toch geen zin meer.
   Korpustyp: Untertitel
Worüber wirst du sprechen?
- Waar ga je over vertellen?
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Major.
- Zeg het maar.
   Korpustyp: Untertitel
Du wolltest mich sprechen.
Jij vroeg om een afspraak.
   Korpustyp: Untertitel
Sie wollten mich sprechen?
Dus je komt me opzoeken.
   Korpustyp: Untertitel
Sie wollten mich sprechen?
Had u ons nodig?
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Chief.
- Zeg het maar.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie, Nummer Eins.
Nummer Een, geef antwoord.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Chief.
- Zeg het maar, chief.
   Korpustyp: Untertitel
Sie wollen nicht sprechen.
Dat willen ze niet.
   Korpustyp: Untertitel
Kann ich offen sprechen?
Mag ik eerlijk zijn?
   Korpustyp: Untertitel
Spock, sprechen Sie.
Spock, vertel op.
   Korpustyp: Untertitel
Er will dich sprechen.
Hij maakt zijn opwachting.
   Korpustyp: Untertitel
- Wovon sprechen Sie?
Logboek van 1e officier, supplement.
   Korpustyp: Untertitel
Kannst du nochmal sprechen?
Zeg nog 's iets.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie wollten mich sprechen?
U had me nodig?
   Korpustyp: Untertitel
Kann ich dich sprechen?
Thomas, heb je even?
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie sich aus.
Zeg wat er gezegd moet worden.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen wir das durch?
Wil je me raad geven?
   Korpustyp: Untertitel
Kann ich Mac sprechen?
Mag ik Mac even?
   Korpustyp: Untertitel
Ollie möchte Sie sprechen.
Ollie wil u iets vragen.
   Korpustyp: Untertitel
- Ja, die sprechen Albanisch.
- Dat is Albanees.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie frei heraus.
Zeg eerlijk wat u denkt.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Doktor.
- Ga je gang, dokter.
   Korpustyp: Untertitel
Lassen Sie mich sprechen.
Wacht, laat me uitspreken.
   Korpustyp: Untertitel
Ja, sprechen Sie.
Ja, zeg maar.
   Korpustyp: Untertitel
Sie möchten mich sprechen?
Het zal wel komen.
   Korpustyp: Untertitel
... Wovon sprechen Sie?
- Dat heb ik niet gedaan.
   Korpustyp: Untertitel
- Ich will Gibbs sprechen.
- Wie? lk wil het Gibbs zelf vertellen.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, 2-5.
- Zeg maar, 2-5.
   Korpustyp: Untertitel
Wir sprechen uns später.
Mooi, ik zie je straks.
   Korpustyp: Untertitel
Ja, sprechen Sie.
Ja, ga je gang.
   Korpustyp: Untertitel
Du mußt schnell sprechen.
Je moet snel zijn.
   Korpustyp: Untertitel
"Ja, ich kann sprechen."
Waar kijk je naar?
   Korpustyp: Untertitel
Dürfte ich offen sprechen?
Mag ik openhartig zijn?
   Korpustyp: Untertitel
Sheridan, sprechen Sie.
- ls u dat ook opgevallen?
   Korpustyp: Untertitel
Ja, sprechen Sie.
Ja, we luisteren.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie, Master Sergeant.
Zeg het maar Sergeant-majoor.
   Korpustyp: Untertitel
- Sie sprechen sehr offen.
Dat is behoorlijk koppig, Dominee.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie mir nach.
Zeg het samen met mij.
   Korpustyp: Untertitel
- Salazar will Sie sprechen.
- Sir, Salazar heeft gevraagd naar u.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie mit Sutton.
Vraag maar aan Sutton.
   Korpustyp: Untertitel
Delta-Xray, sprechen Sie.
Delta-Xray terug naar jou.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Odo.
- Zeg het maar, Odo.
   Korpustyp: Untertitel
Wir sprechen später darüber.
Kan dit een andere keer?
   Korpustyp: Untertitel
Sie sprechen mit Akzent!
U heeft een accent.
   Korpustyp: Untertitel
- Wovon sprechen Sie da?
- Wat bedoel je?
   Korpustyp: Untertitel
- Pierce will Sie sprechen.
- Kapitein Pierce voor u.
   Korpustyp: Untertitel
Ich werde offen sprechen.
lk zal eerlijk zijn.
   Korpustyp: Untertitel
Ich möchte sie sprechen.
Mag ik haar even?
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie mir nach.
Mijn naam is Will Graham.
   Korpustyp: Untertitel
Ist Bosley zu sprechen?
lk heb al plannen. ls Bosley daar?
   Korpustyp: Untertitel
Er soll freiheraus sprechen.
Maar Cesare is uw bloed.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie in Rätseln?
Kunt u iets duidelijker zijn?
   Korpustyp: Untertitel
Wir sprechen mit Genda.
Dan moeten we met Genda overleggen.
   Korpustyp: Untertitel
Wovon sprechen Sie?
Waar heeft u het over?
   Korpustyp: Untertitel
- Wovon sprechen Sie überhaupt?
U heeft hem niet gezien?
   Korpustyp: Untertitel
- Sie sprechen kein Englisch.
Pay-per-view porn is beschikbaar in het Kantonees nu.
   Korpustyp: Untertitel
Ich muss Sie sprechen.
U weet wat dat betekent.
   Korpustyp: Untertitel
Sie sprechen davon, aufzuhören.
Ze willen er allemaal mee ophouden.
   Korpustyp: Untertitel
- Und meine Gebete sprechen?
En om te bidden?
   Korpustyp: Untertitel
- Er will Sie sprechen.
- Hij vraagt naar je.
   Korpustyp: Untertitel
Können wir Sie sprechen?
Mogen we u iets vragen?
   Korpustyp: Untertitel
Sie wollten mich sprechen?
Bellew zei dat u me zocht.
   Korpustyp: Untertitel
Du sollst lauter sprechen!
Seçkin, word wakker!
   Korpustyp: Untertitel
Ich wollte Mortimer sprechen.
- Nee, ik kwam voor Mortimer.
   Korpustyp: Untertitel
Sprechen Sie mit Womack.
Die zei dat jij hem benaderde.
   Korpustyp: Untertitel
Wir sprechen später weiter.
lk zie je later wel.
   Korpustyp: Untertitel
Rufio wünscht, zu sprechen.
Dat Caesar heerser over Rome is.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Colonel.
- Zeg het maar.
   Korpustyp: Untertitel
- Du wolltest mich sprechen?
lk hoorde dat je me zocht?
   Korpustyp: Untertitel
Doch, Sie sprechen.
Jawel, dat doe je wel.
   Korpustyp: Untertitel
- Ich muss ihn sprechen.
- lk moet hem dringend sppreken.
   Korpustyp: Untertitel
- Lass die Frau sprechen.
- Laat haar uitspreken.
   Korpustyp: Untertitel
- Ich will sie sprechen.
- Geef haar aan de lijn, nu.
   Korpustyp: Untertitel
Darüber sprechen wir noch.
Hier kom ik nog op terug.
   Korpustyp: Untertitel
- Sprechen Sie, Chief.
- Je bent slecht te verstaan.
   Korpustyp: Untertitel
Ich will Sultan sprechen.
Wil je alleen Durga proeven?
   Korpustyp: Untertitel
Aber wir sprechen uns.
Maar het gebeurt toch.
   Korpustyp: Untertitel
Impressum - Ladezeit: 1,06 Sek. -