Typische Wortverbindungen und Kollokationen

blanko verkaufen	in blanco verkopen
leer verkaufen	in blanco verkopen
zu verkaufen	te koop 25
auf Lieferung verkaufen	op termijn verkopen
auf Termin verkaufen	op termijn verkopen 2
auf Kredit verkaufen	op krediet verkopen

---

100 weitere Verwendungsbeispiele mit verkaufen

198 weitere Treffer unter Übersetzungen/Wortverbindungen

Wir verkaufen das später.

We verpatsen ze later wel.

   Korpustyp: Untertitel

Sie verkaufen hier Sandwich.

Jij bent een meisje dat broodjes klaarmaakt.

   Korpustyp: Untertitel

Verkaufen ist eine Clubangelegenheit.

Dit moet aan tafel worden besproken.

   Korpustyp: Untertitel

Du kannst alles verkaufen?

Dat is de instelling.

   Korpustyp: Untertitel

Wir müssen es verkaufen.

Dat moeten we laten zien.

   Korpustyp: Untertitel

Verkaufen Sie an uns.

Nee! Wij willen het.

   Korpustyp: Untertitel

- Verkaufen die sich gut?

- Koopt iemand die dingen?

   Korpustyp: Untertitel

- Mädchen, die sich verkaufen.

- Meisjes die zich aanbieden.

   Korpustyp: Untertitel

'nem Bruder was verkaufen?

-Je maat wil er een.

   Korpustyp: Untertitel

- Was verkaufen Sie?

- Wat heb je te bieden?

   Korpustyp: Untertitel

Wir verkaufen in Midtown.

We dealen in het centrum.

   Korpustyp: Untertitel

- Was verkaufen sie?

Wat hebben ze daar?

   Korpustyp: Untertitel

Musik soll sich verkaufen.

En even over dat shirt.

   Korpustyp: Untertitel

Die verkaufen diesen Latexkram.

Ze hebben van dat gekke rubber spul.

   Korpustyp: Untertitel

Großartig, sie verkaufen Heroin.

Tof, de heroïne is in de aanbieding.

   Korpustyp: Untertitel

Den musste ich verkaufen.

- Volgens de wet niet.

   Korpustyp: Untertitel

Ich wollte sie verkaufen.

lk zocht een heler.

   Korpustyp: Untertitel

Raus hier und verkaufen.

Ga zo door, bedoel ik.

   Korpustyp: Untertitel

Du überlegst zu verkaufen?

Je overweegt een transactie?

   Korpustyp: Untertitel

- Was verkaufen Sie?

- Wat doe je?

   Korpustyp: Untertitel

Er wird nicht verkaufen.

Hij zoekt geen koper.

   Korpustyp: Untertitel

Ich würde sie verkaufen...

lk regel de transactie.

   Korpustyp: Untertitel

Wir verkaufen keinen Wein.

- Dat hebben we niet.

   Korpustyp: Untertitel

- Verkaufen Sie Sam?

- Wat vraag je voor Sam?

   Korpustyp: Untertitel

- Ich würde sie verkaufen.

Neem het geld aan.

   Korpustyp: Untertitel

- Ich muss nicht verkaufen.

lk kan het terugnemen...

   Korpustyp: Untertitel

Das verkaufen wir Vanderhoff.

'T ls misschien wat voor Vanderhoff.

   Korpustyp: Untertitel

Wir können es verkaufen.

We kunnen 't inwisselen.

   Korpustyp: Untertitel

Wenn man das verkaufen kann, kann man alles verkaufen.

Als je tabak aankan, kan je alles aan.

   Korpustyp: Untertitel

Sie verkaufen keine Ideen oder Kampagnen, sie verkaufen Medien...

Met een marge van 15 procent.

   Korpustyp: Untertitel

- Sie verkaufen Kreide und Glücksspiellose.

De informatie runners en inzetkaartverkopers bestelen.

   Korpustyp: Untertitel

Sie verkaufen keinen Sanitärbedarf, oder?

Je hebt zeker geen leidingen?

   Korpustyp: Untertitel

Sie verkaufen Waffen an Farbige.

Jij stopt met het leveren aan kleurlingen.

   Korpustyp: Untertitel

Wir sollten das Haus verkaufen.

- Je bent dol op dit huis.

   Korpustyp: Untertitel

Wo sie verbrannte Hamburger verkaufen?

Die tent met die lekkere hete worstjes?

   Korpustyp: Untertitel

Nein, nein. Wir verkaufen Tabakwaren.

Nee, dit is een sigarenzaak.

   Korpustyp: Untertitel

Wir verkaufen öfter mal Erstlingswerke.

We hebben vaker beginnende kunstenaars.

   Korpustyp: Untertitel

ZU VERKAUFEN Oh, mein Gott.

O, mijn God.

   Korpustyp: Untertitel

Kannst du sie mir verkaufen?

lk betaal je morgen terug.

   Korpustyp: Untertitel

Es ist doch zu verkaufen?

- Ja, wat is dit?

   Korpustyp: Untertitel

Ich werde mehr verkaufen, okay?

lk zal zorgen dat mijn cijfers beter worden.

   Korpustyp: Untertitel

- Wollt ihr eure Plätze verkaufen?

Wie wil zijn plek afstaan voor wat...

   Korpustyp: Untertitel

- Wir verkaufen an den Höchstbietenden.

We veilen het virus aan de hoogste bieder.

   Korpustyp: Untertitel

Wollen Sie sie mir verkaufen?

Wilt u het aan mij afstaan?

   Korpustyp: Untertitel

Hoffentlich kann er das verkaufen.

Hopelijk kan hij ermee wegkomen.

   Korpustyp: Untertitel

An jedermann Waffen zu verkaufen?!

Het distribueren van wapens aan iedereen?

   Korpustyp: Untertitel

Ich konnte die Uhren verkaufen.

Dit is het geld van die klokjes.

   Korpustyp: Untertitel

Entschuldigen sie, verkaufen sie hier?

Pardon, u een verkoper hier?

   Korpustyp: Untertitel

- Zig Läden verkaufen dieses Zeug...

- Die troep kun je overal...

   Korpustyp: Untertitel

Ich muss ihm nichts verkaufen.

- Dat is helemaal nergens voor nodig.

   Korpustyp: Untertitel

- Sie dürfen ihn nicht verkaufen.

Die kunt u niet weggeven.

   Korpustyp: Untertitel

Welchen Mist mußt du verkaufen?

Met welke miskleun waren jullie opgezadeld?

   Korpustyp: Untertitel

"Tonnenweise verkaufen." Seht ihr das?

'Als een malle.' Zie je dat?

   Korpustyp: Untertitel

Ich bin gut im Verkaufen.

lk ben 'n goede verkoper, denk ik.

   Korpustyp: Untertitel

Diese Geschichte wird sich verkaufen.

Druk dit en je komt het te boven.

   Korpustyp: Untertitel

Wie viele verkaufen Sie so?

Wat is je quota?

   Korpustyp: Untertitel

Verkaufen Sie wirklich das Land?

lk hou van jullie allemaal hetzelfde.

   Korpustyp: Untertitel

Ich kann es teuer verkaufen.

En voor veel geld.

   Korpustyp: Untertitel

An Tankstellen verkaufen sie Zigaretten.

Bij tankstations kun je sigaretten krijgen.

   Korpustyp: Untertitel

Warum verkaufen sie die Liste?

Waarom verraad je je clienten?

   Korpustyp: Untertitel

Die War Boys verkaufen Waffen.

Ze handelen in wapens.

   Korpustyp: Untertitel

Wir verkaufen keine Soft Drinks.

We hebben in ieder geval geen frisdrank hier.

   Korpustyp: Untertitel

Die Glocke ist nicht verkaufen.

Dit is niet voor jou.

   Korpustyp: Untertitel

Besser, als Versicherungen zu verkaufen.

- Beter dan verzekeringsagent, toch?

   Korpustyp: Untertitel

- Er ist nicht zu verkaufen.

Hij is niet omkoopbaar.

   Korpustyp: Untertitel

"Also verkaufen wir das Haus?"

lk wil nog altijd met je optrekken, ondanks dat grapje.

   Korpustyp: Untertitel

Nein, diese Kinder selbst verkaufen.

- Mag ik u iets vragen? - Zeg het maar.

   Korpustyp: Untertitel

Das kannst du nicht verkaufen.

Dat kan je niet wegtekenen.

   Korpustyp: Untertitel

- Konntest du sie nicht verkaufen?

- Kon je haar niet uitkopen?

   Korpustyp: Untertitel

Ich nie verkaufen an Latimore!

lk wil jullie nooit meer zien!

   Korpustyp: Untertitel

Ich will keine Gebrauchtwagen verkaufen.

lk wil geen dealer in tweedehandsauto's worden.

   Korpustyp: Untertitel

Verkaufen Sie die blöden Anzüge?

Of die stomme pakken?

   Korpustyp: Untertitel

Wann kannst du es verkaufen?

Hoe snel kan het?

   Korpustyp: Untertitel

Sie verkaufen uns ein Traum!

Uw praatje zorgt dat we dagdromen.

   Korpustyp: Untertitel

Auf dem Markt Pilze verkaufen?

En je paddenstoelenverkoop op de markt?

   Korpustyp: Untertitel

Alle Leute verkaufen Diamanten. 2.400.

Overal zijn diamanten. Vierentwintig honderd.

   Korpustyp: Untertitel

- Wir verkaufen an den Höchstbietenden.

- We veilen het aan de hoogste bieder.

   Korpustyp: Untertitel

Kreatives hilft, etwas zu verkaufen

-Creatief zorgt voor omzet.

   Korpustyp: Untertitel

Wir verkaufen nur gegen Latinum.

Alleen latinum interesseert ons.

   Korpustyp: Untertitel

-Gut, verkaufen Sie 's mir.

Overtuig me. - Wat?

   Korpustyp: Untertitel

Verkaufen Sie mir das Heiraten.

Wat brengt het huwelijk mij?

   Korpustyp: Untertitel

Und dann verkaufen wir ihn.

We handelen. Wij zijn kooplieden.

   Korpustyp: Untertitel

- Wir verkaufen Ihnen 5.000 Fass.

- Dat doet de Nagus niet.

   Korpustyp: Untertitel

Ich werde sie billig verkaufen.

Goed, je krijgt haar goedkoper.

   Korpustyp: Untertitel

Wissen Sie, was Sie verkaufen?

lk dacht dat ze japans waren.

   Korpustyp: Untertitel

Damit er es verkaufen kann?

Frank had het aan goede doelen gegeven.

   Korpustyp: Untertitel

Wir verkaufen täglich Tonnen davon.

Elke dag worden er tonnen verhandeld.

   Korpustyp: Untertitel

Die verkaufen wir nicht. Schade!

Als ze tiener is, ben je vast niet meer zo meegaand.

   Korpustyp: Untertitel

Verkaufen Sie Ihr Schauermärchen woanders!

Uw verhaal over Fantomas klopt niet.

   Korpustyp: Untertitel

Tolle Sache." - "Lizenz zum Verkaufen? Irre."

Als ik me haast, haal ik het einde misschien nog.

   Korpustyp: Untertitel

Carlos kann die Unterlagen für Millionen verkaufen...

Carlos vangt miljoenen voor die dossiers.

   Korpustyp: Untertitel

Und Geschäftsleute verkaufen ihre Medikamente als Heroin.

slimme ondernemer zoals Foreman versnijd de medicatie en doet het voor als heroine.

   Korpustyp: Untertitel

Für wie viel verkaufen Sie sie?

Wat vraagt u ervoor?

   Korpustyp: Untertitel

Besonders wenn ich an Steadman verkaufen muss.

En al helemaal niet aan Steadman.

   Korpustyp: Untertitel

Wollen die uns für dumm verkaufen?

Dit is toch niet waar, zeker?

   Korpustyp: Untertitel

Du kannst das Majestic Haus nicht verkaufen.

- Dat gaat niet.

   Korpustyp: Untertitel

- Du willst, dass die Sons sie verkaufen?

-Wil jij dat de Sons het regelen?

   Korpustyp: Untertitel

- Verkaufen wäre gar nicht so dumm.

Misschien is het nog niet zo'n slecht idee?

   Korpustyp: Untertitel

Das verkaufen wir... an den Discovery Channel.

Dit haalt Discovery Channel.

   Korpustyp: Untertitel

Indem Sie mir Aktien zum Vorzugspreis verkaufen.

Wanneer biedt u aandelen aan?

   Korpustyp: Untertitel